Een nieuw tijdperk van vrijheid in Quebec
WAT zou u waarnemen wanneer u thans een bezoek aan Quebec bracht?
U zou een samenleving ontmoeten die heel veel lijkt op de rest van de maatschappij in Noord-Amerika. Verdwenen zijn de vrees en onderdrukking die als het zwaard van Damocles boven het hoofd van de bevolking hing toen er nog sprake was van een totalitaire katholieke overheersing. Men kan nu zijn eigen beslissingen nemen met betrekking tot onderwijs, werk, gezinsplanning, religie — zonder zich nog langer zorgen te hoeven maken over de goedkeuring van de priester.
De regering heeft sinds 1964 het onderwijs overgenomen en sterk verbeterd. De nadruk bij het onderwijs is nu komen te liggen op handel en techniek, in plaats van op theologie en filosofie. Er openen zich voor Frans-Canadese jongeren steeds meer mogelijkheden om een arbeidsplaats in de zakenwereld en de industrie te verwerven.
De pers en andere media zijn vrij om actuele vraagstukken aan te snijden en met hun bevindingen voor de dag te komen. De huidige bewoner van Quebec is thans beter ontwikkeld en beter geïnformeerd dan ooit. En een ’ontwikkelde’ publieke opinie vraagt om een betere regering.
Minderheidsgroepen als Jehovah’s getuigen en andere zijn thans in Quebec even vrij als elders. Er is een geheel nieuwe atmosfeer van intellectuele vrijheid ontstaan, die vóór de Stille Revolutie geheel onbekend was.
Quebec is uit de nachtelijke duisternis van een geestelijke achterstand met een grote sprong in de moderne samenleving beland. En zoals gezegd, veel omstandigheden zijn door deze veranderingen op wereldlijk terrein verbeterd; toch is er nog een belangrijke menselijke behoefte die hier niet buiten beschouwing gelaten kan worden!
Het religieuze vacuüm: Wie kan het vullen?
Wanneer men plotseling de kern van een maatschappij verwijdert, blijft er een leegte achter. Dus wat is er in Quebec gebeurd na het plotselinge machtsverlies van de katholieke Kerk?
Schrijver R. Surette van de Montreal Star geeft hierop het volgende commentaar: „De katholieke Kerk is 300 jaar lang de kern van de Frans-Canadese maatschappij geweest . . . Wat gebeurt er wanneer dit soort van macht verdwijnt? . . . angst en onverschilligheid hebben zowel onder geestelijken als leken postgevat, daar waar de Kerk eens pal stond.”
Door wie of wat kan dit religieuze vacuüm derhalve worden gevuld? Wie kan aan de behoefte van de bevolking voldoen wanneer het gaat om geestelijke vertroosting en bijbels onderricht? De meeste religies in Canada zijn vanwege de overheersende rol die de katholieke hiërarchie in het verleden heeft gespeeld, bang geweest om in Quebec actief te zijn. Zulks met het gevolg dat zij niet in staat blijken aan de thans bestaande religieuze behoefte te voldoen.
Hoewel, er is één opmerkelijke uitzondering! De afgelopen vijftig jaar hebben Jehovah’s getuigen zonder ophouden, in zowel gunstige als moeilijke tijd, hun liefdevolle bezorgdheid voor de Frans-Canadese bevolking van Quebec getoond. Zij hebben bijbels onderricht en geestelijke vertroosting geschonken aan allen die dat wensten. Jehovah’s getuigen hebben in Quebec een hechte organisatie van momenteel 130 gemeenten en meer dan 7000 personen die actief deelnemen aan het geven van bijbels onderricht. Zij zijn gereed en in staat het religieuze vacuüm te vullen. Maar kunnen zij ook aanspraak maken op het vertrouwen van de bevolking?
Respect en vertrouwen verdiend
Het is nu wel overduidelijk dat de tegenstand die Jehovah’s getuigen in het verleden van de bevolking van Quebec hebben ondervonden, zijn oorzaak vond in de verkeerde voorlichting die de geestelijke en politieke leiders van die tijd over hen gaven. Ondertussen zijn de mensen rechtstreeks met Jehovah’s getuigen bekend geraakt en nu is hun zienswijze geheel veranderd.
„Duplessis moet zich in zijn graf hebben omgedraaid”, zo schreef op 30 juli 1973 een Frans-Canadese rubriekschrijver, A. Rufiange, in Le Journal de Montreal, terwijl hij verder nog opmerkte: „hij die Jehovah’s getuigen als boemannen behandelde en ons in die tijd op school ervan overtuigde dat het een sekte van boosdoeners betrof . . . Ik ben geen Getuige. Maar wel ben ik getuige van het feit dat het gedrag van de Getuigen van efficiëntie en beschaving getuigt. . . . Werkelijk bijzonder aardige mensen. Zouden zij de enige mensen ter wereld zijn, wij zouden ’s nachts onze deuren niet meer hoeven te vergrendelen of het inbrekersalarm hoeven aan te zetten.”
Jehovah’s getuigen en hun vreedzame gewoonte om in de huizen van mensen bijbels onderricht te geven, zijn nu een bekend en geaccepteerd verschijnsel geworden in de Quebeckse samenleving. Vaak wordt hun door huisbewoners de vraag gesteld: ’De Kerk is verdwenen. Wat nu? Wat gaat er nu met ons gebeuren?’ Na hun vertrouwen in de zo lang oppermachtige Kerk te hebben verloren, wenden veel bewoners van Quebec zich tot Jehovah’s getuigen als de enige personen die oprecht in hun persoonlijke problemen en geestelijke behoeften zijn geïnteresseerd.
Hun organisatie groeit — numeriek, maar ook in rijpheid en kwaliteit. De laatste tien jaar hebben Jehovah’s getuigen in Montreal een Franstalige school gehad waarin Frans taalonderricht is gegeven aan al meer dan 1200 personen die van andere delen van Canada zijn overgekomen om te dienen waar de behoefte aan predikers groter is.
Bovendien hebben Jehovah’s getuigen in de zomer van 1974 een vertaling van de bijbel in modern Frans uitgegeven, verkrijgbaar tegen een prijs die binnen ieders bereik ligt. Al het mogelijke wordt door hen gedaan om de bevolking van Quebec geestelijk te versterken. En men hoort Jehovah’s getuigen ook vaak praten over de grote vreugde die het hun geeft om onder deze geïnteresseerde en stimulerende mensen te werken.
Dat zij het respect van de bevolking verworven hebben, wordt voor ons bevestigd door een commentaar van G. Bherer, journalist voor Le Soleil van de stad Quebec, die de „Goddelijke voornemen”-vergadering van Jehovah’s getuigen bezocht welke in augustus 1974 in Quebec werd gehouden, en onder meer schreef: „Jehovah’s getuigen hebben de laatste paar jaar in de provincie Quebec een ontzagwekkende toename ervaren. . . .”
Verder merkte hij nog op: „Voor de getuige van Jehovah is religie een levenswijze en geen verzameling ceremonies. De nadruk leggend op eerlijkheid en morele reinheid, prediken zij dat Christus werkelijk de Zoon van God is en dat alle hoop op toekomstig leven afhankelijk is van het geloof dat men in hem oefent. Zij geloven dat in de zeer nabije toekomst, in onze eigen generatie, Gods koninkrijk het huidige goddeloze samenstel zal vernietigen.”
Het succes en de doeltreffendheid van de activiteiten van Jehovah’s getuigen in Quebec hebben op zich reeds tot het respect en het vertrouwen van de bevolking bijgedragen. In Le Petit Journal van 28 juli 1974, een in Montreal verschijnende krant, werd gewezen op de religieuze achteruitgang aan de ene en de voorspoed aan de andere kant, met de woorden: „Terwijl de traditionele religies in verval geraken en hun kerken steeds leger worden, nemen Jehovah’s getuigen in aantallen toe en kopen zij zelfs voormalige kerkgebouwen en andere faciliteiten op om daarin hun nieuwe leden bijeen te brengen.
Hadden zij in 1945 slechts 356 leden [in Quebec] — in 1974 was hun aantal in de provincie tot 7000 gestegen, verdeeld over 120 gemeenten in 125 steden.
In 1973 zagen Jehovah’s getuigen hun aantal toenemen met 22 percent. Wegens deze grote toename van getuigen in Quebec werden diverse zalen en kerken gekocht om in vergadergelegenheid te voorzien. De belangrijkste aankoop in het district Montreal is de Dorémi-danszaal te Saint Luc, plaats biedend aan 1800 mensen.” Deze zaal te Saint Luc is een Congreshal van Jehovah’s getuigen geworden.
De stad Joliette (Quebec) bleek voorheen een speciaal bolwerk van het katholicisme. Een immens seminarie was een van de dominerendste gebouwen van de stad. En nog in 1949 werden zendelingen van Jehovah’s getuigen door woedende katholieke volksmenigten uit de stad verdreven. — Zie de Engelse Ontwaakt! van 8 april 1950.
Nu is er in Joliette een actieve gemeente van Jehovah’s getuigen met een mooie Koninkrijkszaal gelegen aan een van de belangrijke verkeerswegen. Ondertussen is het seminarie door de regering aangekocht en is thans in gebruik als college. Dit voormalige seminarie is bovendien al tweemaal door Jehovah’s getuigen gebruikt voor hun halfjaarlijkse kringvergaderingen.
R. Gagnon was een zakenman in Joliette toen hij deel uitmaakte van de menigte die in 1949 Jehovah’s getuigen uit de stad verdreef. Op het ogenblik is hij een lid van de gemeente van Jehovah’s getuigen in deze zelfde stad.
Nu de mensen Jehovah’s getuigen beter kennen, zijn er velen onder de van nature vriendelijke en opgewekte Frans-Canadezen die een andere houding jegens de Getuigen zijn gaan aannemen, een houding van vertrouwen en respect, zoals blijkt uit de wijze waarop zij op de aanmoedigende bijbelse inlichtingen reageren die hun worden geboden.
Maar hoe is dit onderwijs van invloed op de mensen die het accepteren?
Mensen geholpen
De druk die deze onstabiele wereld van alle kanten op ons uitoefent, is van velerlei aard. Problemen zijn universeel, maar vooral de jeugd heeft hulp nodig. Deze wordt hun door Jehovah’s getuigen geboden. „JONGE HIPPIE-VERSLAAFDEN DOOR JEHOVAH’S GETUIGEN GERED”, zo luidde de kop boven een artikel in La Patrie van 28 juli 1974, waarin de aandacht werd gevestigd op een deel van het goede werk dat door de Getuigen wordt verricht.
Het artikel zette uiteen hoe vier jonge voormalige verslaafden aan verdovende middelen, drie mannen en één vrouw, Jehovah’s getuigen waren geworden en zich zowel letterlijk als in moreel opzicht hadden gereinigd. Er stonden foto’s bij van hun uiterlijk voor- en nadat zij Jehovah’s getuigen waren geworden. Op de „ervoor”-foto’s stonden langharige, onverzorgde jongelieden; op de „daarna”-foto’s zag men vier keurige nette jonge mensen.
In het artikel van verslaggever A. Le Bel stond als commentaar: „Hun levensstijl is aanzienlijk veranderd omdat zij, zoals zij zeggen, nu een doel in het leven hebben gevonden waaraan zij al hun energie kunnen besteden . . . Alle getuigen van Jehovah zijn het erover eens dat het toepassen van bijbelse beginselen in het dagelijks leven het morele gedrag en de kwaliteit van het leven verbetert.”
Een andere jongeman, katholiek van geboorte en wonend in Montreal, was in zijn leven volledig bevangen geraakt door de gokkoorts. „Op een avond dat ik bij de paardenrennen was, kwamen mijn zwager en zijn vrouw bij ons op bezoek en lieten twee exemplaren van het boek De Waarheid die tot eeuwig leven leidt bij mijn vrouw achter”, zo schrijft hij. „Toen ik thuiskwam, vertelde ze mij over wat ze had geleerd, dat het einde van dit samenstel zeer nabij was, en dat degenen die niet de zijde van Jehovah kiezen, vernietigd zullen worden. Ze stelde voor dat ik ook dat kleine blauwe boekje zou lezen; het lag opengeslagen op bladzijde 94. Ze raakte bij mij een gevoelige snaar, want ik voelde me werkelijk ontevreden met de manier waarop ik mijn leven leidde en ik wist dat ik veranderingen moest aanbrengen. Mijn geweten begon me zo te kwellen dat ik die nacht de slaap niet kon vatten.
De volgende dag las ik het kleine boekje door en diezelfde avond nog vroeg ik mijn zwager of hij met mij wilde studeren. Nu ben ik blij samen met mijn vrouw een van Jehovah’s getuigen te zijn.”
Dit zijn slechts enkele ervaringen van degenen die door het predikings- en onderwijzingswerk van Jehovah’s getuigen zijn geholpen. En zo kunnen er nog hele reeksen van gelukkige voorbeelden worden opgesomd.
Hoe komt het toch dat zovelen zich in hun hart tot Jehovah’s getuigen aangetrokken voelen? Is het de eenvoudige en ongecompliceerde bijbelse boodschap die zij brengen, dat de regering van Jehovah en zijn Zoon Jezus Christus op het punt staat de heerschappij over de aarde van het huidige wankelende samenstel over te nemen? Deze regering zal veranderingen tot stand brengen die geluk en leven tot gevolg zullen hebben voor al degenen die voor leven in die nieuwe ordening in aanmerking zullen komen.
Gelukkige veranderingen zijn reeds in Quebec tot stand gekomen, maar de grootste moeten nog komen, en wel door middel van Gods koninkrijk. Jehovah’s getuigen doen alle mensen de uitnodiging toekomen zich bij hen te voegen en meer over Jehovah, de God van liefde, en zijn grootse voornemen voor de mensheid te weten te komen. Het is zoals de bijbel zegt: „Gelukkig is de man die niet in de raad der goddelozen heeft gewandeld . . . Maar zijn lust is in de wet van Jehovah . . . en al wat hij doet, zal gelukken.” — Ps. 1:1-3.