Maak een goed gebruik van je gaven
1 Wat vindt Jehovah van jouw getrouwe, van ganser harte verrichte dienst? Degenen die hem met volle overgave dienen, worden edelmoedig door hem beloond. Dit wordt bewezen door wat er met getrouwe mannen en vrouwen in het verleden gebeurde. Abraham (Gen. 12:1-3; Rom. 4:3), Rachab (Joz. 2; 6:25; Matth. 1:5) en Pinehas (Num. 25:10-13) bevonden zich onder degenen die dergelijke beloningen ontvingen.
2 De gedachtenis aan Abraham, Rachab en Pinehas is levend gebleven vanwege hun daden van geloof en gehoorzaamheid. Verwacht Jehovah dit ook niet van ons? Ja. En wat zijn wij dankbaar dat Jehovah een God van waardering is. Elke gave die wij bezitten en in onze dienst voor Hem op juiste wijze gebruiken, is aanvaardbaar. Zelfs de weduwe die slechts twee kleine geldstukken kon geven, werd opgemerkt (Luk. 21:3). In het Israël uit de oudheid was het zo dat slachtoffers aan Jehovah evenredig moesten zijn met wat iemand geven kon. — Deut. 16:17.
3 Ook nu beschikken wij allemaal over verschillende bekwaamheden die gebruikt kunnen worden bij het vertellen van het goede nieuws aan anderen. Onze levensomstandigheden verschillen en ook dit is van invloed op wat wij kunnen doen. Net als in het verleden zijn het niet altijd de grote dingen die mensen doen waardoor het predikings- en onderwijzingswerk wordt volbracht (Matth. 28:19, 20; Mark. 13:10). Wanneer wij met de gehele gemeenschap van broeders samenwerken komt het veeleer op onze gewilligheid aan en het ijverig gebruiken van wat wij bezitten. Wanneer wij optimaal gebruik maken van de gaven waarover wij beschikken en dit in samenwerking met al onze broeders doen, schenkt Jehovah ons met milde hand rijke beloningen. Dit hebben wij bij het dienen van Jehovah altijd ondervonden, niet waar? Wij hebben dan ook alle reden om waardering te hebben voor de wijze waarop Jehovah onze bekwaamheden, of deze nu veelzijdig of gering zijn, tot zijn lof gebruikt.
4 Enkelen hebben veel succes bij winkelacties of straatwerk. Anderen hebben geweldig goede resultaten van huis tot huis. Ook bij het terloops prediken wordt veel goeds tot stand gebracht. Verheug je voor zover je daartoe in de gelegenheid bent, in enkele van deze voorrechten of in al deze voorrechten. Maak een goed gebruik van je gaven, wat die ook mogen zijn, en werk hierbij nauw met je broeders in de gemeente samen.
5 Een wat ouder buitenlands echtpaar heeft bijvoorbeeld erg veel succes in het tijdschriftenwerk van huis tot huis. Zij verspreiden honderden tijdschriften per maand. Wanneer zij week na week met nieuwe tijdschriften teruggaan, letten zij vooral op degenen die belangstelling tonen. Om veel van de door hen aangetroffen belangstelling verder te helpen, hebben anderen in de gemeente hun gaven gebruikt om nabezoeken te brengen en studies op te richten.
6 Ga ermee voort je bekwaamheden om het goede nieuws op verschillende manieren aan te bieden, te vergroten. Zolang wij leven, zullen wij kunnen blijven leren en zullen er zich gelegenheden blijven voordoen om vorderingen te maken. Wanneer je er moeite voor doet om vorderingen te maken, raak dan niet ontmoedigd wanneer je in een bepaalde tak van dienst niet evenveel succes hebt als anderen. Verheug je in wat je kunt doen en maak een goed gebruik van je gaven.
7 Jehovah schept behagen in zijn dienstknechten die gelukkig zijn en zich in het doen van zijn wil verheugen. Laten wij er daarom mee voortgaan onszelf gewillig in zijn dienst aan te bieden en er behagen in scheppen dat wij onze gaven tot eer en lof van Jehovah gebruiken. — Ps. 110:3.