Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g70 8/9 blz. 27-28
  • Wie is een jood?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Wie is een jood?
  • Ontwaakt! 1970
  • Vergelijkbare artikelen
  • Jood, jodin
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Jood, jodin
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • „Het Israël Gods” identificeren
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1957
  • Judaïsme — Een zoeken naar God via de Schrift en de overlevering
    De mens op zoek naar God
Meer weergeven
Ontwaakt! 1970
g70 8/9 blz. 27-28

„Uw Woord is waarheid”

Wie is een jood?

„WIE is een jood?” is een vraag die in achter ons liggende maanden in de pers op de voorgrond is getreden. Uit wat er in de pers is verschenen, staat één ding vast en dat is, dat noch de joden in Israël noch de joden die overal verstrooid zijn het er met elkaar over eens zijn wie een jood is.

Waardoor alle verhitte discussies zijn ontstaan, was een uitspraak van het Israëlische hooggerechtshof. Met vijf tegen vier stemmen werd besloten dat in feite iedereen een jood was die beweerde een jood te zijn, ook al was hij een atheïst of ook al had hij geen joodse moeder. De orthodoxe joden beweren echter dat de joodse religie en nationaliteit onafscheidelijk zijn. Wegens de opschudding die deze uitspraak in Israël veroorzaakte, werd bij de Knesset, het Israëlische parlement, een voorstel ingediend om de definitie van het jood-zijn zoals deze in de Halacha, het joodse religieuze wetgevende lichaam, werd gegeven, voortaan wettig te verklaren. De Halacha definieert een jood als iemand die geboren is uit een joodse moeder of die een bekeerling tot het judaïsme is. Dit werd op 10 maart 1970 bij de wet bepaald.

„De Regering zal niet-joodse leden van families die binnenkomen onder de Wet van de Terugkeer [echter] het voorrecht geven van de joodse immigrant, met inbegrip van sociale en economische voordelen alsook het recht op automatisch burgerschap. Zouden zij volgens de voorgestelde definitie echter geen jood zijn, dan zouden zij niet kunnen trouwen of scheiden, aangelegenheden die onder religieus gezag vallen.” Aldus stond in de New York Times van 2 februari 1970, in een artikel getiteld „Verdeeldheid over definitie ’jood’ wordt groter in Israël”.

Waarom velen in Israël gekant zijn tegen de beslissing van de regering blijkt duidelijk uit de ervaring van een vrouw die uit Oost-Europa naar Israël kwam. Geboren in een joods gezin maar uit een niet-joodse moeder, had zij jaren als jodin in een nazi-concentratiekamp geleden. Nu wordt haar in Israël het recht op een huwelijk en echtscheiding ontzegd omdat zij geen joodse moeder heeft gehad en zich ook niet tot het judaïsme heeft bekeerd. Zij zei dat zij van plan was Israël te verlaten, want, zo zei ze, „ik ben liever een jodin in het buitenland dan een heidin in Israël!”

Evenals de joden in Israël verdeeld zijn over deze kwestie, is dit ook met de joden in andere landen het geval. Amerika’s grootste orthodox-rabbijnse lichaam veroordeelde het standpunt dat het hooggerechtshof van Israël had ingenomen. Volgens hen „zal zonder religieuze samenhang de verenigende band van de joodse volksgemeenschap onherstelbaar verslappen”.

Kernen van de joodse reformatiebeweging in Amerikaa hebben de Israëlische regering echter verzocht niet toe te geven aan de algemene eis tot wijziging in de uitspraak van het hooggerechtshof. Door de orthodoxe zienswijze ten aanzien van de kwestie wie een jood is tot de wet van het land te maken, „zouden tienduizenden trouwe Amerikaanse joden die actief aan het joodse leven deelnemen maar die door niet-orthodoxe rabbi’s zijn bekeerd of van wie de moeder aldus werd bekeerd, buitengesloten worden”. — New York Times van 29 januari 1970.

Waar kunnen wij, daar noch de joden in Israël, noch de joden buiten Israël het over de vraag wie een jood is met elkaar eens kunnen worden, een bevredigend antwoord vinden? In het Woord van God, de bijbel, die de vroegste geschiedenis van de joden bevat. Hierin wordt ons in de eerste plaats verteld dat Abraham een Hebreeër was (Gen. 14:13). Alle nakomelingen van zijn zoon Isaäk kwamen eveneens als Hebreeën bekend te staan. Degenen die van het gezin van Jakob of Israël, Abrahams kleinzoon, afstamden, stonden ook bekend als Israëlieten. Hoe staat het nu met de naam „jood”? — Gen. 32:28; Ex. 9:7.

De uitdrukking jood is afkomstig van Jakobs vierde zoon, Juda, en had eerst alleen betrekking op zijn gezin en nakomelingen. De eerste die de uitdrukking „joden” gebruikte, was de schrijver van Twee Koningen (16:6; 18:26, 28; 25:25). Dat de twee uitdrukkingen, Hebreeën en joden, reeds in de zevende eeuw v.G.T. als synoniem werden beschouwd, blijkt uit Jeremia 34:9, waar wij lezen: „Dat ieder zijn dienstknecht en ieder zijn dienstmaagd, Hebreeër en Hebreeuwse, vrij zou laten gaan, zodat niemand hen als knechten zou gebruiken, dat wil zeggen een jood, die zijn broeder is.”

Na de Babylonische ballingschap werd de uitdrukking jood toegepast op de Hebreeën die uit Babylon terugkeerden (Ezra 4:12). Weer later werd de uitdrukking gebruikt om in alle delen van het Medo-Perzische rijk Hebreeën van heidenen te onderscheiden (Esth. 3:6, 13). Heidenen die zich tot het judaïsme bekeerden werden eveneens joden genoemd, hoewel in de Hebreeuwse Geschriften over het algemeen de uitdrukking „inwonende vreemdeling” voor dergelijke bekeerlingen schijnt te worden gebruikt. In de christelijke Griekse Geschriften worden joodse bekeerlingen onderscheiden door de uitdrukking „proselieten”. — Esth. 8:17; Num. 9:14; Hand. 2:10.

Daarnaast verkrijgt de uitdrukking jood in de christelijke Griekse Geschriften soms een symbolische of geestelijke betekenis. Zijn er, geestelijk gesproken, joden? Ja, want de apostel Paulus zegt in Romeinen 2:28, 29: „Want niet hij is een jood die het uiterlijk is, noch is besnijdenis dat wat uiterlijk, aan het vlees, geschiedt. Maar hij is een jood die het innerlijk is, en zijn besnijdenis is die van het hart, door geest, en niet door een geschreven reglement. De lof van zo iemand komt niet van mensen, maar van God.” Men zou kunnen zeggen dat de apostel hier een woordspeling maakt ten aanzien van de betekenis van de naam jood, hetgeen „lof” betekent. Paulus zei hier dat iemand die Jehovah God van harte dient een werkelijke jood is, en door een woordspeling toont hij aan dat zo iemand ook lof van God ontvangt.

Dit standpunt wordt ondersteund door zijn bewijsvoering in Romeinen, hoofdstuk 4. Daar toont hij aan dat Abraham de vader is van allen die een geloof oefenen als dat van Abraham, en zulke personen zijn daarom geestelijke joden. In Galáten 3:29 verklaart hij evenzo dat allen die Christus toebehoren, die leden van zijn lichaam zijn en met Gods heilige geest zijn gezalfd, in feite Abrahams zaad en derhalve eveneens joden, dat wil zeggen, geestelijke joden, zijn.

Nog een ondersteuning voor dit standpunt dat ware christenen geestelijke joden zijn, is de profetie in Jeremia 31:31, waar Jehovah God voorzei dat hij een nieuw verbond met het huis van Israël en het huis van Juda zou sluiten. Jezus toonde aan dat dit nieuwe verbond met zijn volgelingen werd gesloten (Matth. 26:27, 28). En de apostel Paulus toont herhaaldelijk aan dat het nieuwe verbond van toepassing is op christenen. Jezus Christus is „de middelaar van een nieuw verbond” en zijn volgelingen zijn „dienaren van een nieuw verbond”. — Hebr. 12:24; 2 Kor. 3:6.

Welnu, wie is dan werkelijk een jood in de betekenis van de voorgaande schriftplaatsen en in het bijzonder volgens de woorden van Paulus? Maakt het enig verschil? Zeer zeker, want Gods Woord veroordeelt degenen „die zeggen dat zij joden zijn en het evenwel niet zijn, maar liegen” (Openb. 3:9). Hoe kunnen wij zeggen wie een jood is? Door nota te nemen van de betekenis van de uitdrukking jood. En wat is deze? „Lof.” Er kan dus met zekerheid worden gezegd dat de ware joden, in de betekenis van de christelijke Griekse Geschriften, degenen zijn die zowel Jehovah God loven als lof van hem ontvangen. Zulke lofprijzers zijn ook getuigen van zijn naam en koninkrijk.

[Voetnoten]

a De joden in de Verenigde Staten zijn verdeeld in drie hoofdgroeperingen: De orthodoxe (en de ultra-orthodoxe joden, zoals de Hasidim), de reformjoden, die niet de inspiratie van de bijbel aanvaarden, en de conservatieven, die tussen de twee uitersten in staan.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen