Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g75 22/5 blz. 28-30
  • Kunnen heiligen u helpen?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Kunnen heiligen u helpen?
  • Ontwaakt! 1975
  • Vergelijkbare artikelen
  • Heiligen
    Redeneren aan de hand van de Schrift
  • Hoe kunnen ware heiligen u helpen?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2002
  • Moeten we tot heiligen bidden?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2013
  • Het schrappen van heiligen veroorzaakt verwarring
    Ontwaakt! 1970
Meer weergeven
Ontwaakt! 1975
g75 22/5 blz. 28-30

Wat is de zienswijze van de bijbel?

Kunnen heiligen u helpen?

„TOT wie zullen we bidden?” In antwoord op die vraag verklaarde J. V. Gallagher in een katholieke catechismus: „Alle gebeden gaan uiteindelijk naar God, en de meeste van onze gebeden zullen rechtstreeks tot hem gericht zijn. Soms echter is het ons een vreugde de Heilige Moeder of een heilige aan te roepen en hun te vragen zich speciaal met ons in gebed te verenigen.” — To Be a Catholic, A Catechism for Today.

Met zulke aanmoedigende woorden in gedachten zijn er vele oprechte personen geweest die zich in gebed tot „heiligen” hebben gericht, hen beschouwend als voorsprekers bij God. „Vanuit theologisch standpunt bezien”, aldus de New Catholic Encyclopedia, „moet onder voorspraak worden verstaan de daad van pleiting verricht door één van degenen die voor Gods aangezicht daartoe het recht hebben, ten einde barmhartigheid te verkrijgen voor degene die in nood verkeert.” En over de voorspraak van Maria, engelen en „heiligen” staat in dit naslagwerk nog onder meer: „Een katholiek zal geen twijfels koesteren aangaande het feit van hun voorspraak, gezien de uitdrukkelijke verklaring van dit dogma door het Concilie van Trente — ’de heiligen, regerend met Christus, richten hun gebeden tot God ten behoeve van de mensen’ . . .”

Tot de door de Rooms-Katholieke Kerk als heiligen beschouwde personen behoren zowel mannen als vrouwen, die wat hun aantal betreft niet beperkt zijn tot in de bijbel voorkomende personen — zoals bijvoorbeeld Petrus en Johannes, apostelen van Jezus Christus. De in 1643 voor het eerst uitgegeven Acta Sanctorum vermeldt meer dan 17.000 „heiligen”. Bovendien neemt het aanroepen van heiligen ook in de Grieks-Orthodoxe Kerk en de diverse oosterse Kerken een belangrijke plaats in. Het is derhalve passend te vragen: Kunnen heiligen u helpen? Wat geeft de bijbel te kennen?

De term „heiligen” komt men in enkele vertalingen van de bijbel tegen. Beveelt de Schrift echter aan om gebeden tot hen, of door bemiddeling van hen tot God, op te zenden? Wel, merk op waartoe de apostel Paulus christenen aanspoorde, namelijk om „met grote volharding voor alle heiligen te blijven bidden”, niet tot of door bemiddeling van hen (Ef. 6:18, Petrus-Canisiusvertaling). Hij deed de aanbeveling om te bidden voor of ten behoeve van alle gezalfde medevolgelingen van Jezus Christus die toen op aarde leefden, niet in de hemel. Dienovereenkomstig sprak Paulus de christenen die indertijd in Efeze en Filippi woonden, als „heiligen” aan. — Ef. 1:1; Fil. 1:1, PC.

Interessant is dat de New Catholic Encyclopedia indirect toegeeft dat voorspraak door „heiligen” geen bijbelse ondersteuning heeft. Daarin staat: „Met betrekking tot de voorspraak van de doden voor de levenden — waarover in de oudste boeken van het O[ude] T[estament] geen melding wordt gemaakt, . . . heeft men de bekende tekst van 2 Makk. 15, 11-16. Ook al wordt in de nieuw-testamentische geschriften niet met zoveel woorden over het onderwerp gerept, dan heeft men toch in de praktijk van de vroege Kerk een overvloed van bewijzen die geloof en overtuiging demonstreren in de bemiddelende macht van degenen die ’in Christus waren gestorven’. Dergelijke bewijzen . . . treft men aan op tal van grafschriften, in anaphorae, litanieën, liturgische documenten, handelingen van de martelaren, en in de veelvuldige zinspelingen in de geschriften van Oosterse, Griekse en Latijnse kerkvaders.”

De hooggewaardeerde Cyclopædia of Biblical, Theological and Ecclesiastical Literature, door M’Clintock en Strong, wijst ook op het feit dat de leer over de voorspraak van „heiligen” elke schriftuurlijke ondersteuning mist, tevens aan de vroege Kerk onbekend was, en „uitdrukkelijk door het Concilie van Laodicéa (A.D. 481) en de vroege kerkvaders is veroordeeld”. En hoewel de voorstanders zich beroepen op bepaalde „kerkvaders” en oude liturgieën, merkt deze encyclopedie nog op: „Er moet in gedachten worden gehouden dat het gaat om onschriftuurlijke toevoegingen die ontstonden nadat de kerk reeds was geïnfiltreerd door het Alexandrijnse Neoplatonisme en Oosterse Magie, welke hun sporen nalieten in zelfs de meest orthodoxe vormen van christelijke aanbidding, alsmede geloofsbelijdenissen, en dat tot de 4e en 5e eeuw aan toe, een periode in de geschiedenis van de christelijke Kerk waarin ketterijen, om een gemeenplaats te gebruiken, bijna aan de orde van de dag waren.”

Twee Makkabeeën 15:11-16 is wel aangehaald om te trachten een ondersteuning te geven voor het geloof dat de doden „voorspraak” kunnen doen voor de levenden. Deze passage bevat onder meer de aanduiding dat de overleden Hebreeuwse profeet Jeremia ’veel bad voor zijn volk en de heilige stad’. Twee Makkabeeën echter is, zoals ook veel geleerden toegeven, niet onder goddelijke inspiratie opgetekend; het is een van de apocriefe boeken. U geeft toch ook de voorkeur aan het getuigenis van Gods geïnspireerde Woord de bijbel? U kunt erop vertrouwen, want de apostel Paulus schreef: „De hele Schrift is door God ingegeven, en is nuttig tot onderrichting, weerlegging, terechtwijzing en opvoeding in de gerechtigheid; opdat de man Gods er door volmaakt zou worden, en toegerust tot ieder goed werk.” — 2 Tim. 3:16, 17, PC.

Jeremia zou als gestorvene onmogelijk voor iemand kunnen bidden. Waarom niet? Wegens hetgeen er in Prediker 9:5, 10 over de doden staat. „De dooden”, aldus de vertaling van dit bijbelgedeelte in de Nederlands-katholieke Professorenbijbel, „weten niets meer . . . want in de onderwereld, waarheen gij snelt, is geen werk, geen overleg, geen wijsheid, geen kennis.” Jeremia behoort tot degenen die nu in afwachting van de opstanding slapen in de dood.

Veel mensen hebben gebeden voor beelden van „heiligen”. Is dit juist geweest? De apostel Johannes schreef tot medegelovigen: „Kindertjes, wacht u voor de afgoden.” — 1 Joh. 5:21, De Katholieke Bijbel.

Hoe dient een christen dan zijn gebeden tot God te richten opdat deze aanvaardbaar voor hem zijn? Jezus Christus zei kort maar krachtig: „Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij. Als gij Mij iets zult vragen in mijn Naam, zal Ik het doen” (Joh. 14:6, 14, Sint-Willibrordvertaling). Thans bezit hij, als een uit de doden opgewekt en verheerlijkt geestelijk schepsel, „omdat Hij in eeuwigheid blijft, . . . een onvergankelijk priesterschap. Zo is Hij in staat voor altijd hen te redden die door zijn tussenkomst tot God willen naderen, Hij, die altijd leeft om hun voorspraak te zijn” (Hebr. 7:24, 25, SW). Daarnaast schreef Paulus nog: „Want er is één God, en ook één Middelaar tussen God en de mensen, de Mens Jezus Christus.” — 1 Tim. 2:5, PC.

Ware christelijke „heiligen” (zoals bedoeld in Efeziërs 1:1) zijn geen personen die heilig zijn verklaard door een religieuze organisatie. Neen, het is Jehovah God die hen nadat zij een nauwkeurige kennis van de bijbel hebben verworven, heiligt door middel van zijn heilige geest, die in hen een ware hoop op hemels leven verwekt (Rom. 8:16, 17; 2 Thess. 2:13, 14). Dat leven wordt slechts verworven door getrouwheid tot de dood en daarna een opstanding als geestelijk schepsel. Hun uiteindelijke aantal bedraagt 144.000 in totaal. — Openb. 2:10; 14:1-4.

Neen, de „heiligen” die reeds zijn opgewekt, hebben niet de autoriteit om wanneer u bidt als voorspraak voor u op te treden. Spoedig evenwel zullen de 144.000 uit de doden opgewekte „heiligen” met Jezus Christus voor duizend jaar over de aarde regeren. Op die wijze zullen zij tot zegen voor de mensheid zijn. — Openb. 20:6.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen