Schema voor de theocratische bedieningsschool voor 1994
RICHTLIJNEN
In 1994 zullen voor de theocratische bedieningsschool de volgende regelingen gelden.
STUDIEBOEKEN: De Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift [bi12], Verenigd in de aanbidding van de enige ware God [uw], „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig” (uitgave 1991) [si], De grootste mens die ooit heeft geleefd [gt], en „Bijbelse onderwerpen voor gesprekken” die in de Nieuwe-Wereldvertaling staan [*td], zullen als basis voor toewijzingen worden gebruikt.
De school zal beginnen met lied, gebed en een verwelkoming, en dan als volgt verder gaan:
TOEWIJZING NR. 1: 15 minuten. Deze lezing zal door een ouderling of een bekwame dienaar in de bediening worden behandeld, en zal gebaseerd zijn op Verenigd in de aanbidding van de enige ware God of „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”. Deze toewijzing zal als een 10 tot 12 minuten durende instructielezing behandeld worden, gevolgd door een 3 tot 5 minuten durend mondeling overzicht waarbij de gedrukte vragen in de publikatie worden gebruikt. Het doel dient niet slechts te zijn het materiaal te behandelen, maar de aandacht te vestigen op de praktische waarde van de besproken inlichtingen en te beklemtonen wat het meeste nut heeft voor de gemeente. Het aangegeven thema dient te worden gebruikt. Allen worden ertoe aangemoedigd zich grondig voor te bereiden, zodat zij volledig voordeel kunnen trekken van dit materiaal.
De broeders aan wie deze lezing wordt toegewezen, dienen er zorgvuldig op te letten dat zij zich aan de tijd houden. Indien nodig of als de spreker hier van tevoren om heeft gevraagd, kan er onder vier ogen raad worden gegeven.
HOOFDPUNTEN UIT HET BIJBELLEESPROGRAMMA: 6 minuten. Dit onderdeel zal door de schoolopziener of door een andere ouderling of een dienaar in de bediening worden behandeld, die de stof doeltreffend op de plaatselijke behoeften zal toepassen. Dit dient niet slechts een samenvatting van het toegewezen leesgedeelte te zijn. Beperk het algemene overzicht van de toegewezen hoofdstukken dat in het begin wordt gegeven tot 30 tot 60 seconden. Het voornaamste doel is de toehoorders te helpen beseffen waarom en hoe de inlichtingen waardevol voor ons zijn. Hierna laat de schoolopziener de leerlingen naar hun verschillende klaslokalen gaan.
LEZING NR. 2: 5 minuten. Een toegewezen gedeelte uit de bijbel wordt door een broeder gelezen. Dit geldt zowel voor de hoofdzaal als voor de tweede en eventuele derde school. De leestoewijzingen zijn gewoonlijk kort genoeg om de leerling in de gelegenheid te stellen in zijn begin- en slotopmerkingen korte verklarende inlichtingen te geven, bijvoorbeeld over de historische achtergrond, de profetische of leerstellige betekenis en de toepassing van beginselen. Alle toegewezen verzen dienen werkelijk en zonder onderbreking voorgelezen te worden. Natuurlijk mag de leerling, wanneer de te lezen verzen niet opeenvolgend zijn, het vers noemen waar verder gelezen zal worden.
LEZING NR. 3: 5 minuten. Deze lezing zal aan zusters worden toegewezen. De onderwerpen voor deze lezing zullen gebaseerd zijn op het boek De grootste mens die ooit heeft geleefd. De leerling aan wie het onderdeel wordt toegewezen, moet kunnen lezen. De leerling mag bij het houden van deze lezing zitten of staan. De schoolopziener zal één assistente toewijzen, maar er mogen er meer gebruikt worden. Het verdient de voorkeur om settingen te gebruiken die te maken hebben met de velddienst of informeel getuigenis geven. De zuster die de lezing houdt, mag zelf het gesprek beginnen om even de setting aan te geven of dit door haar assistente(n) laten doen. Niet de setting maar de stof behoort de voornaamste aandacht te krijgen. De leerling dient zich aan het aangegeven thema te houden.
LEZING NR. 4: 5 minuten. Deze lezing wordt aan een broeder of een zuster toegewezen, en zal gebaseerd zijn op „Bijbelse onderwerpen voor gesprekken” die in de Nieuwe-Wereldvertaling staan. Wanneer een broeder deze lezing krijgt toegewezen, zal hij die houden als een lezing die tot de hele zaal is gericht. Het zal gewoonlijk het beste zijn wanneer de broeder zijn lezing voorbereidt met het publiek van de Koninkrijkszaal in gedachten, zodat de stof werkelijk leerzaam en nuttig zal zijn voor degenen die ernaar luisteren. Als de stof zich echter beter leent voor een andere praktische en geschikte setting, afgestemd op een ander soort publiek, mag de broeder verkiezen zijn lezing dienovereenkomstig uit te werken. De leerling dient zich aan het aangegeven thema te houden.
Wanneer het materiaal aan een zuster wordt toegewezen, dient het gebracht te worden zoals voor lezing nr. 3 is aangegeven.
RAADGEVINGEN EN OPMERKINGEN: Na elke oefenlezing zal de schoolopziener specifieke raad geven, waarbij hij zich niet noodzakelijkerwijs hoeft te houden aan de volgorde van de punten op het raadgevingenbriefje. In plaats daarvan zal zijn raad gericht zijn op specifieke terreinen die verbetering behoeven. Indien een leerling een „G” heeft verdiend en er geen andere spreekhoedanigheid is waar nog een „B” of een „W” achter staat, zal de raadgever het punt aangeven waaraan de leerling de volgende keer moet werken door achter het betreffende punt het hokje te omcirkelen waarin gewoonlijk de „G”, „B” of „W” komt te staan. Hij zal de leerling er die avond van op de hoogte brengen en deze spreekhoedanigheid ook vermelden op het eerstvolgende toewijzingsbriefje (S-89) voor de leerling. Degenen die een lezing houden, zullen vooraan in de zaal gaan zitten. Dit zal tijd besparen en zal de schoolopziener in staat stellen zijn raad rechtstreeks tot de leerling te richten. Als de tijd het toelaat, kan de raadgever, nadat hij de noodzakelijke mondelinge raad heeft gegeven, opmerkingen maken over informatieve en praktische punten die niet door de leerlingen behandeld zijn. De schoolopziener dient er echt op te letten na iedere oefenlezing niet meer dan in totaal twee minuten voor zijn raad en opmerkingen te gebruiken. Als het overzicht van de bijbelse hoogtepunten iets te wensen overlaat, kan er onder vier ogen raad worden gegeven.
HET VOORBEREIDEN VAN LEZINGEN: Voordat leerlingen een toegewezen lezing voorbereiden, dienen zij in het Handleiding-boek het materiaal over de spreekhoedanigheid waaraan zij moeten werken zorgvuldig door te lezen. Leerlingen die de tweede lezing toegewezen hebben gekregen, dienen een thema te kiezen dat past bij het bijbelgedeelte dat gelezen zal worden. Andere lezingen zullen worden uitgewerkt in overeenstemming met het thema dat op het schema staat aangegeven.
TIJDSBEPALING: Geen enkele lezing mag over tijd gaan, en dat geldt ook voor de raad en opmerkingen van de raadgever. De schoolopziener dient lezingen nr. 2 tot en met 4 tactvol te doen eindigen wanneer de tijd om is. Degene die het stopteken moet geven, dient dat prompt te doen nadat de tijd verstreken is. Indien de broeders die toewijzing nr. 1 en het bijbelleesprogramma behandelen, over tijd gaan, zal hun onder vier ogen raad gegeven worden. Allen dienen zorgvuldig op hun tijdsbepaling te letten. Het totale programma, zonder lied en gebed, duurt 45 minuten.
SCHRIFTELIJK OVERZICHT: Van tijd tot tijd zal er een schriftelijk overzicht worden gehouden. Neem, om je hierop voor te bereiden, het toegewezen materiaal nog eens door en lees het toegewezen bijbelgedeelte uit. Tijdens dit 25 minuten durende overzicht mag alleen de bijbel worden gebruikt. De rest van de tijd zal worden besteed aan een bespreking van de vragen en antwoorden. Iedere leerling zal zijn eigen overzicht nazien. De schoolopziener zal de antwoorden op de overzichtsvragen met de zaal doornemen en de meeste aandacht besteden aan de moeilijkere vragen, waarbij hij allen zal helpen de antwoorden duidelijk te begrijpen. Als de plaatselijke omstandigheden het om een of andere reden noodzakelijk maken, mag het schriftelijk overzicht een week later worden gehouden dan op het schema staat aangegeven.
GROTE GEMEENTEN: Gemeenten waar 50 of meer leerlingen voor de school staan ingeschreven, willen er misschien regelingen voor treffen dat aparte groepjes leerlingen de op het schema vermelde lezingen voor andere raadgevers houden. Natuurlijk kunnen niet-gedoopte personen wier levenswijze in overeenstemming is met christelijke beginselen, zich eveneens voor de school laten inschrijven en toewijzingen ontvangen.
AFWEZIGEN: Allen in de gemeente kunnen hun waardering voor deze school tonen door ernaar te streven iedere week aanwezig te zijn, hun toewijzingen goed voor te bereiden en deel te nemen aan vraag-en-antwoordbesprekingen. Wij hopen dat alle leerlingen hun toewijzingen gewetensvol zullen bezien. Wanneer een leerling die een lezing moet houden, niet aanwezig is, mag een vrijwilliger die toewijzing behartigen, terwijl hij, naar de mate dat hij zich op zo’n korte termijn daartoe in staat voelt, de toepassing van het materiaal doet uitkomen. Ook kan de schoolopziener de stof behandelen met passende zaaldeelname.
SCHEMA
*td – „Bijbelse onderwerpen voor gesprekken” die in de Nieuwe-Wereldvertaling staan
3 jan. Bijbellezen: Nehemia 9 t/m 11
Nr. 1: Hoe ware christelijke eenheid tot stand wordt gebracht (uw 5-7, §1-7)
Nr. 2: Nehemia 9:4, 26-33, 36-38
Nr. 3: Dingen doen die werkelijke waarde voor God hebben (gt hfdst. 83)
Nr. 4: *td 1A Gods voornemen met de aarde
10 jan. Bijbellezen: Nehemia 12 en 13
Nr. 1: Nehemia — Waarom nuttig (si 90, 91, §16-19)
Nr. 2: Nehemia 13:15-18, 23-31
Nr. 3: De verantwoordelijkheid van het discipelschap (gt hfdst. 84)
Nr. 4: *td 1B De aarde zal altijd bewoond worden
17 jan. Bijbellezen: Esther 1 t/m 5
Nr. 1: Inleiding tot Esther (si 91, 92, §1-6)
Nr. 2: Esther 4:6-17
Nr. 3: Pas op voor zelfrechtvaardigheid en waardeer nederigheid (gt hfdst. 85)
Nr. 4: *td 39A Hoe valse profeten te identificeren
24 jan. Bijbellezen: Esther 6 t/m 10
Nr. 1: Esther — Waarom nuttig (si 94, §16-18)
Nr. 2: Esther 6:1-13
Nr. 3: De verloren zoon en zijn liefdevolle vader (gt hfdst. 86, §1-9)
Nr. 4: *td 17A Waarom geestelijke genezing van levensbelang is
31 jan. Bijbellezen: Job 1 t/m 3
Nr. 1: Inleiding tot Job (si 95, 96, §1-6)
Nr. 2: Job 2:1-13
Nr. 3: De terugkeer van de verloren zoon is van invloed op anderen (gt hfdst. 86, §10-20)
Nr. 4: *td 17B Gods koninkrijk zal blijvende lichamelijke genezing brengen
7 febr. Bijbellezen: Job 4 t/m 6
Nr. 1: Essentiële factoren voor christelijke eenheid (uw 8, §8 t/m 8 [3])
Nr. 2: Job 6:1-11, 29, 30
Nr. 3: Met praktische wijsheid voor de toekomst zorgen (gt hfdst. 87)
Nr. 4: *td 17C Hedendaagse gebedsgenezing geen bewijs van Gods goedkeuring
14 febr. Bijbellezen: Job 7 t/m 9
Nr. 1: Factoren die tot christelijke eenheid bijdragen (uw 9, §8 [4] t/m 9)
Nr. 2: Job 9:1-15
Nr. 3: De rijke man en Lazarus (gt hfdst. 88, §1-10)
Nr. 4: *td 17D Spreken in talen slechts een tijdelijke voorziening
21 febr. Bijbellezen: Job 10 t/m 12
Nr. 1: Ware christenen vermijden verdeeldheid veroorzakende invloeden (uw 10, 11, §10-12)
Nr. 2: Job 12:1-16
Nr. 3: Wat de illustratie van de rijke man en Lazarus betekent (gt hfdst. 88, §11-21)
Nr. 4: *td 20A Slechts 144.000 gaan naar de hemel
28 febr. Bijbellezen: Job 13 t/m 15
Nr. 1: Ken en waardeer Jehovah (uw 12, 13, §1-4)
Nr. 2: Job 13:1-13
Nr. 3: Op een missie van barmhartigheid naar Judea (gt hfdst. 89)
Nr. 4: *td 19A Er is geen letterlijk vuur in de hel
7 maart Bijbellezen: Job 16 t/m 18
Nr. 1: Volg Jehovah’s voorbeeld van liefde na (uw 14, 15, §5-7)
Nr. 2: Job 16:1-11, 22
Nr. 3: Jezus spreekt over de opstandingshoop (gt hfdst. 90)
Nr. 4: *td 19B Vuur is een symbool van vernietiging
14 maart Bijbellezen: Job 19 en 20
Nr. 1: Help mensen de waarheid over God te weten te komen (uw 15-17, §8 t/m 11 [2])
Nr. 2: Job 19:14-29
Nr. 3: Jezus wekt Lazarus op (gt hfdst. 91)
Nr. 4: *td 19C Verslag rijke man en Lazarus geen bewijs van eeuwige pijniging
21 maart Bijbellezen: Job 21 en 22
Nr. 1: Er is slechts één Jehovah (uw 17, 18, §11 [3] t/m 12)
Nr. 2: Job 21:19-34
Nr. 3: Toon dankbaarheid voor Gods goedheid (gt hfdst. 92)
Nr. 4: *td 13A Eerste christenen vierden geen verjaardagen of Kerstmis
28 maart Bijbellezen: Job 23 t/m 26
Nr. 1: Wat het betekent in Gods naam te wandelen (uw 18, 19, §13-15)
Nr. 2: Job 24:1, 2, 14-25
Nr. 3: Als de Zoon des mensen wordt geopenbaard (gt hfdst. 93)
Nr. 4: *td 5A Het gebruik van beelden bij de aanbidding strekt God tot oneer
4 april Bijbellezen: Job 27 t/m 29
Nr. 1: Help anderen de bijbel als Gods Woord te aanvaarden (uw 20-22, §1-6)
Nr. 2: Job 29:2-18
Nr. 3: De noodzaak van gebed en van nederigheid (gt hfdst. 94)
Nr. 4: *td 5B Beeldenaanbidding droeg bij tot Israëls ondergang
11 april Bijbellezen: Job 30 en 31
Nr. 1: Lees de bijbel dagelijks (uw 23-25, §7-11)
Nr. 2: Job 31:23-37
Nr. 3: Lessen over echtscheiding en liefde voor kinderen (gt hfdst. 95)
Nr. 4: *td 5C „Relatieve” aanbidding wordt niet door God goedgekeurd
18 april Bijbellezen: Job 32 en 33
Nr. 1: Studeer om Jehovah te leren kennen (uw 25, 26, §12 t/m 12 [1])
Nr. 2: Job 33:1-6, 23-33
Nr. 3: Jezus en een rijke jonge regeerder (gt hfdst. 96)
Nr. 4: *td 22A Ware eenheid komt niet door middel van intergeloof tot stand
25 april Schriftelijk overzicht. Lees Nehemia 9 tot en met Job 33 uit
2 mei Bijbellezen: Job 34 t/m 36
Nr. 1: Beschouw het thema van de bijbel en de context van schriftplaatsen (uw 26, §12 [2] en 12 [3])
Nr. 2: Job 34:1-15
Nr. 3: Jezus’ illustratie van de wijngaard (gt hfdst. 97)
Nr. 4: *td 22B „In alle religies iets goeds” is niet waar
9 mei Bijbellezen: Job 37 en 38
Nr. 1: Pas het geleerde persoonlijk toe en deel het met anderen (uw 26-28, §12 [4] t/m 13)
Nr. 2: Job 37:5-14, 23, 24
Nr. 3: Jezus bereidt zijn discipelen voor op wat hun te wachten staat (gt hfdst. 98)
Nr. 4: *td 23A Christenen dienen Gods persoonlijke naam te gebruiken
16 mei Bijbellezen: Job 39 en 40
Nr. 1: Wat de profeten over Jezus zeggen (uw 29-31, §1-6)
Nr. 2: Job 40:1-14
Nr. 3: Jezus brengt een verloren zoon van Abraham weer op de rechte weg (gt hfdst. 99)
Nr. 4. *td 23B Waarheden omtrent Gods bestaan
23 mei Bijbellezen: Job 41 en 42
Nr. 1: Job — Waarom nuttig (si 100, §39-43)
Nr. 2: Job 42:1-10, 12-17
Nr. 3: De illustratie van de minen (gt hfdst. 100)
Nr. 4: *td 23C Gods eigenschappen vaststellen
30 mei Bijbellezen: Psalm 1 t/m 6
Nr. 1: Inleiding tot Psalmen — Deel 1 (si 101, §1-5)
Nr. 2: Psalm 2:1-12
Nr. 3: Jezus verdedigt Maria wegens haar voortreffelijke daad (gt hfdst. 101)
Nr. 4: *td 23D Niet allen dienen dezelfde God
6 juni Bijbellezen: Psalm 7 t/m 10
Nr. 1: Inleiding tot Psalmen — Deel 2 (si 102, §6-11)
Nr. 2: Psalm 8:1–9:5
Nr. 3: Christus’ zegepralende intocht in Jeruzalem (gt hfdst. 102)
Nr. 4: *td 24A De oorsprong van Jehovah’s Getuigen
13 juni Bijbellezen: Psalm 11 t/m 17
Nr. 1: Schenk aandacht aan profetische beelden (uw 32, 33, §7 t/m 8 [2])
Nr. 2: Psalm 14:1–15:5
Nr. 3: Jezus veroordeelt degenen die Gods tempel verontreinigen (gt hfdst. 103)
Nr. 4: *td 25A Jezus is Gods Zoon en aangestelde Koning
20 juni Bijbellezen: Psalm 18 t/m 20
Nr. 1: Onze hogepriester afgeschaduwd (uw 33, §8 [3] en 8 [4])
Nr. 2: Psalm 19:1-14
Nr. 3: Gods stem voor de derde maal gehoord (gt hfdst. 104)
Nr. 4: *td 25B Geloof in Jezus Christus is noodzakelijk voor redding
27 juni Bijbellezen: Psalm 21 t/m 24
Nr. 1: Waarom berouw en geloof onontbeerlijk zijn (uw 33-37, §9-14)
Nr. 2: Psalm 23:1–24:10
Nr. 3: Wat de vervloekte vijgeboom afbeeldt (gt hfdst. 105)
Nr. 4: *td 25C Meer vereist dan geloof in Jezus
4 juli Bijbellezen: Psalm 25 t/m 29
Nr. 1: Gehoorzaamheid aan God brengt ware vrijheid (uw 38-40, §1-5)
Nr. 2: Psalm 26:1-12
Nr. 3: Hoe de religieuze leiders worden ontmaskerd (gt hfdst. 106)
Nr. 4: *td 27A Wat Gods koninkrijk voor de mensheid zal doen
11 juli Bijbellezen: Psalm 30 t/m 33
Nr. 1: Waar in deze tijd ware vrijheid te vinden is (uw 40-42, §6-9)
Nr. 2: Psalm 32:1-11
Nr. 3: Wat de illustratie van het bruiloftsfeest afbeeldt (gt hfdst. 107)
Nr. 4: *td 27B De Koninkrijksregering begint als Christus’ vijanden nog actief zijn
18 juli Bijbellezen: Psalm 34 t/m 36
Nr. 1: Wereldse vrijheid is in werkelijkheid slavernij (uw 42, 43, §10-12)
Nr. 2: Psalm 36:1-12
Nr. 3: Zij kunnen Jezus niet vangen (gt hfdst. 108)
Nr. 4: *td 27C Koninkrijk van God komt niet als gevolg van menselijke krachtsinspanningen tot stand
25 juli Bijbellezen: Psalm 37 t/m 39
Nr. 1: Hoe slechte omgang te herkennen (uw 44, 45, §13, 14)
Nr. 2: Psalm 37:23-38
Nr. 3: Jezus veroordeelt zijn tegenstanders (gt hfdst. 109)
Nr. 4: *td 29A Wat „het einde van de wereld” betekent
1 aug. Bijbellezen: Psalm 40 t/m 44
Nr. 1: De grote strijdvraag waarmee iedereen wordt geconfronteerd (uw 46, 47, §1-3)
Nr. 2: Psalm 41:1-13
Nr. 3: Jezus’ bediening in de tempel is voltooid (gt hfdst. 110)
Nr. 4: *td 29B Ons bewust blijven van het bewijs dat wij in de laatste dagen leven
8 aug. Bijbellezen: Psalm 45 t/m 49
Nr. 1: Volg het geloof van loyalen na (uw 47-52, §4-11)
Nr. 2: Psalm 45:1-7, 10-17
Nr. 3: Jezus geeft het teken van de laatste dagen (gt hfdst. 111, §1-11)
Nr. 4: *td 30A God belooft de gehoorzame mensheid eeuwig leven
15 aug. Bijbellezen: Psalm 50 t/m 52
Nr. 1: De waarheid eert Jehovah (uw 52-54, §12-15)
Nr. 2: Psalm 51:1-17
Nr. 3: Jezus vertelt meer over de laatste dagen (gt hfdst. 111, §12-19)
Nr. 4: *td 30B Alleen de leden van Christus’ lichaam gaan naar de hemel
22 aug. Bijbellezen: Psalm 53 t/m 57
Nr. 1: Wat Gods toelating van het kwaad ons leert (uw 55-57, §1-7)
Nr. 2: Psalm 55:1, 2, 12-23
Nr. 3: De wijze en de dwaze maagden (gt hfdst. 111, §20-28)
Nr. 4: *td 30C Aan onbeperkt aantal „andere schapen” eeuwig leven beloofd
29 aug. Schriftelijk overzicht. Lees Job 34 tot en met Psalm 57 uit
5 sept. Bijbellezen: Psalm 58 t/m 62
Nr. 1: Nooit is er onrechtvaardigheid bij God (uw 58-61, §8-16)
Nr. 2: Psalm 62:1-12
Nr. 3: De illustratie van de talenten (gt hfdst. 111, §29-37)
Nr. 4: *td 21A De huwelijksverbintenis moet eerbaar zijn
12 sept. Bijbellezen: Psalm 63 t/m 67
Nr. 1: Vertrouw op Jehovah — Weersta goddeloze geestenkrachten (uw 62-64, §1-5)
Nr. 2: Psalm 65:1-13
Nr. 3: Wanneer Christus in Koninkrijksmacht komt (gt hfdst. 111, §38-46)
Nr. 4: *td 21B Gezagsbeginsel moet door christenen gerespecteerd worden
19 sept. Bijbellezen: Psalm 68 en 69
Nr. 1: Wees op uw hoede voor de sluwe methoden van de Duivel (uw 64-67, §6-12)
Nr. 2: Psalm 68:1-11, 32-35
Nr. 3: Jezus’ laatste Pascha is nabij (gt hfdst. 112)
Nr. 4: *td 21C De verantwoordelijkheid van christelijke ouders voor kinderen
26 sept. Bijbellezen: Psalm 70 t/m 73
Nr. 1: Doe de volledige wapenrusting van God aan (uw 67-69, §13-15)
Nr. 2: Psalm 72:1-20
Nr. 3: Jezus geeft een les in nederigheid (gt hfdst. 113)
Nr. 4: *td 21D Christenen mogen alleen met christenen trouwen
3 okt. Bijbellezen: Psalm 74 t/m 77
Nr. 1: Kennis, geloof en de opstanding (uw 70-73, §1-7)
Nr. 2: Psalm 76:1-12
Nr. 3: Jezus stelt de Gedachtenisviering in (gt hfdst. 114)
Nr. 4: *td 21E Ware christenen zijn niet polygaam
10 okt. Bijbellezen: Psalm 78 en 79
Nr. 1: Jezus heeft de sleutels van de dood en van Hades (uw 73-77, §8-15)
Nr. 2: Psalm 79:1-13
Nr. 3: Jezus leert zijn discipelen geduldig liefde en nederigheid (gt hfdst. 115)
Nr. 4: *td 32A Maria was de moeder van Jezus, niet de „moeder Gods”
17 okt. Bijbellezen: Psalm 80 t/m 85
Nr. 1: Heb waardering voor Gods blijvende koninkrijk (uw 78-81, §1-9)
Nr. 2: Psalm 83:1-18
Nr. 3: Jezus bereidt de apostelen voor op zijn heengaan (gt hfdst. 116, §1-14)
Nr. 4: *td 32B De bijbel laat zien dat Maria niet „altijd maagd” is gebleven
24 okt. Bijbellezen: Psalm 86 t/m 89
Nr. 1: Het Koninkrijk zal Gods oorspronkelijke voornemen verwezenlijken (uw 81, 82, §10-12)
Nr. 2: Psalm 86:1-17
Nr. 3: Wie Jezus’ ware vrienden zijn (gt hfdst. 116, §15-25)
Nr. 4: *td 3A Wat de Schrift over het Avondmaal zegt
31 okt. Bijbellezen: Psalm 90 t/m 94
Nr. 1: Wat het Koninkrijk reeds tot stand heeft gebracht (uw 83-86, §13-15)
Nr. 2: Psalm 90:1-17
Nr. 3: Jezus bereidt zijn discipelen voor en moedigt hen aan (gt hfdst. 116, §26-37)
Nr. 4: *td 3B Het opdragen van de mis is onschriftuurlijk
7 nov. Bijbellezen: Psalm 95 t/m 101
Nr. 1: Hoe wij eerst het Koninkrijk zoeken (uw 87-89, §1-6)
Nr. 2: Psalm 100:1–101:8
Nr. 3: Jezus’ slotgebed in de bovenkamer (gt hfdst. 116, §38-51)
Nr. 4: *td 4A Alle christenen moeten bedienaren zijn
14 nov. Bijbellezen: Psalm 102 t/m 104
Nr. 1: Volg het voorbeeld van de vroege discipelen (uw 90, 91, §7-9)
Nr. 2: Psalm 103:1-14, 21, 22
Nr. 3: Hevige smart in de tuin (gt hfdst. 117)
Nr. 4: *td 4B Vereisten voor de bediening
21 nov. Bijbellezen: Psalm 105 en 106
Nr. 1: Stel het Koninkrijk persoonlijk op de eerste plaats (uw 91-94, §10-15)
Nr. 2: Psalm 106:1-12, 47, 48
Nr. 3: Het verraad en de arrestatie van Jezus (gt hfdst. 118)
Nr. 4: *td 38A Waarom ware christenen worden gehaat
28 nov. Bijbellezen: Psalm 107 t/m 109
Nr. 1: Wat de Schrift zegt over de doop die Johannes verrichtte (uw 95, 96, §1-5)
Nr. 2: Psalm 108:1-13
Nr. 3: Jezus wordt beledigend behandeld en op onwettige wijze verhoord (gt hfdst. 119)
Nr. 4: *td 38B Een vrouw mag niet toelaten dat haar man haar van God scheidt
5 dec. Bijbellezen: Psalm 110 t/m 115
Nr. 1: De doop in de dood (uw 97, 98, §6-8)
Nr. 2: Psalm 110:1-7; 114:1-8
Nr. 3: Mensenvrees brengt Petrus ertoe Christus te verloochenen (gt hfdst. 120)
Nr. 4: *td 38C Een man mag zich niet door zijn vrouw van Gods dienst laten afbrengen
12 dec. Bijbellezen: Psalm 116 t/m 119:32
Nr. 1: De doop „in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest” (uw 98, §9)
Nr. 2: Psalm 116:1-19
Nr. 3: Jezus spreekt voor het Sanhedrin en voor Pilatus moedig de waarheid (gt hfdst. 121)
Nr. 4: *td 14A Gebeden die God hoort
19 dec. Bijbellezen: Psalm 119:33-112
Nr. 1: De doop en christelijke verantwoordelijkheden (uw 99-102, §10-14)
Nr. 2: Psalm 119:97-112
Nr. 3: Noch Pilatus, noch Herodes kan schuld in Jezus vinden (gt hfdst. 122)
Nr. 4: *td 14B Waarom bepaalde gebeden onjuist zijn
26 dec. Schriftelijk overzicht. Lees Psalm 58 tot en met 119:112 uit