Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g74 22/10 blz. 17-20
  • Dramatische ontwikkelingen in de katholieke Kerk

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Dramatische ontwikkelingen in de katholieke Kerk
  • Ontwaakt! 1974
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • „Zwijgende meerderheid” snel bezig „verdwijnende minderheid” te worden
  • Crisis in het leiderschap
  • Het verloren gaan van de „mystieke traditie”
  • Wat nu?
  • Wat komt eerst — uw kerk of God?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1970
  • De kerk — Veranderingen en verwarring
    Ontwaakt! 1993
  • Problemen voor hen die nog naar de kerk gaan
    Ontwaakt! 1974
  • Het „Heilig Jaar” — Wat heeft het tot stand gebracht?
    Ontwaakt! 1976
Meer weergeven
Ontwaakt! 1974
g74 22/10 blz. 17-20

Dramatische ontwikkelingen in de katholieke Kerk

VEEL Amerikaanse katholieken waren november vorig jaar ontsteld toen zij de laatste kerkbezoekcijfers vernamen, waaruit bleek dat er bijna een verdubbeling was gekomen in het aantal kerklidmaten dat nagenoeg volledig met de kerkgang was gestaakt! En was dat nog maar het ergste. Wat bleek namelijk? Dat het voor het eerst de oudere personen waren geweest die grotendeels voor deze daling hadden gezorgd. Bijna een derde van alle lidmaten boven de vijftig jaar hield er in 1973 mee op geregeld naar de mis te gaan! Dit feit heeft katholieke onderzoekers „niet weinig verontrust”, of zoals stond in de National Catholic Reporter:

„De steile daling in het kerkbezoek, die nu al verscheidene jaren gaande is, heeft bijna catastrofale afmetingen aangenomen. Voor de eerste maal voltrekt de afname in kerkbezoek zich echter onder het oudere deel van de bevolking. . . . De veranderingen van het afgelopen jaar zouden wel eens de meest dramatische ontwikkeling op het gebied van religieuze devotie in de hele geschiedenis van het christendom kunnen blijken.” [Wij cursiveerden] — 16 november 1973.

Waarom geeft dit nieuwe crisisverschijnsel de Kerk echter reden voor zo grote bezorgdheid? Voor een antwoord daarop kunnen we teruggaan naar een uitspraak van Battista Mondin, een Vaticaanse hoogleraar in de theologie, die in 1972 sprak over de woelige periode na het Tweede Vaticaans Concilie, en daarbij als geruststelling opmerkte dat er „nog altijd een zwijgende meerderheid van getrouwen is”, waarmee hij doelde op de oudere, meer stabiele lidmaten. Deze „zwijgende meerderheid” zou, naar zijn mening, tevens „het voortbestaan en de redding van de katholieke Kerk in Amerika zeker stellen”.

Maar helaas! Wat doet twee jaar later de „zwijgende meerderheid”? Redt ze de Kerk?

„Zwijgende meerderheid” snel bezig „verdwijnende minderheid” te worden

Uit alles blijkt dat de meerderheid van de Amerikaanse katholieken niet langer achter de religieuze gebruiken staat die door de Kerk worden vereist. Midden ’73 bezocht de helft bijvoorbeeld niet meer geregeld de mis. Uit de cijfers blijkt dat 12 percent haar slechts eenmaal per maand bezoekt, 26 percent eenmaal per jaar, en 14 percent bijna nooit meer, ofschoon de kerkwet een wekelijks bezoek vereist.

Hoe staat het met andere aangelegenheden met betrekking waartoe katholieken overhoop liggen met de katholieke leer? Uit tal van onderzoeken komt naar voren dat in 1973 de meerderheid van de katholieken 1. geboortenregeling toepaste, 2. in veel gevallen abortus toelaatbaar achtte, 3. goedkeurend stond tegenover voorechtelijk geslachtsverkeer, hetzij in bepaalde hetzij onder alle omstandigheden, 4. percentagegewijs dezelfde hoeveelheid echtscheidingen kende als andere Amerikanen en 5. niet geregeld naar de biecht ging.

De Kerk heeft haar standpunt ten aanzien van deze aangelegenheden herhaaldelijk en duidelijk bevestigd, niettemin gelooft en handelt de meerderheid van haar lidmaten in strijd met haar wetten. Wat voor „redding” kan de Kerk derhalve van deze „zwijgende meerderheid” verwachten? Zo er voor haar al enige hoop bestaat, dan lijkt die nu te rusten in de handen van een „verdwijnende minderheid”.

Natuurlijk zijn er bezorgde katholieken die willen weten wat er achter deze abrupte en versnelde uittreding uit de Kerk schuilt. Waarom zijn het vooral de ouderen die uittreden? Hiervoor zijn ten minste twee duidelijk aanwijsbare oorzaken aan te geven: 1. verlies van vertrouwen in het leiderschap en 2. in het „mystieke” aspect van de aanbidding.

Crisis in het leiderschap

Uit de onderzoekingen inzake het kerkbezoek treedt „een duidelijk verband” naar voren „tussen gebrek aan vertrouwen in het leiderschap en het niet meer naar de kerk gaan”. Vooral het afgelopen jaar heeft de kerkleiding sterk te lijden gehad van ernstige onenigheid. Niet langer komen de felste aanvallen van buiten de Kerk, neen, die heeft ze nu van binnenuit te verduren, van haar eigen geestelijken. Dit conflict is niet ongemerkt aan de leken voorbijgegaan. Altijd hebben zij een haast blindelings vertrouwen in de kerkelijke leiding gehad, maar hoe kunnen ze deze blijven aanvaarden wanneer degenen die deze leiding uitoefenen, het zo openlijk met elkaar oneens zijn? „Nooit” heeft de Amerikaanse katholieke gemeenschap „iets meegemaakt dat kan tippen aan de ontmoediging en verwarring die er thans heerst” waren de woorden van monseigneur J. T. Ellis, hoogleraar in de kerkgeschiedenis. Uit uitlatingen van paus Paulus VI blijkt dat dit probleem echter niet beperkt is tot de V.S. Vorig jaar juni sprak hij tegenover het College van Kardinalen zijn droefheid uit over de „leerstellige verwarring en verdeeldheid” binnen de gehele Kerk, terwijl hij toegaf dat de priesterschap in de wereld „een periode van verbijstering doormaakt”.

Is de situatie sindsdien verbeterd? Nee, integendeel, de tegenstellingen hebben zich nog meer toegespitst. Er waren pijnlijke wrijvingen met de vermaarde Zwitserse theoloog Hans Küng, openlijke spanningen met de 260 Amerikaanse bisschoppen, tal van incidenten met uittredende priesters en een grotere druk dan ooit op het priestercelibaat. Omstreeks oktober vorig jaar meldde een artikel op de voorpagina van de Franse krant Le Monde: „Religieuze beleving tanend, priesterroepingen kwijnend. Opstand is overal. De [kerkelijke] autoriteiten overweldigd.”

Enige tijd daarna onthulde paus Paulus tijdens twee op 10 november gehouden toespraken hoe diep de geslagen wonden waren. Zonder voorbereid manuscript, deed hij een emotioneel beroep op de priesters in zijn gehoor:

„Aanvaardt mij; veracht mij niet; aanvaardt me voor wat ik ben. Ik ben de Plaatsbekleder van Christus. . . . begrijp dat dit de hiërarchieke en gevestigde Kerk is . . . Het ogenblik is aangebroken waarop ik een beroep moet doen op uw volledige trouw en aandacht.” — Catholic Standard, 15 november 1973.

Waarom was een dergelijke rechtstreekse oproep tot erkenning van autoriteit noodzakelijk? Waarom ’is het moment aangebroken om een beroep te doen op volledige trouw’? Is het omdat het religieuze huis uiteenvalt wegens gebrek aan bindende autoriteit om het bijeen te houden? Jezus zei lang geleden: „Wanneer een rijk innerlijk verdeeld is, kan dat rijk geen stand houden.” — Mark. 3:24, 25, de katholieke Sint-Willibrordvertaling.

Uit de kerkelijke statistieken blijkt dat dit beginsel zich reeds in de praktijk doet gelden. In één jaar tijds verlieten zevenduizend nonnen de kloosters. Het aantal priesters is sinds 1969 met ongeveer 25.000 gedaald, en er gaan er steeds meer weg! Veel seminaries zijn leeg. Zo kritiek is de situatie dat het hoofd van de Vaticaanse afdeling voor katholiek onderwijs, kardinaal Garrone, een vergadering bijeenriep van tachtig bisschoppen vanuit de hele wereld om de crisis te bespreken. Hij noemde het verlies aan priesters kritiek en het werven van meer seminaristen „voor de Kerk een zaak van leven of dood”.

In een poging het getij van afvalligheid te keren, heeft de paus zich gedwongen gevoeld een nieuwe, verzoenlijker houding aan te nemen tegenover andersdenkende priesters dan in het verleden. Op 28 november sprak hij ten overstaan van een algemeen publiek over de scheuringen in de Kerk die zich „als een epidemie” uitbreiden. Daarna verscheen op 23 december in de L’Osservatore Romano, de officiële krant van het Vaticaan, een artikel waarin elke priester werd gesmeekt „het onmogelijke te doen om op zijn post te blijven”. Zelfs „al begaat u morele fouten — wat niet mag maar wel kàn gebeuren, want ook gij zijt zwak — staan u vele remedies ten dienste”. Hoe wanhopig moet het probleem wel zijn om dat te zeggen!

De verwarring in de gelederen der geestelijke herders is een van de redenen waarom loyale leden van de katholieke kudde in steeds groteren getale teleurgesteld raken. Er is echter nog een geheel andere reden, waarbij het wezen van het katholicisme zelf betrokken is.

Het verloren gaan van de „mystieke traditie”

De meeste aanbidders en vooral de ouderen, ondergingen de katholieke mis uit de dagen van vóór het Vaticaans concilie als iets bijzonders en speciaals voor hen. De Latijnse mis met haar uitwendige praal, „spreekt in alles over de aanwezigheid, ja, het mysterie van God onder de mensen”, zo schreef priester W. J. Bausch in het tijdschrift U.S. Catholic. Natuurlijk, en dat wordt ook onmiddellijk toegegeven, „zorgt dit mysterie voor een passieve, stille, met ontzag vervulde gemeente”, maar de klanten blijven komen. Dat het misbezoek in de slof is geraakt, is volgens hem daaraan te wijten dat de katholieke Kerk ’haar eigen mystieke traditie heeft verzaakt’.

„We moeten het nu met namaakvieringen doen”, was de klacht van de katholieke dichter Ned O’Gorman. Hij vindt „in deze nieuwe Kerk, alles even haastig en afgestompt geworden”. Wanneer het mysterie, het ontzaginboezemende, het onbegrijpelijke is weggenomen, voelen de mensen zich bedrogen. Het mysterie dat naar zij dachten God vertegenwoordigde, is weggenomen, waarna een leeg, door mensen ontworpen ritueel overblijft.

Hetzelfde geldt met betrekking tot andere religieuze gebruiken die katholieken eeuwenlang als hulpmiddel bij de aanbidding ten dienste hebben gestaan. Rozenkransen, heiligen, beelden, novenen en andere hulpmiddelen bij de aanbidding heetten de aanbidders dichter tot God te brengen. „De emoties worden gevoed met geheiligde symbolen en traditionele verrichtingen”, zo sprak monseigneur H. Maino van de St.-Frances Cabrini-kerk in Detroit. „Worden deze symbolen abrupt weggenomen . . . dan blijft de man of vrouw in de kerkbank vergramd en vervreemd achter.” Hij roept op tot een terugkeer tot de vroegere achting voor deze hulpmiddelen bij de aanbidding.

Maar is dat werkelijk de oplossing?

Jezus Christus leerde zijn volgelingen niet om zich bij de aanbidding op stoffelijke dingen te verlaten. In plaats daarvan zei hij: „De ware aanbidders [zullen] de Vader . . . aanbidden in geest en waarheid. De Vader toch zoekt mensen die Hem zo aanbidden. God is geest, en wie Hem aanbidden, moeten Hem in geest en waarheid aanbidden.” — Joh. 4:23, 24, Sint-Willibrordvertaling.

Wat nu?

Ernstige vragen liggen er nu voor hen die ermee zijn opgehouden naar de kerk te gaan. Zijn zij slechts teleurgesteld in de Kerk, of is hun hart ook verkoeld ten aanzien van God?

Als het werkelijk liefde voor rechtvaardigheid is geweest die hen ertoe heeft gebracht zich uit de verwarring in de Kerk terug te trekken, dan zullen zij niet eenvoudig een koude, materialistische levenswijze gaan volgen. Zij zullen dan willen weten hoe God werkelijk aanbeden wenst te worden. Dit zal hen tot de bijbel keren, waarin Gods wil voor ons staat onthuld. Zij zullen in overeenstemming met deze wil wensen te leven en met anderen willen omgaan die deze zelfde wens koesteren.

Ook zij die in de Kerk blijven in de hoop dat ze op de een of andere wijze haar huidige crisis te boven zal komen, zullen hun zienswijze onder de loep moeten nemen. Waarom blijven zij? Is het omdat zij ervan overtuigd zijn dat de leringen van de Kerk hecht gefundeerd zijn op Gods Woord der waarheid? Hebben zij dit boek persoonlijk gelezen om zich hiervan te overtuigen? Of zijn ze wat dat aangaat onverschillig en bereid met alles mee te gaan wat de Kerk doet? Jezus zei: „Gelukkig zijn zij die hongeren en dorsten naar rechtvaardigheid, want zij zullen verzadigd worden.” — Matth. 5:6.

Een oprechte katholieke vrouw die zichzelf vragen had gesteld omtrent haar aanbidding begon de bijbel te bestuderen om te zien wat God van de mens verlangt. Daarop schreef zij naar haar oudere oom, die priester was in Rome, over hetgeen zij leerde. In zijn antwoordbrief stond onder meer:

„Ja, mijn kind, JEHOVAH is werkelijk GODS naam. Hij wordt niet al te veel gebruikt, maar hoe verkeerd is dit van ons. Hij had al lange tijd geleden bekend moeten zijn, maar wij zijn niet volmaakt en moesten tragischerwijs gehoorzaam zijn aan een ontoereikende Superieur.

Deze mensen van dit Geloof zijn aardige mensen, zij onderwijzen jou en anderen de werkelijke Waarheid. Hoe prachtig is het niet om van huis tot huis te gaan, en hoe zwaar ook, maar deed Jezus niet hetzelfde? . . .

Nu, nicht van mij, als je kunt, zou ik het zeer op prijs stellen als je mij ook enkele van de boeken zou kunnen sturen die jij aan het bestuderen bent. Het doet mijn hart zo goed dat jij kennis, ware kennis, kunt putten uit de juiste bron.”

Ja, veel oprechte katholieken trekken voordeel van de van-huis-tot-huisbediening van Jehovah’s getuigen. Zij aanvaarden de gratis dienst die hun wordt aangeboden — een studie van de bijbel in de besloten omgeving van hun eigen woning. Zij leren uit de eerste hand welke soort van aanbidding God behaagt. Voor hen is hetgeen er in de katholieke Kerk is gebeurd, een ware zegen gebleken. Ze mogen dan vervreemd zijn geraakt van een door mensen opgezette organisatie van aanbidding, het heeft hen wel geholpen ’tot God te naderen’. — Jak. 4:8, Sint-Willibrordvertaling.

Weldra zullen allen die een geloofsovertuiging belijden, geoordeeld worden. „Op die dag”, zo zei Jezus, zullen het niet degenen zijn die „Heer, Heer” roepen, die zullen worden goedgekeurd, „maar hij die de wil doet van mijn Vader die in de hemel is” (Matth. 7:21, 22, Sint-Willibrordvertaling). Handel verstandig. Trek voordeel van de gelegenheid die u nu wordt geboden om Gods wil te leren kennen en deze vervolgens ook te doen!

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen