Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g80 22/4 blz. 12
  • Van „heilige scarabee” tot professioneel grondbemester

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Van „heilige scarabee” tot professioneel grondbemester
  • Ontwaakt! 1980
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Een ongewoon dieet
  • Het navigatievermogen van de mestkever
    Ontwaakt! 2014
  • Levende juwelen van de insectenwereld
    Ontwaakt! 2004
  • Afrikaanse mestkevers snellen te hulp!
    Ontwaakt! 1996
  • Duivemest
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
Ontwaakt! 1980
g80 22/4 blz. 12

Van „heilige scarabee” tot professioneel grondbemester

Door Ontwaakt!-correspondent in Zuid-Afrika

KEVERS komen overal bij miljoenen en in grote verscheidenheid voor. Maar welk insekt heeft een interessantere en ongewonere geschiedenis dan de scarabee of mestkever?

In het oude Egypte bewoog dit schepseltje zich in de allerhoogste kringen, zoals zijn Latijnse naam, Scarabaeus sacer ofwel „heilige scarabee”, te kennen geeft. Voor de Egyptenaren was hij het symbool van wedergeboorte en eeuwigdurend leven. Zijn mestbal werd met de zon vergeleken. De horens of scherpe uitsteeksels aan de voorkant van zijn lichaam vertegenwoordigden naar men zei de stralen van de zonnegod, terwijl men in zijn 30 segmenten de 30 dagen van de maand weerspiegeld zag. In Egypte geloofde men dus dat de scarabee aan de zonnegod was gewijd. Er zijn zelfs gemummificeerde exemplaren van gevonden. In het British Museum bevindt zich een reusachtig beeld van de scarabee in graniet, waarschijnlijk afkomstig uit Heliopolis.

De scarabee staat ook veelvuldig afgebeeld op oude Egyptische schilderingen en beeldhouwwerken en komt zeer overvloedig voor in de vorm van zegels en broches. Vele dragen inscripties met koninklijke namen en verschaffen gegevens omtrent de oude Egyptische dynastieën.

Een ongewoon dieet

De familie der Scarabaeidae of mestkevers is bijzonder groot, met naar verluidt meer dan 20.000 soorten, en komt vrijwel overal ter wereld voor. Zoals de naam „mestkever” al doet vermoeden, bestaat zijn hoofdvoedsel uit mest. In Zuid-Afrika voedt hij zich met de uitwerpselen van runderen, schapen, paarden en andere dieren. Het is zoals een oud spreekwoord zegt: „Over smaak valt niet te twisten!”

De kever heeft een spatelvormige kop met omlaag gerichte bek en snuit. Zijn kaken zijn hard en hoornachtig en hij heeft voelsprieten die uitlopen in een waaier en drie of meer afgeplatte geledingen die over elkaar gevouwen zijn. Wanneer de kever zijn voedsel ruikt, spreidt hij deze gelede voelsprieten geheel uit en snuift de wind op om de richting te bepalen. Dan haast hij zich weg om aan het werk te gaan.

Het lichaam van de kever is goed toegerust voor zijn ongewone werk. Het is kort en enigszins rond, met korte lederachtige dekschilden. Hij heeft zes poten, waarvan het voorste paar kort en buitengewoon sterk is voor het graafwerk, het middelste paar wat langer en stevig en het achterste paar licht gebogen — hiermee houdt hij de mestbal vast.

Wanneer de kever een verse hoop mest heeft gevonden, gaat hij aan de slag. Hij werkt hard en snel. Binnen de kortste keren maakt hij een bal ter grootte van een knikker, die, althans zo gaat het bij sommige soorten, al spoedig vergroot wordt tot ruwweg de omvang van een appel. Hij rolt die daarna met zijn achterpoten naar een plek waar de grond zacht is. Dan graaft hij een gat waarin hij zijn bal bij wijze van voedselvoorraad verstopt. Aangezien uitwerpselen ziekten en schadelijke parasieten kunnen overbrengen en vliegen aantrekken, doet onze nederige vriend een werk van onschatbare waarde door het terrein te reinigen. Bovendien worden vele van deze mestvoorraden niet gebruikt, maar wel maken ze de grond vruchtbaar. Onze kleine vriend is dus een „professioneel grondbemester”. De boeren mogen hem graag!

In Australië hadden de plaatselijke mestkeversoorten assistentie nodig. Voordat de Europese kolonisten kwamen en runderen en schapen meebrachten, hadden deze mestkevers zich altijd gevoed met de uitwerpselen van kangoeroes. Ze zijn niet toegerust voor het opruimen van de massale mestproduktie van miljoenen runderen. Er zijn dus verscheidene soorten mestkevers uit Zuid-Afrika ingevoerd en deze zijn komen helpen bij het opruimen van de miljoenen tonnen koeiemest die jaarlijks in Australië worden gedeponeerd.

Hoewel de mestkever niet meer in het „hoge gezelschap” van „goden” en koningen verkeert, oefent hij nog steeds zijn meer laag-bij-de-grondse beroep uit, het werkelijk nuttige werk waarvoor hij werd ontworpen.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen