Bekommert u zich erom?
GEDURENDE de kerstdagen tonen veel mensen dat zij om hun vrienden en geliefden geven. Zij sturen hun wellicht een kaart of geven hun geschenken. In iedere kersttijd worden er honderden miljoenen guldens aan geschenken besteed.
Daarom verwachten veel mensen met Kerstmis iets van vrienden te ontvangen. En indien zij dan niets krijgen, voelen zij zich te kort gedaan.
Omdat veel oprechte mensen het willen vermijden hen te krenken, doen zij een poging te tonen dat zij om hen geven door geschenken te zenden. Maar hoeveel denken diezelfde mensen aan God? Bekommeren zij zich erom hèm niet te krenken?
Hebben zij beschouwd wat Gods gedachten zijn over Kerstmis? Als u God welgevallig wilt zijn, is het uitermate belangrijk rekening te houden met wat hij denkt. Om uzelf in dit opzicht te helpen, moet u eens een ogenblik denken aan enkele dingen die u over Kerstmis hebt gelezen.
In de laatste jaren hebt u misschien in kranten en tijdschriftenartikelen gelezen dat 25 december niet werkelijk de datum is waarop Jezus werd geboren. Dit is algemeen bekend. De New York Times van 24 december 1967 merkte bijvoorbeeld op: „Er bestaat geen verslag over het werkelijke tijdstip van Jezus’ geboorte — slechts in het verhaal van de herders, die ’s nachts in het veld de wacht hielden over hun kudden, komen wij een aanwijzing tegen dat het in het warme jaargetijde was. ’s Winters werden de schapen in schaapskooien bijeengebracht.” — Luk. 2:8-12.
In dezelfde geest zei de Toronto Star van 20 december 1969 betreffende Kerstmis: „Laten wij evenwel niet voortgaan te beweren dat het kerstfeest ook maar iets met Jezus’ geboorte te maken heeft. . . . Het is hoog tijd dat christenen bedenken dat de kerk de eerste 380 jaar heeft bestaan zonder ook maar de geboorte van Jezus te vieren.”
De oorsprong van Kerstmis
Niettemin heeft de datum voor Kerstmis, evenals andere kerstgebruiken, een duidelijke oorsprong gekend. Kranten, tijdschriften en encyclopedieën hebben hierop overvloedig commentaar geleverd. Ongetwijfeld hebt u zelf enkele van deze artikelen gelezen. De feiten zijn zowel in wereldlijke als in geestelijke kringen goed bekend. Zo merkt bijvoorbeeld de New Catholic Encyclopedia onder „Kerstmis” op:
„De geboorte van Christus werd vastgesteld op de dag van de zonnewende in de winter (25 december op de Juliaanse kalender, 6 januari op de Egyptische), want op deze dag, als de zon zijn klim aan de noordelijke hemel weer begon, vierden de heidense aanbidders van Mithra de dies natalis Solis Invicti (de geboortedag van de Onoverwinnelijke Zon).”
Ja, Kerstmis vindt zijn oorsprong in oude heidense feesten. De New York Times verklaart: „Paus Liberius [in de vierde eeuw] besloot heidense gebruiken over te nemen door te verklaren dat 25 december de officiële geboortedag van Jezus was. De verandering van naam veroorzaakte weinig verandering in de vorm.”
En wat was die „vorm”? Tijdens de oude Saturnaliën werd er onder het mom van feestelijkheden buitensporige immoraliteit bedreven. Zo zegt het boek Curiosities of Popular Customs door W.S. Walsh:
„Hoewel de wijzen en gezonden van geest het veroordeelden, kwamen tijdens het kerstfeest in vroeger dagen herhaaldelijk de verschrikkelijkste orgieën, uitspattingen en onfatsoenlijkheden, die ook bij de Bacchanalen en Saturnaliën plaatsvonden, voor. De geestelijken zelf werden in de maalstroom meegesleurd. . . .
Als zelfs onder de geestelijkheid heidense tradities zo sterk bleven leven, wat kan men dan van de leken verwachten? Werkelijk, de losbandige brasserijen tijdens de kersttijd in vroeger eeuwen zijn haast ongelooflijk. Ontucht, dronkenschap, lastering — alles was toegestaan. Losbandigheid werd beoefend tot de uiterste grenzen van bandeloosheid.” — Blz. 228, 229.
Inderdaad veroorzaakte, zoals de New York Times zei, de verandering van naam „weinig verandering in de vorm”. Is dat nu anders? Beslist niet iedereen geeft zich over aan een dergelijk gedrag. Maar is het niet waar dat veel feestvierders op kerstpartijtjes van de zaak, de neiging hebben morele beperkingen van zich af te werpen? Wellicht bent u op zo’n feestje geweest en had u later gewenst dat u die dag was thuisgebleven.
God haat dergelijke uitspattingen en vertelt christenen, dat „noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, . . . noch hebzuchtige personen, noch dronkaards . . . Gods koninkrijk [zullen] beërven” (1 Kor. 6:9, 10). Is de mening van God belangrijk voor u?
Geestelijken bekommeren zich er niet om
De geestelijken zijn zich heel goed van de heidense oorsprong van Kerstmis bewust, maar toch moedigen zij de viering ervan aan. Volgens de Vancouver Sun zegt R.D. Kimmitt, een geestelijke van de anglicaanse Kerk, bijvoorbeeld dat „het algemeen bekend is dat Christus niet in het midden van december geboren is. De vroege christenen, zo zegt hij, vonden dat zij het heidense [Saturnus]feest niet konden afschaffen en dus namen zij het over”. Toch zei Kimmitt: „Ik zou het verschrikkelijk vinden Kerstmis, zoals wij het kennen, te zien verdwijnen.”
Ook schreef L.H. Valbracht als predikant van de lutherse St. Johannes kerk te Des Moines, in de Amerikaanse staat Iowa: „Degenen die zeggen dat Kerstmis niets anders dan een heidense viering aan het worden is, zouden eraan herinnerd moeten worden dat Kerstmis een heidense viering was.”
Maar de geestelijken bekommeren zich er niet om. Zo zei de lutherse predikant Valbracht: „Wat mij, mijn gezin en mijn gemeente betreft, zeg ik, laten wij het kerstfeest grootser maken . . . opwindender dan ooit.” — Succesful Farming, december 1965.
Hoewel de geestelijken dus weten dat Kerstmis eenvoudig een heidens feest is dat met wat christelijke namen is opgesierd, maken zij zich daar geen zorgen over. Maar het behoeft ons echt niet te verbazen dat zij zich er niet om bekommeren, want zij zijn ver van de bijbel afgedwaald. In de laatste jaren hebben kranten hierop overvloedig commentaar geleverd, evenals op het feit dat vele geestelijken de „nieuwe moraal”, die geen moraal is, openlijk goedkeuren. Als u dus vindt dat u niet in de mening van die geestelijken kunt delen, als er dingen zijn in verband met Kerstmis die u verontrusten, dan bent u te prijzen.
Is het werkelijk van belang?
Sommigen zijn misschien van mening dat indien Kerstmis op een betamelijke wijze wordt gevierd, het goed is. ’Is het werkelijk van belang dat Kerstmis in verband staat met heidense feesten?’ vragen zij wellicht.
Gods woord gelast christenen: „Komt niet onder een ongelijk juk met ongelovigen. Want wat voor deelgenootschap hebben rechtvaardigheid en wetteloosheid? Of wat heeft licht met duisternis gemeen? Welke overeenstemming bestaat er voorts tussen Christus en Belial? . . . ’„Gaat daarom uit hun midden vandaan en scheidt u af”, zegt Jehovah, „en raakt het onreine niet langer aan.”’” — 2 Kor. 6:14-17.
Kan er, aangezien vele kenmerken van Kerstmis hun oorsprong vinden in onreine heidense feesten, enige overeenkomst zijn tussen Kerstmis en Christus? De feiten spreken voor zichzelf.
Denk ook aan wat Jezus zei over de aanbidding van de Almachtige God: „Wie hem aanbidden, moeten [hem] met geest en waarheid aanbidden.” Aldus moet onze aanbidding, wil die aanvaardbaar zijn voor God, op waarheid zijn gebaseerd. — Joh. 4:24.
Maar hoe staat het met Kerstmis? Is dat een religieuze feestdag die op waarheid is gebaseerd? U weet dat tijdens kerkdiensten met Kerstmis gewoonlijk wordt gezegd dat Jezus op 25 december werd geboren. Nochtans is 25 december in feite de „verjaardag” van een oude zonnegod, niet die van Jezus. Bijgevolg kan het vieren van een religieuze feestdag die zo’n leugen bestendigt gewoonweg niet betekenen dat men God in waarheid aanbidt. Bekommert u zich om de waarheid?
En wat vindt u van die mannen die omstreeks de kersttijd zogenaamd op wonderbaarlijke wijze geschenken komen brengen, zoals ’Santa Claus’, Sint Nicolaas of het kerstmannetje? U weet dat het niet waar is dat zij geschenken brengen. Wanneer men kinderen dus laat geloven dat zij van hen geschenken krijgen, wordt er dan in feite niet tegen de kinderen gelogen? Bekommert u zich genoeg om de waarheid door een feestdag te mijden waarin zulke leugens op de voorgrond treden?
Indien u zich werkelijk om God bekommert, zult u zijn gebod gehoorzamen en ermee ophouden aan datgene deel te nemen wat, van religieus standpunt uit bezien, onrein is. Om God te behagen moet u hem met waarheid aanbidden, die niet besmet is met heidense religieuze praktijken. Wat zult u persoonlijk doen?
Oorsprong van Pasen
Het hoeft ons niet te verbazen dat Pasen, een religieuze feestdag die nauw met Kerstmis verbonden is, eveneens geworteld is in heidense praktijken. Want evenals met Kerstmis het geval is, wordt de heidense oorsprong van het paasfeest vaak in kranten vermeld. Op 29 maart 1970 bijvoorbeeld luidde de kop van de Newark Sunday News: „Paasfeest hangt nauw met heidendom samen.” Bij het geven van enige toelichting op de heidense aspecten van Pasen, merkt het boek Easter and Its Customs op:
„Sinds mensenheugenis vierden de heidense volken van Europa en Azië in de lente, in het jaargetijde van nieuw leven en herleving, hun lentefeesten, waarbij zij opnieuw oude mythen van de wedergeboorte opvoerden en magische, religieuze ceremoniën ten tonele brachten om het gewas te doen groeien en te laten gedijen. In de wereld rond de Middellandse Zee floreerden in de tijd dat onze Heer er woonde en doortrok, voorjaarsmysteries, zoals die van Tammuz [Babylonische god die in de bijbel wordt veroordeeld], van Osiris [Egyptische god] en van Adonis [Griekse god], en verder naar het noorden en oosten waren er nog meer, die misschien wat minder bekend maar toch niet minder springlevend waren. Het was onvermijdelijk dat enkele van hun dierbare riten en symbolen in de paasgebruiken werden overgenomen.” — Blz. 9; vgl. Ezechiël 8:13, 14.
Wist u dat die ceremoniën vaak voornamelijk uit onzedelijke vruchtbaarheidsriten bestonden? Aangaande het symbool van de haas en de paaseieren, zegt een hedendaagse autoriteit: „Dit is niet slechts een kinderspelletje, maar het overblijfsel van een vruchtbaarheidsrite, waarbij zowel de eieren als de haas het symbool van de vruchtbaarheid vormden.”a Zelfs The Catholic Encyclopedia zegt: „De haas is een heidens symbool en is altijd een zinnebeeld van vruchtbaarheid geweest.” Stellig staan hazen en eieren niet in verband met de opstanding van Christus, is het wel?
Bekommert u zich erom dat Pasen herinneringen aan die immorele vruchtbaarheidsriten van heidenen bestendigt? Wenst u deel te nemen aan een feestdag waarin toepassingen van oude vruchtbaarheidssymbolen, zoals de „paashaas” en „paaseieren”, een belangrijke plaats innemen? Gelooft u dat de Almachtige God uw handelwijze zou goedkeuren? — Deut. 7:5, 6.
Denk eens ernstig hierover na: „Is het God welgevallig als mensen zijn aanbidding met heidense praktijken trachten te vermengen? Het antwoord ligt voor de hand. De vraag is echter: Bekommert u zich erom?
Degenen die zich erom bekommeren ontvangen zegeningen
’Maar betekent dat niet dat men veel vreugde moet missen?’ vraagt iemand wellicht.
Integendeel, als u ermee voortgaat heidense praktijken te beoefenen is er veel wat u wel zult missen — Gods goedkeuring en de gelegenheid eeuwig leven in zijn nieuwe samenstel te verkrijgen.
En zelfs nu ontberen degenen die Gods Woord ter harte nemen geen echt plezier. In feite ontvangt men veeleer werkelijke zegeningen. Families kunnen op elk tijdstip van het jaar bij elkaar komen om met mate van eten en drinken te genieten en prettige omgang te hebben. Deze gelukkige momenten gaan niet verloren wanneer Kerstmis niet langer wordt gevierd. En personen kunnen, wanneer zij dat wensen, tijdens deze en andere gelegenheden geschenken aan hun vrienden en geliefden geven. Indien men spontaan en ongedwongen iets geeft, schenkt dat grote vreugde, zowel aan degene die geeft als aan degene die ontvangt. — Hand. 20:35
En denkt u tevens eens aan de zegen vrij te zijn van de heidense cadeau-ruil, een verplichting die door de zakenwereld wordt aangemoedigd, niet tot eer van God, maar om geld te verdienen. Is het niet waar dat deze heidense gewoonte frustreert, financiële lasten veroorzaakt en personen van hun vreugde berooft?
’Maar anderen zullen geschenken verwachten’, zult u misschien zeggen. ’Zij zullen denken dat ik hen heb vergeten. Wat moet ik doen?’
Waarom zou u geen lijstje maken van iedereen met wie u in de afgelopen jaren geschenken hebt uitgewisseld? Dan kunt u, in plaats van hun een kerstkaart te sturen, een briefje schrijven waarin u hen ervan op de hoogte stelt dat u er niet langer mee voortgaat geschenken te geven. Doe dat voordat zij de cadeaus kopen. Verklaar uw redenen, terwijl u misschien enkele punten uit dit artikel gebruikt. Wellicht vindt u het zelfs prettig hen een exemplaar van dit tijdschrift toe te sturen.
Als u zich werkelijk om God bekommert en om wat hij denkt, bestaat er geen reden de reactie van anderen op uw brief te vrezen (Spr. 29:25). Misschien zijn zij wel bijzonder blij. Want ook zij voelen zich misschien in deze strik gevangen en zijn wellicht blij in deze tijd van economische druk een zucht van verlichting te kunnen slaken. Wat u in dit verband voor hen doet, is misschien kostbaarder dan enig ander geschenk dat u hun had kunnen geven, want hierdoor worden zij wellicht op de weg naar het eeuwige leven gebracht, als ook zij werkelijk God willen behagen.
En wat het paasfeest betreft, zal uw vreugde over de lente ook maar iets verminderen omdat u geen deel hebt aan een religieus feest dat van heidense oorsprong is? Moet u uw kinderen vertellen dat hazen en eieren verband houden met de opstanding van Jezus, wanneer het duidelijk is dat zo’n verband helemaal niet bestaat? Denkt u niet dat uw vreugde over de lente veel groter zou zijn indien u werkelijk eer zou geven aan de Schepper van alle dingen? De lente is een prachtig jaargetijde, waarom zou u het dus ontsieren met een feest dat zijn oorsprong vindt in immorele heidense riten?
Het opgeven van het heidense kerst- en paasfeest is een moedige stap die iemand die zich werkelijk om God bekommert, moet doen. Zulk een daad, met de juiste beweegreden gedaan, zal rijke zegeningen tot gevolg hebben van God. Want spoedig zal hij dit goddeloze samenstel vernietigen, maar degenen die bewijzen dat zij zich werkelijk om het doen van zijn wil bekommeren, zal hij in het leven houden. — 1 Joh. 2:17.
[Voetnoten]
a Funk & Wagnalls Standard Dictionary of Folklore, Mythology and Legend (1949), Deel I, blz. 335.
[Illustratie op blz. 4]
Ouders die zich erom bekommeren, vertellen hun kinderen de waarheid. Doet u dat ook?
[Illustratie op blz. 5]
Hebben hazen en eieren iets met de opstanding van Christus te maken?