Herzien schema voor de theocratische bedieningsschool voor 1991 vanaf de week van 16 september
In het resterende deel van 1991 zullen voor de theocratische bedieningsschool de volgende regelingen gelden.
STUDIEBOEKEN: De Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift [bi12], „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig” [si] (uitgave 1991), U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven [pe], Redeneren aan de hand van de Schrift [rs] en Wat jonge mensen vragen — Praktische antwoorden [yp].
De school zal beginnen met lied, gebed en een verwelkoming, en dan als volgt verder gaan:
TOEWIJZING NR. 1: 15 minuten. Dit onderdeel zal door een ouderling of een bekwame dienaar in de bediening worden behandeld. Het zal gebaseerd zijn op de herziene en op ons afgelopen congres uitgegeven versie van „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”, (uitgave 1991). Deze toewijzing zal als een 10 tot 12 minuten durende instructielezing behandeld worden, gevolgd door een 3 tot 5 minuten durend mondeling overzicht waarbij de gedrukte vragen in het gedeelte worden gebruikt. Het doel dient niet alleen te zijn het materiaal te behandelen, maar ook de aandacht te vestigen op de praktische waarde van de besproken inlichtingen en te beklemtonen wat het meeste nut heeft voor de gemeente. Indien nodig dient er een thema gekozen te worden. Allen worden ertoe aangemoedigd zich goed voor te bereiden, zodat zij volledig voordeel kunnen trekken van dit materiaal.
De broeders aan wie deze lezing wordt toegewezen, dienen er zorgvuldig op te letten dat zij zich aan de tijd houden. Indien nodig mag persoonlijke raad worden gegeven.
HOOFDPUNTEN UIT HET BIJBELLEESPROGRAMMA: 6 minuten. Dit onderdeel zal door de schoolopziener of een andere bekwame ouderling behandeld worden of door een dienaar in de bediening die door de schoolopziener is aangewezen. Dit dient niet slechts een samenvatting van het toegewezen leesgedeelte te zijn. Help de toehoorders, na een kort algemeen overzicht van de toegewezen hoofdstukken te hebben gegeven, te beseffen waarom en hoe de inlichtingen waardevol voor ons zijn. Raadpleeg Wachttoren-uitgaven voor verdere hoofdpunten uit de stof. Hierna laat de schoolopziener de leerlingen naar hun verschillende klaslokalen gaan.
LEZING NR. 2: 5 minuten. Een toegewezen gedeelte uit de bijbel wordt door een broeder gelezen. Dit geldt zowel voor de hoofdzaal als voor de tweede en eventuele derde school. De leestoewijzingen zijn gewoonlijk kort genoeg om de leerling in de gelegenheid te stellen in zijn begin- en slotopmerkingen en zelfs bij passende punten tussendoor, korte verklarende inlichtingen te geven, bijvoorbeeld over de historische achtergrond, de profetische of leerstellige betekenis en de toepassing van beginselen. Alle toegewezen verzen dienen werkelijk voorgelezen te worden.
LEZING NR. 3: 5 minuten. Deze lezing zal aan zusters worden toegewezen en gebaseerd zijn op het Eeuwig leven-boek. De leerling aan wie het onderdeel wordt toegewezen, moet kunnen lezen. De leerling mag bij het houden van deze lezing zitten of staan. De schoolopziener zal één assistente toewijzen, maar er mogen er meer gebruikt worden. Het verdient de voorkeur om settingen te gebruiken die te maken hebben met de velddienst of informeel getuigenis geven. De zuster die de lezing houdt, mag zelf het gesprek beginnen om even de setting aan te geven of dit door haar assistente(n) laten doen. Niet de setting maar de stof behoort de voornaamste aandacht te krijgen. De leerling dient zich aan het aangegeven thema te houden.
LEZING NR. 4: 5 minuten. Deze lezing wordt aan een broeder of een zuster toegewezen. De onderwerpen voor deze lezing zullen beurtelings uit het Redeneren-boek en het Jonge mensen vragen-boek worden genomen, waarbij de lezing uit het laatstgenoemde boek hoofdzakelijk aan jongere of nieuwere leerlingen wordt toegewezen. De leerling aan wie de lezing wordt toegewezen, moet kunnen lezen. Wanneer een broeder deze lezing krijgt toegewezen, zal hij die houden als een lezing die tot de hele zaal is gericht. Het zal gewoonlijk het beste zijn wanneer de broeder zijn lezing voorbereidt met het publiek van de Koninkrijkszaal in gedachten, zodat de stof werkelijk leerzaam en nuttig zal zijn voor degenen die ernaar luisteren. Als de stof zich echter beter leent voor een andere praktische en geschikte setting, afgestemd op een ander soort publiek, mag de broeder verkiezen zijn lezing dienovereenkomstig uit te werken. De leerling dient zich aan het aangegeven thema te houden.
Wanneer het materiaal aan een zuster wordt toegewezen, dient het gebracht te worden zoals voor lezing nr. 3 is aangegeven.
RAADGEVINGEN EN OPMERKINGEN: Na elke oefenlezing zal de schoolopziener specifieke raad geven, waarbij hij zich niet noodzakelijkerwijs hoeft te houden aan de volgorde van de punten op het raadgevingenbriefje. In plaats daarvan zal zijn raad gericht zijn op specifieke terreinen die verbetering behoeven. Indien een leerling een „G” heeft verdiend en er geen andere spreekhoedanigheid is waar nog een „B” of een „W” achter staat, zal de raadgever het punt aangeven waaraan de leerling de volgende keer moet werken door achter het betreffende punt het hokje te omcirkelen waarin gewoonlijk de „G”, „B” of „W” komt te staan. Hij zal de leerling er die avond van op de hoogte brengen en deze spreekhoedanigheid ook vermelden op het eerstvolgende toewijzingsbriefje (S-89) voor de leerling. Degenen die een lezing houden, zullen vooraan in de zaal gaan zitten. Dit zal tijd besparen en zal de schoolopziener in staat stellen zijn raad rechtstreeks tot de leerling te richten. Als de tijd het toelaat, kan de raadgever, nadat hij de noodzakelijke mondelinge raad heeft gegeven, opmerkingen maken over informatieve en praktische punten die niet door de leerlingen behandeld zijn. De schoolopziener dient er echt op te letten na iedere oefenlezing niet meer dan in totaal twee minuten voor zijn raad en opmerkingen te gebruiken. Als het overzicht van de bijbelse hoogtepunten iets te wensen overlaat, kan er persoonlijk raad worden gegeven.
HET VOORBEREIDEN VAN LEZINGEN: Broeders aan wie toewijzing nr. 1 is gegeven, dienen zo nodig een thema te kiezen. Leerlingen die de tweede lezing toegewezen hebben gekregen, dienen een thema te kiezen waardoor het materiaal zo goed mogelijk tot zijn recht komt. Leerlingen aan wie de derde en vierde lezing is toegewezen, dienen zich aan het aangegeven thema te houden. Alvorens de lezing te houden, zullen leerlingen in het Handleiding-boek het materiaal willen doorlezen over de spreekhoedanigheid waaraan zij moeten werken.
TIJDSBEPALING: Geen enkele lezing mag over tijd gaan, en dat geldt ook voor de raad en opmerkingen van de raadgever. De schoolopziener dient lezingen nr. 2 tot en met 4 tactvol te doen eindigen wanneer de tijd om is. Degene die het „stopteken” moet geven, dient dat prompt te doen nadat de tijd verstreken is. Indien de broeder die toewijzing nr. 1 behandelt, over tijd gaat, zal hem persoonlijk raad gegeven worden. Allen dienen zorgvuldig op hun tijdsbepaling te letten. Het totale programma, zonder lied en gebed, duurt 45 minuten.
SCHRIFTELIJK OVERZICHT: Van tijd tot tijd zal er een schriftelijk overzicht worden gehouden. Neem, om je hierop voor te bereiden, het toegewezen materiaal nog eens door en lees het toegewezen bijbelgedeelte uit. Kijk de vragen in de uitgaven van Onze Koninkrijksdienst van april, augustus en december na, maar maak geen aantekeningen op de vragenlijst voordat je het overzicht maakt. Tijdens dit 25 minuten durende overzicht mag alleen de bijbel worden gebruikt. De rest van de tijd zal worden besteed aan een bespreking van de vragen en antwoorden. Iedere leerling zal zijn eigen antwoorden nazien. De schoolopziener zal de antwoorden voorlezen en de meeste aandacht besteden aan de moeilijkere vragen, waarbij hij allen zal helpen de antwoorden duidelijk te begrijpen. Als de plaatselijke omstandigheden het om een of andere reden noodzakelijk maken, mag het schriftelijk overzicht een week later worden gehouden dan op het schema staat aangegeven.
GROTE EN KLEINE GEMEENTEN: Gemeenten waar 50 of meer leerlingen voor de school staan ingeschreven, willen er misschien regelingen voor treffen dat aparte groepjes leerlingen de op het schema vermelde lezingen voor andere raadgevers houden. Natuurlijk kunnen niet-gedoopte personen wier levenswijze in overeenstemming is met christelijke beginselen, zich eveneens voor de school laten inschrijven en toewijzingen ontvangen.
AFWEZIGEN: Allen in de gemeente kunnen hun waardering voor de school tonen door ernaar te streven iedere week aanwezig te zijn, hun toewijzingen goed voor te bereiden en deel te nemen aan vraag-en-antwoordbesprekingen. Wij hopen dat alle leerlingen hun toewijzingen gewetensvol zullen bezien. Wanneer een leerling die een lezing moet houden, niet aanwezig is, mag een vrijwilliger die toewijzing behartigen, terwijl hij, naar de mate dat hij zich op zo’n korte termijn daartoe in staat voelt, de toepassing van het materiaal doet uitkomen. Ook kan de schoolopziener de stof behandelen met passende zaaldeelname.
SCHEMA
16 sept. Bijbellezen: Genesis 36 t/m 38
Lied nr. 115
Nr. 1: Voordelen van de Nieuwe-Wereldvertaling — Deel 1 (si 327, 328, §1-6)
Nr. 2: Genesis 37:5-11, 25-28
Nr. 3: Welke geboden moeten mannen en vrouwen gehoorzamen? (pe hfdst. 29, §16, 17)
Nr. 4: Waaruit blijkt dat Gods volk een verenigd volk is? (rs 336, §4, 5 – 337, §1)
23 sept. Bijbellezen: Genesis 39 t/m 41
Lied nr. 38
Nr. 1: Voordelen van de Nieuwe-Wereldvertaling — Deel 2 (si 328, 329, §7-10)
Nr. 2: Genesis 39:7-10, 17-23
Nr. 3: Waarom moeten huwelijkspartners elkaar trouw zijn? (pe hfdst. 29, §18, 19)
Nr. 4: Hoe depressiviteit te bestrijden (yp hfdst. 13, blz. 111, §4 – blz. 114)
30 sept. Bijbellezen: Genesis 42 t/m 44
Lied nr. 164
Nr. 1: Voordelen van de Nieuwe-Wereldvertaling — Deel 3 (si 329, 330, §11-18)
Nr. 2: Genesis 44:18-34
Nr. 3: Welke tweeledige verplichting rust er op ouders? (pe hfdst. 29, §20, 21)
Nr. 4: Wat zijn drie manieren waarop Gods organisatie geïdentificeerd kan worden? (rs 337, §2-4)
7 okt. Bijbellezen: Genesis 45 t/m 47
Lied nr. 221
Nr. 1: Voordelen van de Nieuwe-Wereldvertaling — Deel 4 (si 331, §19-23)
Nr. 2: Genesis 45:1-13
Nr. 3: Welk gebod moeten kinderen gehoorzamen? (pe hfdst. 29, §22)
Nr. 4: Hoe kun je alleen zijn, maar toch niet eenzaam? (yp hfdst. 14, blz. 115-117)
14 okt. Bijbellezen: Genesis 48 t/m 50
Lied nr. 180
Nr. 1: De archeologie en het geïnspireerde verslag — Deel 1 (si 332, §1-5)
Nr. 2: Genesis 49:1-12
Nr. 3: Waarom dient een gezin gezamenlijk de bijbel te bestuderen? (pe hfdst. 29, §23)
Nr. 4: Nog vier manieren waarop Gods organisatie geïdentificeerd kan worden (rs 337, §5-8)
21 okt. Bijbellezen: Exodus 1 t/m 4
Lied nr. 68
Nr. 1: De archeologie en het geïnspireerde verslag — Deel 2 (si 333-335, §6-11)
Nr. 2: Exodus 3:6-10, 13-17
Nr. 3: Hoe dienen huwelijkspartners elkaars tekortkomingen te bezien? (pe hfdst. 29, §24, 25)
Nr. 4: Het geneesmiddel voor eenzaamheid (yp hfdst. 14, blz. 118-120)
28 okt. Bijbellezen: Exodus 5 t/m 8
Lied nr. 86
Nr. 1: De archeologie en het geïnspireerde verslag — Deel 3 (si 335-336, §12-15)
Nr. 2: Exodus 6:1-13
Nr. 3: Het opvolgen van welke bijbelse raad zal huwelijkspartners helpen hun problemen op te lossen? (pe hfdst. 29, §26, 27)
Nr. 4: Welke schriftplaatsen spreken over een aards paradijs? (rs 338, §5 – 339, §2)
4 nov. Bijbellezen: Exodus 9 t/m 12
Lied nr. 159
Nr. 1: De archeologie en het geïnspireerde verslag — Deel 4 (si 336, 337, §16-22)
Nr. 2: Exodus 12:1-13
Nr. 3: Wat is het bijbelse standpunt inzake echtscheiding? (pe hfdst. 29, §28, 29)
Nr. 4: Verlegenheid begrijpen (yp hfdst. 15, blz. 121, 122)
11 nov. Bijbellezen: Exodus 13 t/m 16
Lied nr. 171
Nr. 1: De bijbel — authentiek en waar — Deel 1 (si 337, 338, §1-8)
Nr. 2: Exodus 14:19-31
Nr. 3: Hoe kunnen ouders met hun kinderen redeneren? (pe hfdst. 29, §30-33)
Nr. 4: Het paradijs (Lukas 23:43) is geen deel van Hades (rs 339, §3 – 340 §2)
18 nov. Bijbellezen: Exodus 17 t/m 20
Lied nr. 139
Nr. 1: De bijbel — authentiek en waar — Deel 2 (si blz. 339, §9-13)
Nr. 2: Exodus 20:1-17
Nr. 3: Welke fundamentele stappen moeten worden gedaan om op de weg ten leven te komen? (pe hfdst. 30, §1-3)
Nr. 4: Hoe je verlegenheid kunt overwinnen (yp hfdst. 15, blz. 123-126)
25 nov. Bijbellezen: Exodus 21 t/m 24
Lied nr. 95
Nr. 1: De bijbel — authentiek en waar — Deel 3 (si 340, §14, 15)
Nr. 2: Exodus 24:1-11
Nr. 3: Waar zal waardering voor Gods goedheid ons toe bewegen? (pe hfdst. 30, §4, 5)
Nr. 4: Waarom kan de boosdoener van Lukas 23:43 niet naar de hemel zijn gegaan? (rs 340, §3, 4)
2 dec. Bijbellezen: Exodus 25 t/m 28
Lied nr. 13
Nr. 1: De bijbel — authentiek en waar — Deel 4 (si 340, 341, §16-20)
Nr. 2: Exodus 25:1-16
Nr. 3: Welke stappen moet men in verband met de opdracht doen, en in navolging van wie? (pe hfdst. 30, §6-8)
Nr. 4: Verdriet verwerken (yp hfdst. 16)
9 dec. Bijbellezen: Exodus 29 t/m 32
Lied nr. 143
Nr. 1: De bijbel — authentiek en waar — Deel 5 (si 341, 342, §21-25)
Nr. 2: Exodus 32:19, 20, 25-35
Nr. 3: Aan welk werk moet een opgedragen persoon deelnemen? (pe hfdst. 30 §9, 10)
Nr. 4: Hoe weten wij dat Jezus in Lukas 23:43 naar een aards paradijs verwees (rs 341, §1, 2)
16 dec. Bijbellezen: Exodus 33 t/m 36
Lied nr. 144
Nr. 1: De geïnspireerde Schrift is tot eeuwig nut — Deel 1 (si 349, 350, §1-7)
Nr. 2: Exodus 34:1-10, 12-14
Nr. 3: Wat is vereist om het goede nieuws te prediken? (pe hfdst. 30, §11, 12)
Nr. 4: De christelijke zienswijze met betrekking tot de school (yp hfdst. 17)
23 dec. Bijbellezen: Exodus 37 t/m 40
Lied nr. 202
Nr. 1: De geïnspireerde Schrift is tot eeuwig nut — Deel 2 (si 350-352, §8-16)
Nr. 2: Exodus 39:32-43
Nr. 3: Hoe geeft iemand te kennen dat hij voor eeuwig leven heeft gekozen? (pe hfdst. 30, §13-15)
Nr. 4: Hoe alleen kunnen wij ware kennis en wijsheid verwerven? (rs 145, §1, 2)
30 dec. Schriftelijk overzicht. Lees Genesis 29 tot en met Exodus 40 uit.
Lied nr. 85