Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g72 8/9 blz. 20-23
  • Welke invloed heeft de muziek van de twintigste eeuw op u?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Welke invloed heeft de muziek van de twintigste eeuw op u?
  • Ontwaakt! 1972
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Wat zijn dissonanten?
  • Wat valt er te zeggen over jazz?
  • Een blik op de popmuziek
  • Elektronische muziekinstrumenten
  • Tot welke conclusie komen wij?
  • De muziek de je kiest
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1974
  • De muziek van veel landen
    Ontwaakt! 1971
  • Hoe kan ik muziek binnen de perken houden?
    Ontwaakt! 1993
  • Kan muziek een bedreiging vormen?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1983
Meer weergeven
Ontwaakt! 1972
g72 8/9 blz. 20-23

Welke invloed heeft de muziek van de twintigste eeuw op u?

DE CONCERTVERENIGING van St. Croix (een van de Virgin Islands) was er trots op om in het begin van dit jaar het beroemde Guarneri-strijkkwartet te kunnen aankondigen. Het was werkelijk een opmerkelijke gebeurtenis dat een van ’s werelds beste strijkensembles een concert zou geven op dit kleine eiland in de Caribische Zee. Het programma bestond uit een nummer van Beethoven, van Bartok en van Schumann.

Onder het publiek waren er enkelen die de stukken van Beethoven en Schumann heel aangenaam vonden om naar te luisteren, maar wie het twintigste-eeuwse strijkkwartet van Bartok niets zei. Een van hen vroeg aan haar begeleider: „Waarover maken die spelers met elkaar ruzie?” Zo klonk haar dat stuk in de oren. Maar het was duidelijk dat deze personen in de minderheid waren, want de moderne compositie van Bartok ontving een veel groter applaus dan de nummers van Beethoven en Schumann uit het begin van de negentiende eeuw.

Er bestaat duidelijk een verschil tussen de muziek van de twintigste eeuw en die van voorgaande eeuwen. De klassieke muziek van de achttiende eeuw maakte zich voornamelijk zorgen om louter de schoonheid van melodie en harmonie, grotendeels in overeenstemming met de definitie die Sigmund Spaeth van de muziek heeft gegeven: ’Muziek is het ordenen van geluid tot schoonheid.’

In de volgende eeuw werd de muziek steeds meer een werktuig voor het tot uitdrukking brengen van gevoelens en emoties; deze muziek heeft de naam „romantisch” gekregen, ter onderscheiding van de „klassieke” muziek uit de periode daarvoor. Tot de componisten van deze muziek behoren onder andere Beethoven en Schumann. Zo tegen het eind van de negentiende eeuw en verder in de twintigste eeuw trachtten de componisten hun muziek meer en meer te laten spreken tot het verstand in plaats van tot het gevoel; vandaar dat de moderne muziek een stimulerende werking heeft op de geest en vaak tamelijk luid en snel moet worden gespeeld, net als een groot gedeelte van het strijkkwartet van Bartok dat die avond ten gehore werd gebracht.

Ongetwijfeld heeft deze tendens tot een verrijking van de muziek geleid; men kan dit onder andere opmerken bij de muziek van Wagner, Debussy en Stravinsky. Het lijkt er echter veel op dat een groot aantal moderne componisten bij hun speuren naar nieuwe geluiden in uitersten zijn vervallen; dit is zelfs opgemerkt door muziekautoriteiten en muziekcritici als Spaeth, Schönberg, Kurt Sachs en B.H. Haggin. Zij zijn in uitersten vervallen door hun composities te overladen met ingewikkelde ritmen en in het bijzonder door hun gebruik van dissonanten.

Wat zijn dissonanten?

Hoewel sommige muziekautoriteiten bezwaar maken tegen de volgende subjectieve definitie, kan men zeggen dat er in de muziek over een dissonant wordt gesproken wanneer er twee of meer tonen worden gebruikt die vals in het gehoor klinken als ze gelijktijdig worden gespeeld. Als u het begrip dissonant moeilijk kunt vatten, probeert u dan het volgende kleine experiment: Als u toevallig in de buurt van een piano bent, moet u eens tegelijkertijd een willekeurige toets aanslaan plus de eerste of de twee eersten direct daarnaast. Het resultaat zal een dissonant zijn, omdat het aantal trillingen van de gespeelde tonen zo weinig van elkaar verschilt dat ze voor het gehoor met elkaar botsen in plaats van zich harmonieus te vermengen.

Dissonanten zijn op zichzelf niet verkeerd; in vroeger tijd zijn ze door veel vooraanstaande componisten aangewend, terwijl componisten als Wagner en Debussy er zelfs een zeer doeltreffend gebruik van hebben gemaakt. Bij een onoordeelkundig gebruik kan er echter zeer veel van de zenuwen van de toehoorders worden gevergd, hoewel dit niet noodzakelijkerwijs voor alle luisteraars hoeft te gelden. Vaak bevredigt dergelijke muziek het gehoor niet, laat staan het gevoel.

Wat valt er te zeggen over jazz?

Jazz is een muziekvorm die in de twintigste eeuw in de Verenigde Staten is ontstaan. In de jazzmuziek maakt men veel gebruik van dissonanten, waardoor onder andere het kenmerkende „blues”-geluid ontstaat. Evenals andere populaire soorten van muziek, als „swing” en „boogie-woogie”, heeft jazz een sterk gesyncopeerd ritme. Syncopering zou men kunnen beschouwen als een vorm van ritmische verstoring. Zo krijgen gewoonlijk in een muziekstuk dat geschreven is in 4/4-maat het eerste en derde maatdeel de klemtoon: één, twee, drie, vier. Maar wanneer er wordt gesyncopeerd, komt het beklemtoonde maatdeel eerder of later, waardoor een nieuw effect ontstaat. Dit ritmische gebruik is niet nieuw, het is reeds vanaf de tijd van Bach door componisten van serieuze muziek toegepast. Maar bij de jazz krijgt dit gebruik sterk de aandacht; er wordt een regel van gemaakt in plaats van een uitzondering.

In het begin van de twintigste eeuw hield men in de jazz strak vast aan één bepaalde maat, dat wil zeggen, er werden per maat vier maatdelen gespeeld; met het verstrijken van de jaren werden het metrum en ritme echter ingewikkelder. Geoefende musici zijn jazz met andere metrums gaan spelen, namelijk in 3/4-maat, de walsmaat, of in 5/4-maat, zoals in David Brubecks „Take Five”. Ook heeft het gebruik van minder eenvoudige harmonieën in de jazz ingang gevonden; veel musici maken nu gebruik van de ideeën over akkoorden die Debussy in zijn revolutionaire muziek gestalte heeft gegeven, terwijl zij zich ook laten leiden door de vindingen van Bartok en Hindemith — vooraanstaande componisten van serieuze muziek uit deze eeuw — op het gebied van de harmonieleer.

Daar tegenover staat dat de jazz op zijn beurt ook de componisten van serieuze muziek heeft beïnvloed; deze componisten hebben in meerdere of mindere mate gebruik gemaakt van de instrumentatie, de harmoniek en het blues-geluid uit de jazz. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld „Rhapsody in Blue”, „Porgy and Bess” (een negeropera) van George Gershwin, de „Grand Canyon Suite” van Ferde Grofé en de pianoconcerten van Ravel.

Het zijn echter niet zozeer de dissonanten of de syncopering die jazz tot een andere kunstvorm maken, als wel de improvisatie. Ook hier geldt dat improvisatie, in de vorm van variaties op een thema, reeds lang in de muziekkunst werd aangewend. Maar bij de jazz wordt deze improvisatie niet reeds van tevoren vastgesteld zoals bij de „serieuze” muziek; de improvisatie gebeurt op het moment, werkelijk geïmproviseerd en spontaan. De jazzmusicus is daarom volledig afhankelijk van zijn kennis van de harmonische structuur van het oorspronkelijke thema en hij moet een goed ontwikkeld gehoor hebben om spontaan zijn improvisaties ten gehore te kunnen brengen.

Sommigen zijn echter, evenals bij de hedendaagse serieuze muziek het geval is, te ver gegaan. Er is bijvoorbeeld „vrije jazz” ontstaan. Bij deze muziekvorm gelden geen regels, geen traditionele opvattingen, terwijl men het akkoordensysteem waardoor de mooie muziek uit het verleden werd gekenmerkt, verwerpt. Dit heeft geresulteerd in een soort van opstand tegen alle traditionele muziektheorie en harmonieleer. Het resultaat? Niet alleen worden muzikaal ongeschoolden afgestoten door de ongeorganiseerde klanken die uit blaasinstrumenten worden voortgebracht en door de andere lukrake pogingen om iets waardevols te brengen, ook veel serieuze jazzmusici kunnen in het belang van de muziek deze uitersten niet waarderen. Op deze wijze is muziek beslist niet ’het ordenen van geluid tot schoonheid’.

Een blik op de popmuziek

Bij de naam popmuziek denkt men onmiddellijk aan de jongere generatie, die zich volkomen laat meeslepen door het harde en opzwepende ritme van dit meest recente muzikale verschijnsel. Het is werkelijk tamelijk moeilijk om popmuziek te definiëren als het ’ordenen van geluid tot schoonheid’. Daar bepaalde maatdelen die het accent krijgen — vooral het tweede en vierde maatdeel — nog eens extra sterk beklemtoond worden, kan men zeggen dat de popmuziek voor 90 percent ritme is en voor 10 percent melodie en harmonie.

Dit is ook de reden waarom de popmuziek tot het ontstaan van de wilde en seksueel stimulerende dansen van de jongere generatie heeft geleid. Een pianist die met twee andere musici in een beat-„tent” speelde, merkte op dat hij heel vaak de piano gewoon in de steek kon laten en dat zijn afwezigheid nauwelijks werd opgemerkt zolang het monotone, pulserende, elektrisch versterkte geluid van de bas en de drums maar bleef klinken. Hij voegde eraan toe: „De stampvolle nachtclub scheen in extase, en leek bij tijden vol met wiegende slangelijven.”

Toch moet men toegeven dat sommige pop- of beatgroepen soms zeer melodieuze muziek hebben voortgebracht. En het is deze melodieuze muziek die nog in de geest van zowel oud als jong is blijven hangen; ditzelfde kan niet gezegd worden van de opzwepende, overdreven ritmische muziek die tienermeisjes op „beat”-concerten er herhaaldelijk toe heeft gebracht te gaan schreeuwen en hen zelfs flauw deed vallen. Zoals een bekend musicus verklaarde, vragen mensen die iets van de Beatles willen horen, of zij nu jong zijn of oud, onveranderlijk naar de melodieuze liederen die deze groep heeft gemaakt.

Elektronische muziekinstrumenten

Geen enkele beschouwing over moderne muziek zou volledig zijn zonder iets te zeggen over de elektronische muziekinstrumenten, die in hun geheel beschouwd wel „het belangrijkste nieuwe instrument sinds de piano” zijn genoemd. In principe zijn er twee soorten van elektronische muziekinstrumenten: de instrumenten die op natuurlijke wijze voortgebrachte geluiden versterken, en de instrumenten die een eigen geluid voortbrengen.

In het eerste geval kan een zwakke, arme stem door elektronische versterking een rijk en vol geluid krijgen, en alle soorten van muzikale instrumenten kunnen een kwaliteit en kracht krijgen die ze van zichzelf niet bezitten. Een bekend voorbeeld hiervan is de elektrische gitaar.

De bekendste instrumenten die tot de laatste groep behoren, zijn het hammondorgel en andere instrumenten waarbij de beweging van trillende elementen in elektrische trillingen wordt omgezet. Een componist is zelfs door de elektronika niet langer gebonden aan de vaardigheid van menselijke uitvoerders, maar hij kan elk geluid of elke combinatie van geluiden in zijn geest nemen en laten voortbrengen zoals het hem belieft; hij maakt dan wat men elektronische muziek noemt. Zoals één criticus opmerkte, biedt de elektronika „een verlokkende reeks mogelijkheden voor het uitleven van de fantasie op het gebied van de toonkleur en de bouw van een muziekstuk, en de mogelijkheid tot een zeer fijne beheersing van toonhoogte en ritme, terwijl de componist zo virtuoos kan spelen en de muziek net zo ingewikkeld kan maken als zijn verbeelding en geduld toelaten”.

Door middel van elektronische apparatuur kan het geluid van een carillon worden versneld tot het lijkt op een muzikale deurbel, en het geluid van water dat druppelt in een tinnen pot kan zo vertraagd worden dat het lijkt op het geluid van een keteltrom. Maar ook hier geven de uitersten waarin de makers van elektronische muziek zijn gegaan, iemand aanleiding om zich af te vragen of ze wel beseffen dat muziek ’het ordenen van geluid tot schoonheid’ is.

Tot welke conclusie komen wij?

Uit het voorgaande blijkt duidelijk dat men met betrekking tot alle muziekvormen selectief moet zijn. Iemand heeft beslist niet het recht neer te zien op iemand wiens waardering voor muziek misschien niet verder gaat dan „country and western”. En ook dient men degenen die de voorkeur geven aan de traditionele, serieuze muziek — of dit nu kamermuziek, concertmuziek of opera is — niet te kleineren als mensen die veel te ouderwets of te „saai” zijn.

In werkelijkheid is iemand die geen muzikale opleiding heeft gehad, niet in staat om een uitgebreid oordeel te vellen over hetgeen hij hoort, of het goed gecomponeerd is, of de harmonie van een goede smaak getuigt, of de ritmische opbouw goed is, enzovoort. Iemand kan echter wel bepalen welke invloed een bepaald muziekstuk op hem heeft. Laten wij bijvoorbeeld eens teruggaan naar de harde, opzwepende popmuziek die hiervoor besproken is. Welke emotionele invloed heeft deze muziek op jonge mensen? Volgens een onderzoek onder 400 zwangere tienermeisjes en 91 niet-zwangere studentes, brengt popmuziek jonge meisjes tot voorechtelijke gemeenschap. Dit hoeft niet verrassend te klinken, want zulke muziek brengt bij veel jonge mensen een soort van lichamelijke ongedwongenheid teweeg, gekenmerkt door een draaiende en soms zelfs krampachtige beweging van het lichaam, die, meer dan ooit, geconcentreerd is rond de bekkengordel. Immoraliteit ligt slechts een paar dansen ver weg. Maar laten wij niet de oorzaak vergeten — de harde, opzwepende popmuziek.

En hoe staat het met de schade die het trommelvlies ondervindt door de buitensporige hoeveelheid lawaai, waarmee de elektronisch versterkte muziek gepaard gaat? In een Brits medisch rapport stond dat twee uur luisteren naar luide grammofoonmuziek iemands gehoor onherstelbaar kan schaden. Is deze soort van muziek voor u?

Bent u een fervent concertbezoeker of een liefhebber van serieuze muziek? Dan is er ongetwijfeld heel veel muziek waar u van houdt. Maar ontdekt u dat u soms twee uur zit te luisteren naar hoogst onharmonische muziek? Ontdekt u dat u bij het verlaten van de concertzaal emotioneel bevredigd bent, opgelucht, of voelt u zich innerlijk gespannen, misschien enigszins gefrustreerd, of zelfs wanhopig? Misschien moet u selectiever zijn. Wil muziek bevrediging schenken, dan moet ze niet zozeer tot het verstand als wel tot het hart spreken.

Bent u een voorstander van jazz? Dan is het duidelijk dat u houdt van de syncopering en het „blues”-geluid, en misschien bewondert u de improvisatie. Maar denk eraan, niet alles wat wordt geïmproviseerd bezit schoonheid. Welke invloed heeft de muziek op u? Denk niet dat u van een bepaalde soort van muziek zult houden eenvoudig omdat ze onder het „jazz”-label wordt verkocht. Leer selectief te zijn.

Ga dus bij uzelf na welke invloed bepaalde muziek op u heeft. In het algemeen zult u tot de ontdekking komen dat de invloed heilzamer is wanneer u muziek uitkiest waarin meer de nadruk wordt gelegd op melodie dan op ritme, en op harmonie in plaats van dissonantie. Als u naar muziek luistert die een ontspannende uitwerking op u heeft, of waarvan louter de schoonheid u prettiger doet voelen, dan hebt u muziek gevonden die een invloed op u heeft ten goede.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen