Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g77 8/11 blz. 27-29
  • Is instrumentale muziek passend bij de christelijke aanbidding?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Is instrumentale muziek passend bij de christelijke aanbidding?
  • Ontwaakt! 1977
  • Vergelijkbare artikelen
  • Met instrumentale muziek melodieën maken voor Jehovah
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1977
  • Wist je dit?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2024
  • Muziek
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Muziek
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
Meer weergeven
Ontwaakt! 1977
g77 8/11 blz. 27-29

Wat is de zienswijze van de bijbel?

Is instrumentale muziek passend bij de christelijke aanbidding?

MUZIEK neemt in de bijbel, van Genesis tot en met Openbaring, een belangrijke plaats in. De Oxford Companion to Music merkt hierover op: „Door de gehele antieke geschiedenis van het joodse volk heen . . . bemerken wij dat er wellicht veelvuldiger melding van muziek wordt gemaakt dan in de geschiedenis van enig ander volk. Elke vorm van algemeen vreugdebetoon gaat vergezeld van muziek.” In dezelfde trant spreekt de musicoloog Kurt Sachs als hij ons vertelt dat „onder de boeken die de wereld kent, slechts weinige er aanspraak op kunnen maken van meer belang voor de geschiedenis van de muziek te zijn dan de bijbel”. — The Rise of Music in the Ancient World.

Dit wordt gestaafd door het feit dat wij reeds in Genesis 4:21 vernemen dat Jubal „de stamvader [bleek] te zijn van allen die de harp en de schalmei hanteren”. In de dagen van de patriarchen uit de oudheid waren zingen en het gebruik van muziekinstrumenten heel gewoon (Gen. 31:27). Wanneer er reden was tot vreugdebetoon, werd vooral de tamboerijn gebruikt. — Ex. 15:20; Recht. 11:34.

Aangezien muziek, speciaal bij vreugdevolle gelegenheden, een voortreffelijk doel diende, bemerken wij dat de Israëlieten veel gebruik maakten van muziekinstrumenten als zij zich verheugden in hun God Jehovah. De psalmist, koning David, zong: „Ontwaak toch, o mijn heerlijkheid; ontwaak toch, o snaarinstrument; gij ook, o harp. Ik wil de dageraad wekken.” En hij gaf anderen de aansporing: „Brengt Jehovah dank op de harp; speelt op een tiensnarig instrument melodieën voor hem” (Ps. 57:8; 33:2). Het is interessant te weten dat David de meest op de voorgrond tredende musicus van de bijbel was. Hij was een bijzonder bekwaam harpist; hij organiseerde muzikale tempelaanbidding waarbij duizenden zangers en musici betrokken waren en hij stond er zelfs om bekend dat hij nieuwe muziekinstrumenten ontwikkelde! — 1 Sam. 16:16-18; 1 Kron. 25:1-31; 2 Kron. 7:6; 29:27.

Aangezien er zowel in het leven van alle dag als in het religieuze leven van de Hebreeën zoveel nadruk op muziek werd gelegd, was het vanzelfsprekend dat zij muziek een belangrijke plaats in hun formele aanbidding lieten innemen. Wij vinden een lijst van de instrumenten die werden gebruikt toen David voor de eerste maal de ark des verbonds naar Jeruzalem trachtte te brengen, en een iets andere lijst toen hij hierin ten slotte slaagde. En wat een koor en orkest had Salomo toen hij de tempel inwijdde die hij voor Jehovah had gebouwd! Er waren musici die cimbalen, harpen en andere snaarinstrumenten bespeelden, alsook 120 priesters die de trompet bliezen. Behaagde Jehovah al dit musiceren? Heel beslist, want zodra God met instrumenten en gezang werd geloofd en gedankt, vervulde de heerlijkheid van Jehovah de tempel (1 Kron. 13:8; 15:28; 2 Kron. 5:11-14). Geen wonder dat ons wordt verteld dat geen enkele natie uit de oudheid zo’n uitgebreid gebruik van muziek in hun aanbidding maakte als de Hebreeën!

Ondanks het feit dat er, zowel door afzonderlijke personen als in de georganiseerde tempelaanbidding, op zulk een grote schaal gebruik werd gemaakt van muziek bij het loven van Jehovah, zijn er enkele personen en religieuze groeperingen die zich krachtig tegen het gebruik van instrumentale muziek in de christelijke aanbidding verzetten. Niet algemeen bekend is het feit dat protestantse hervormers als Maarten Luther, Johannes Calvijn en John Knox gekant waren tegen het gebruik van orgelmuziek als begeleiding van het zingen bij kerkdiensten. Volgens hen was het orgel „een symbool van Baäl” en instrumentale muziek was in de christelijke aanbidding net zo min nodig als „de wierook en de kandelaar”. Hoewel hun volgelingen over het algemeen instrumentale muziek in hun kerkdiensten hebben opgenomen, blijft er nog altijd een aantal kleinere groeperingen over die bezwaar hebben tegen het gebruik van instrumentale muziek in de christelijke aanbidding.

Welke bezwaren voeren zij aan, of wat voor argumenten gebruiken zij om hun standpunt te ondersteunen? Zij leggen er de nadruk op dat er in de christelijke Griekse Geschriften geen melding van wordt gemaakt dat de eerste christenen instrumentale muziek in hun aanbidding gebruikten. Maar dat op zichzelf bewijst nog niets. Het gebruik van instrumentale muziek is beslist niet onontbeerlijk in de christelijke aanbidding. Het kan best zijn dat de eerste-eeuwse christenen wel instrumentale muziek op hun bijeenkomsten voor aanbidding hebben gebruikt, doch dat zij het eenvoudig niet noodzakelijk vonden dit feit te vermelden. Of het zou kunnen zijn dat zij het gebruik van instrumentale muziek zo onbelangrijk vonden dat het noch géboden noch vèrboden was.

Nog een bezwaar dat zij maken, is dat muziekinstrumenten onlosmakelijk verbonden waren met een ceremoniële vorm van tempelaanbidding die niet langer door christenen wordt beoefend. En het is waar dat priesters bij de inwijding van de tempel van Salomo de trompet bliezen en dat de levieten assisteerden met liederen en andere muziekinstrumenten. Er zij echter opgemerkt dat dit gebruik van instrumentale muziek geen rechtstreeks gebod van de wet van Mozes was, zoals wel met de wierook, de offers, de speciale kleding van de priesters en de tabernakel en de aankleding daarvan het geval was. Zulke zinnebeeldige dingen gingen voorbij toen de werkelijkheid was gekomen. Als het gebruik van muziekinstrumenten eveneens zinnebeeldig was, rijst echter de vraag: Wat beeldden ze af?

Er wordt ook betoogd dat de eerste christenen hun bijeenkomsten inrichtten naar het voorbeeld van de synagoge en niet naar de tempel en dat christenen derhalve geen muziekinstrumenten gebruikt hebben, aangezien nergens wordt vermeld dat de joden instrumentale muziek in hun toenmalige synagogen gebruikten. Maar of er nu wel of geen instrumentale muziek in de toenmalige synagogen werd gebruikt, het blijft een feit dat de christelijke aanbidding niet tot in alle details naar het voorbeeld van de synagoge werd gevormd. Het zou dus best kunnen dat de eerste christenen niets aanstotelijks in het gebruik van harpen of andere snaarinstrumenten zagen.

Het is veeleer redelijk aan te nemen dat, aangezien de joden zo’n muzikaal volk waren en gewend waren tijdens hun aanbidding in de tempel muziek te horen, de tot het christendom bekeerde joden zich hebben gewend tot het gebruik van instrumentale muziek bij hun christelijke vergaderingen.

Wel kan er terecht bezwaar gemaakt worden als de muziek schepselen verheerlijkt, wellicht degenen die de muziekinstrumenten bespelen. Maar wat voor kwaad kan er schuilen in een oordeelkundig en bescheiden gebruik van instrumentale muziek ter begeleiding van het zingen, of van instrumentale muziek die vóór of na bijeenkomsten voor aanbidding wordt gespeeld? Een bekende autoriteit op het gebied van religie stelt dat het uitbannen van instrumentale muziek in de christelijke gemeentelijke aanbidding „een vergissing is die naar ascetisme riekt”. Aangezien het heden ten dage veel aan muziekonderricht ontbreekt, vormt instrumentale muziek voor de aanbidders een grote hulp om de juiste noten in het juiste tempo te zingen. Het gebruik van grammofoonplaten door de christelijke Getuigen van Jehovah is hiervan een voorbeeld.

Er zou in dit verband opgemerkt kunnen worden dat de door het Wachttorengenootschap verschafte grammofoonplaten met Koninkrijksliederen een grote hulp zijn voor christenen die de door de apostel Paulus in Efeziërs 5:18, 19 gegeven instructies willen opvolgen: „Blijft vervuld worden met geest, tot elkaar sprekend met psalmen en lofzangen voor God en geestelijke liederen, waarbij gij zingt en uzelf begeleidt met muziek in uw hart voor Jehovah.”

Er kan werkelijk geen steekhoudend bezwaar tegen het gebruik van instrumentale muziek in de christelijke aanbidding worden aangevoerd zolang er maar niet overdreven wordt.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen