Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g71 22/6 blz. 27-29
  • Verkrijgt het gebed bij u prioriteit?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Verkrijgt het gebed bij u prioriteit?
  • Ontwaakt! 1971
  • Vergelijkbare artikelen
  • Het gebed een kostbare, liefderijke voorziening
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1958
  • Nooit „te druk om te bidden”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1972
  • Hoe te bidden om door God verhoord te worden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1969
  • Wees standvastig in het gebed
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1975
Meer weergeven
Ontwaakt! 1971
g71 22/6 blz. 27-29

„Uw woord is waarheid”

Verkrijgt het gebed bij u prioriteit?

PRIORITEIT wordt wel gedefinieerd als „voorrang; voorafgaan in orde van belangrijkheid; een voorrangspositie die wordt toegewezen aan iets dat of iemand die daardoor het eerste recht, de eerste aanspraak, krijgt op de noodzakelijke hulpbronnen”. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het woord „prioriteit” veel gebruikt; alle industrieën die onmisbaar waren voor de oorlogsinspanningen verkregen prioriteit.

Wanneer het gebed prioriteit verkrijgt, betekent dit dus dat de belangrijkheid ervan wordt erkend. Het betekent, er tijd voor te maken door van andere, minder belangrijke dingen tijd af te nemen.

Christelijke bedienaren van het evangelie horen tegenwoordig vaak de klacht dat de mensen het te druk hebben om zelfs maar naar de boodschap van Gods koninkrijk te luisteren. Hebben al deze mensen het echter werkelijk te druk om naar een kort bijbels toespraakje te luisteren? Beslist niet, als zij er maar naar wènsten te luisteren! Het is helemaal een kwestie van wat volgens hen het belangrijkste voor hen is. Bij velen verkrijgt amusement voorrang of prioriteit, omdat zij „meer liefde voor genoegens dan voor God” hebben. — 2 Tim. 3:4.

Hierin ligt voor de opgedragen christen met betrekking tot het gebed een les opgesloten. Wanneer u een opgedragen christen bent, weet u natuurlijk dat u tijd voor het gebed dient vrij te maken; dat u er de tijd voor dient te nemen vóór elke maaltijd in gebed te gaan; dat u elke dag met gebed tot uw Maker dient te beginnen en te eindigen en ook op andere tijden dient te bidden. Doet u dat echter altijd? Of betrapt u zich erop dat u ’s morgens aan het werk gaat zonder er eerst de tijd voor te hebben genomen met God te spreken, hem te danken voor de nachtrust, voor het licht van de nieuwe dag en voor al de zegeningen die voor u liggen, zowel geestelijk als stoffelijk, om er nog maar niet eens van te spreken dat u God voor die dag om wijsheid en kracht vraagt en zijn zegen afsmeekt over de belangen van zijn werk overal op aarde?

Om met het werk klaar te komen, zijn er weliswaar bepaalde dingen die eenvoudig gedaan móeten worden: baden of wassen, haren netjes verzorgen en zich wellicht scheren; iets eten en op tijd de deur uitgaan om de bus te halen — u weet dat die niet wacht. Deze dingen zijn beslist nodig als men „voortreffelijke dingen voor het oog van alle mensen [wil] verschaffen” (Rom. 12:17). Omdat u deze noodzakelijke dingen elke dag weer opnieuw doet, weet u nu wel ongeveer hoeveel tijd ze kosten. Zou u daarom niet iets vroeger kunnen opstaan zodat u zich elke morgen enige tijd kunt gunnen om met God te spreken en de bijbeltekst voor die dag met het commentaar erover uit het jaarboek van Jehovah’s getuigen of uit De Wachttoren althans aan een korte beschouwing te onderwerpen? Door dat te doen, zult u de raad van de apostel ter harte nemen, namelijk om ’de gelegen tijd voor uzelf uit te kopen, omdat de dagen goddeloos zijn’. — Ef. 5:16.

Jezus Christus, de volmaakte Zoon van God, besefte tijdens zijn leven op aarde de waarde en noodzaak van het gebed. In de Evangeliën wordt ons verteld dat hij ten tijde van zijn doop in gebed ging, dat hij hele nachten in gebed doorbracht en dat hij op de laatste dag van zijn aardse bediening herhaaldelijk bad. Ook leerde hij zijn volgelingen hoe zij moesten bidden en drong hij er bij hen op aan ’te waken en voortdurend te bidden’. — Matth. 26:41.

Waar deze kwestie van het schenken van prioriteit helemaal op neerkomt, is dat wij ons bewust zijn van onze geestelijke nood (Matth. 5:3). Wat wij nodig hebben is, dagelijks met God te spreken. ’In al onze wegen is het nodig dat wij hem erkennen en acht op hem slaan, ten einde zijn leiding op onze paden te ontvangen’ (Spr. 3:5, 6). Wij moeten voortdurend het beginsel van Psalm 127:1 in gedachten houden: „Als Jehovah zelf het huis niet bouwt, is het tevergeefs dat de bouwers ervan er hard aan hebben gewerkt. Als Jehovah zelf de stad niet bewaakt, is het tevergeefs dat de waker heeft gewaakt.” Ja, voortdurend moeten wij ons ervan bewust zijn dat ’onze tijden in de hand van God zijn’. — Ps. 31:15.

Het gebed is de beste manier om dicht bij Jehovah God, onze Maker, onze Levengever, onze Ondersteuner en Onderhouder, en onze Rechter, te blijven. Door middel van het gebed kunnen wij worden geholpen bescheiden met onze God te wandelen (Micha 6:8). Jehovah God zal ons nabij zijn in de mate waarin wij ’in gebed volharden’ (Rom. 12:12; 1 Thess. 5:17). En daarvan zal het ook in dezelfde mate afhangen of wij in twee van de allerbelangrijkste aspecten van ons christelijke leven zullen worden gesterkt. Welke aspecten zijn dat?

Aan de ene kant zullen wij, hoe dichter wij door middel van gebed bij Jehovah God leven, des te meer bezorgd of bevreesd zijn hem te mishagen. Die vrees is het begin van wijsheid, want wij zullen erdoor worden geholpen van het kwade te wijken, ja, wij zullen erdoor worden gesterkt om verleiding te weerstaan. En aan de andere kant zullen wij, hoe dichter wij bij Jehovah God leven, hem des te beter leren kennen en des te meer gaan liefhebben en zullen wij des te meer ijver aan de dag leggen om zijn geboden te onderhouden, want, zoals de apostel Johannes aantoont, dàt betekent de liefde tot God. — Spr. 8:13; 9:10; 1 Joh. 5:2, 3.

Wanneer onze gebeden tot Jehovah inderdaad prioriteit bij ons verkrijgen boven andere aangelegenheden, zullen wij eveneens tijd hebben om God niet slechts om bepaalde dingen te vrágen maar hem ook te loven en te danken. De Psalmen verschaffen ons in dit opzicht goede voorbeelden, want hoewel het strikt genomen liederen zijn, zijn vele Psalmen, behalve smeekbeden, in wezen ook gebeden van lofprijzing en dankzegging.

Psalm 136 bijvoorbeeld gebiedt ons: „Dankt Jehovah, want hij is goed: want zijn liefderijke goedheid duurt tot onbepaalde tijd; dankt de God der goden . . . dankt de Heer der heren. . . . Dankt de God des hemels.” — Ps. 136:1-3, 26.

Wanneer wij in gebed tot Jehovah God naderen en hem in onze smeekbeden iets vragen of verzoeken, laten wij dan nooit zo onbescheiden en vrijpostig zijn dat wij iets van God gaan eisen of hem iets gaan gebieden. Laten wij ervoor oppassen nooit een zedenpreek tegen Hem te houden of Hem de les te lezen. Neen, wij zijn bedelaars, en onze houding moet dezelfde zijn als die van Jezus, die zei: „Niet zoals ik wil, maar zoals gij wilt.” — Matth. 26:39.

Als het gebed bij ons prioriteit verkrijgt, zullen wij onze beden zodanig kunnen opzenden dat God reden vindt ons verzoek in te willigen. Dit kan het geval zijn omdat zijn naam erbij betrokken is, of omdat wij weten dat hij een God is die behagen schept in barmhartigheid, gerechtigheid en liefderijke goedheid (Ex. 34:6, 7; Dan. 9:16-19). Wij kunnen ook net als koning David om vergeving vragen op grond van het feit dat wij zonde van onze ouders hebben geërfd. — Ps. 51:1-5.

Laten wij bovendien in onze gebeden uitgelezen woorden en taal gebruiken, waarbij wij in gedachten houden tot wie wij spreken — tot de Allerhoogste, de Soevereine Heerser van het universum. Als wij dit feit erkennen, zullen wij ook in ware nederigheid en met de grootst mogelijke eerbied tot hem naderen. Laten wij bovendien in onze smeekbeden nooit ’steeds weer dezelfde dingen zeggen’, zoals mensen doen die niet in de bijbel geloven. — Matth. 6:7.

Wij dienen evenmin als de oude man te zijn die bad: „God, zegen mij en mijn vrouw, mijn zoon Jan en diens vrouw; ons vieren en niemand anders.” Neen, laten wij veeleer het terrein van onze gebeden zo uitgestrekt mogelijk maken. Wij wensen te bidden om de heiliging van Gods naam, om de komst van zijn koninkrijk en of zijn wil op aarde mag geschieden. Bovendien willen wij het welzijn van ’de gehele gemeenschap van onze broeders’ over de hele wereld gedenken. — 1 Petr. 5:9; Matth. 6:9, 10.

Als wij erkennen dat hetgeen Gods Woord zegt waar is, zal het gebed bij ons prioriteit verkrijgen en zullen wij het nimmer veronachtzamen. Wij zullen onze gebeden zo veelomvattend maken als ze behoren te zijn en zullen ze met de voortreffelijke woorden omkleden die ze verdienen.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen