Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g82 22/1 blz. 12-16
  • De ware internationale broederschap in deze tijd

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • De ware internationale broederschap in deze tijd
  • Ontwaakt! 1982
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Het voorbeeld navolgen
  • De broederschap in deze tijd identificeren
  • Wat anderen zeggen
  • Praktische hulp
  • Niet „slechts een droom”
  • Het voorbeeld voor een ware broederschap
    Ontwaakt! 1982
  • Het fundament van de nieuwe wereld wordt nu gevormd
    Bekommert God zich werkelijk om ons?
  • „Hebt liefde voor de gehele gemeenschap van broeders”
    Onze Koninkrijksdienst 2013
  • Wereldomvattende broederschap is zeker!
    Ontwaakt! 1990
Meer weergeven
Ontwaakt! 1982
g82 22/1 blz. 12-16

De ware internationale broederschap in deze tijd

EEN bijzondere demonstratie van christelijke broederschap werd aan het einde van de Tweede Wereldoorlog gegeven. Sachsenhausen, het Duitse concentratiekamp bij Berlijn, was één en al opwinding en angstige spanning. Het was april 1945. De geallieerde strijdkrachten naderden vanuit het westen en de Russen vanuit het oosten.

De nazi-leiders waren echter vastbesloten de 26.000 gevangenen in het kamp uit te roeien. Zij hadden het satanische plan opgevat de zieken in de ziekenbarak te vermoorden en de anderen naar de zeehaven Lübeck te laten marcheren, hen daar in te schepen en de vaartuigen op zee tot zinken te brengen.

Toen het bevel werd gegeven om te vertrekken, werden de gevangenen in groepen verdeeld naar hun nationaliteit — met uitzondering van één groep die uit zes verschillende nationaliteiten bestond. Tot deze groep behoorden opgedragen christenen plus zo’n 36 mannen die in het kamp hetzelfde geloof van deze christenen hadden aanvaard.

Met gevaar voor hun leven hadden deze christenen hun geestelijke broeders uit de ziekenbarak gered. Toen ging de lange colonne van gevangenen en SS-bewakers op weg. De bewakers hadden haast, want zij konden de kanonnen van de Russen al horen. Dagenlang marcheerden zij voort, met niet veel meer te eten dan onkruid, wortels en boomschors. Iedereen die uitgeput neerviel, werd door de bewakers bruut doodgeschoten. Wel 10.700 mannen lieten onderweg het leven. Vandaar dat het de „dodenmars” werd genoemd.

Maar in de christelijke groep hielp men elkaar voortdurend; de sterken ondersteunden de zwakken. Een lid van de groep schreef: „Door de christelijke liefde en solidariteit bleef er niet één langs de kant van de weg achter om door de SS gedood te worden.” Na 12 verschrikkelijke dagen vluchtten de bewakers.

Wie waren die christenen? Het waren Jehovah’s Getuigen. Kan iemand ontkennen dat zij de kenmerken van ware broederschap demonstreerden? Maar welk verband bestaat er tussen hen en het kleine groepje dat met Jezus bijeen was gekomen op de avond voor zijn dood?

Het voorbeeld navolgen

Degenen die in deze tijd de ware broederschap vormen, moeten het voorbeeld volgen dat Jezus en zijn discipelen hebben gegeven. Hoe stond die eerste-eeuwse broederschap bijvoorbeeld tegenover oorlog?

Orígenes, een christelijke schrijver uit de derde eeuw, verklaarde: „Wij nemen niet langer het ’zwaard tegen een natie’ op, en ook ’leren wij de oorlog niet meer’” (Jes. 2:2-4). En W. W. Hyde vermeldt in zijn boek Paganism to Christianity in the Roman Empire: „In de eerste drie eeuwen . . . waren christenen ertegen gekant als beroepsmoordenaars in de Romeinse legers te dienen.” Om dezelfde reden werden Jehovah’s Getuigen tijdens de Tweede Wereldoorlog in nazi-vernietigingskampen gezet. Zij weigerden in Hitlers legers te dienen.

Nog een kenmerk van de eerste-eeuwse christelijke broederschap was het ontbreken van priesters of geestelijken. De oudere broeders die er de rijpheid en geestelijke hoedanigheden voor bezaten, onderwezen en organiseerden (Tit. 1:5-9).a Maar zij waren broeders, geen „vaders”. Jezus had gezegd: „Gij zijt allen broeders. Gij moet niemand op aarde uw vader noemen, daar gij slechts één Vader hebt, en die is in de hemel” (Matth. 23:8, 9, The Jerusalem Bible). Petrus had de andere oudere broeders uitdrukkelijk vermaand niet te ’heersen over Gods volk’. — 1 Petr. 5:1-3.

In die dagen van de oorspronkelijke christelijke broederschap gebruikten Jezus’ discipelen dus geen aanmatigende titels zoals „Eerwaarde”, „Zeer eerwaarde”, „Monseigneur” (mijn heer) of „Vader”. In het boek The Old Roman World zegt John Lord dat de vroege christenen „elkaar broeder en zuster noemden . . . onderscheid kenden zij niet”. Zo wordt er ook onder Jehovah’s Getuigen in deze tijd geen onderscheid gemaakt tussen geestelijken en leken en er worden geen aanmatigende titels gevoerd. Allen zijn „broeders” en „zusters”, met oudere, geestelijk rijpe mannen die de leiding nemen in het dienen van anderen.

Jezus vertelde zijn volgelingen ook dat zij bittere vervolging te verduren zouden krijgen, niet alleen van de zijde van politieke leiders maar ook van de kant van religieuze leiders die een deel van de wereld waren geworden. Hij verklaarde: „Daar gij . . . geen deel van de wereld zijt, maar ik u uit de wereld heb uitgekozen, daarom haat de wereld u. . . . Het uur komt waarin een ieder die u doodt, zal menen God een heilige dienst te hebben bewezen.” — Joh. 15:19; 16:2.

Wie hebben in onze tijd over de gehele aarde met vervolging te kampen gehad omdat zij geen deel van de wereld zijn? Jehovah’s Getuigen. In 1933 bijvoorbeeld probeerde Hitler hen in Duitsland te verdelgen omdat zij zijn nazi-partij of zijn oorlogen niet wilden ondersteunen. Zij volhardden in het prediken van Gods toekomstige Koninkrijksregering als de enige hoop voor de mensheid. Op een gegeven moment schreeuwde Hitler hysterisch: ’Ik zal dat gebroed in Duitsland uitroeien!’ Duizenden Getuigen werden gearresteerd en velen kwamen in concentratiekampen om.

Uiteindelijk echter werden Hitler en zijn nazi-partij verdelgd, en niet Jehovah’s Getuigen. Nu zijn er alleen al in de Bondsrepubliek Duitsland ongeveer 100.000 Getuigen. In gemeenten van Jehovah’s Getuigen over de gehele wereld bedraagt het aantal actieve verkondigers van het goede nieuws van het Koninkrijk ruim 2.200.000.

De broederschap in deze tijd identificeren

Natuurlijk spelen bij het identificeren van de ware internationale broederschap in deze tijd aantallen geen rol. In vergelijking met vele andere godsdiensten zijn er in feite maar weinig getuigen van Jehovah. Jezus zei: „Nauw is de poort en smal de weg die naar het leven voert, en weinigen zijn er die hem vinden.” — Matth. 7:14.

Beantwoorden Jehovah’s Getuigen in deze tijd aan het door de enkele hierboven gegeven voorbeelden geschetste patroon? Als gids om te bepalen welke van de duizenden sekten en religies in de oorspronkelijke christelijke broederschap past, kunt u het kader op de vorige bladzijde beschouwen. Daarin staan enkele van de fundamentele beginselen van die broederschap opgesomd. Ga zelf eens na wie aan de beschrijving voldoet die de bijbel geeft.

Wat anderen zeggen

Hoewel velen Jehovah’s Getuigen lasteren, zoals Jezus had voorzegd, doet niet iedereen dat. Laten wij deze christenen eens bekijken door de ogen van enkelen die geen Getuigen zijn.

In Moçambique zijn Jehovah’s Getuigen wegens hun politieke neutraliteit wreed vervolgd. Maar een katholieke non schreef in een katholieke Portugese publikatie: „Op het ogenblik [1978] worden 25.000 Jehovah’s Getuigen uit Malawi en Moçambique samen in deze nieuwe ’Goelag’-[concentratie] heropvoedingskampen in [Moçambique] vastgehouden. . . . zij verdienen onze bewondering . . . Wat zou de wereld er anders uitzien als wij allemaal op zekere morgen wakker zouden worden met het vaste besluit om net als Jehovah’s Getuigen geen wapens meer op te nemen, ongeacht de kosten of het waarom!”

Over het gedrag in het algemeen van de Getuigen in Afrika schreef de Londense Daily Telegraph: „Jehovah’s Getuigen hebben er in geheel Afrika blijk van gegeven fatsoenlijke, ordelijke burgers te zijn die volgens een hoge morele maatstaf leven. . . . Het vrije geslachtelijke verkeer en de polygamie die kenmerkend zijn voor de Afrikaanse samenleving, zijn eenvoudig ondenkbaar onder de Getuigen. De sekte prent gewoonten op het gebied van zuinigheid, punctualiteit, eerlijkheid en gehoorzaamheid in.”

Bryan Wilson, hoogleraar aan de Oxford University (Engeland), maakte een studie van „de recente snelle groei” van de Getuigen in Japan. Hij schreef: „De Getuigen bieden een brede scala van praktische adviezen . . . over de huwelijksrelatie, morele kwesties, het opvoeden van kinderen en andere praktische zaken.” Wilson vroeg aan veel Japanners wat hen tot Jehovah’s Getuigen had aangetrokken. Enkele antwoorden luidden: „De vriendelijkheid van de Getuigen.” „Het ontbreken van elke zweem van religieus formalisme en de afwezigheid van uiterlijk vertoon.” „Ik was verbaasd zulke zachtmoedige mensen te vinden.” „Ik was onder de indruk van de eenheid van de organisatie.” „De liefde en hartelijkheid onder Jehovah’s Getuigen.”

In Spanje berichtte een schrijver voor het blad Hoja del Lunes de Gijón na een congres van ruim 10.000 Getuigen in die stad: „Jehovah’s Getuigen hebben me onder de indruk gebracht van hun goede burgerschap, . . . Als Gijón en masse tot het geloof van Jehovah’s Getuigen bekeerd zou worden, zou het de schoonste en best onderhouden stad ter wereld zijn.”

Toen er een groot congres van Jehovah’s Getuigen werd gehouden in New Orleans in de Amerikaanse staat Louisiana, zei het blad States-Item: „Een gevoel van broederschap vervulde het Louisiana Superdome toen jonge en oude, zwarte en blanke Jehovah’s Getuigen plaats namen voor een periode van vijf dagen van onderwijs en uitwisseling van aanmoediging. . . . rassendiscriminatie . . . vormt onder de Getuigen geen probleem.”

Praktische hulp

In Mexico verkeerden enkele jaren geleden twee dorpen bijna in staat van oorlog door een dodelijke vete waarbij een mensenleven niet telde. De politie kon het probleem niet oplossen. Eén gezin begon echter de bijbel te bestuderen met Jehovah’s Getuigen. Anderen volgden, en het duurde niet lang of de meeste mensen in het dorp hadden hun wapens verkocht en in plaats daarvan bijbels gekocht. De vrede keerde weer in de streek. Het was een hedendaagse vervulling in het klein van de oude profetie: „Zij zullen hun zwaarden tot ploegscharen moeten slaan” — een voorproefje van wat er wereldwijd zal gebeuren onder Gods koninkrijk. — Jes. 2:2-4.

Dit is slechts een van de talloze gevallen die aangehaald zouden kunnen worden waarin Jehovah’s Getuigen praktische hulp hebben geboden aan mensen met allerlei problemen, zoals drank, drugs, echtscheiding, depressiviteit en vele meer. Dit doet men voornamelijk door bijbelstudie en door oprechte hulp en aanmoediging, zonder dat het degenen die er voordeel van trekken iets kost.

Niet „slechts een droom”

’Aan hun vruchten zult gij herkennen’ wat de ware broederschap is, gaf Jezus te kennen (Matth. 7:16). De „vruchten” bewijzen dat een ware internationale broederschap niet „slechts een droom” is maar een hedendaagse realiteit.

In ruim 200 gebieden overal ter wereld kunnen Jehovah’s Getuigen ware broeders en zusters vinden die hen liefdevol verwelkomen — ook al kenden zij elkaar voordien niet persoonlijk. En wanneer wij denken aan alle pogingen om deze broederschap te verpletteren, is het werkelijk een hedendaags wonder dat ze wereldwijd zo gedijt. Maar dat is Gods werk, want ’zijn wegen zijn hoger dan onze wegen’. — Jes. 55:9.

Het schijnbaar onmogelijke is dan ook gebeurd. Het voorbeeld dat Christus en zijn discipelen hebben gegeven, wordt in deze tijd werkelijk nagevolgd. Natuurlijk wordt het niet volmaakt nagevolgd, net zomin als de eerste christenen het volmaakt navolgden. Volmaaktheid zal pas komen onder Gods koninkrijk. Maar wat nu gebeurt, geschiedt binnen de gelederen van de feitelijke kern van een mensenmaatschappij die eens de gehele aarde zal vullen. — Jes. 11:9; 2 Petr. 3:13.

Ja, uit de geschiedkundige feiten, en uit de wijze waarop bijbelse vereisten worden nageleefd en profetieën worden vervuld, blijkt hoe waar de opmerking is die werd gemaakt door een maatschappelijk werker in Kopenhagen. Hij had de geweldige hulp opgemerkt die er door Jehovah’s Getuigen aan bejaarden wordt gegeven en merkte op: „De keren dat ik contact heb met geestelijken, word ik erg teleurgesteld. Jullie hebben de enige internationale broederschap ter wereld. Ik bewonder jullie moed om te prediken. Ga zo door!”

Miljoenen mensen in deze tijd stemmen in met die gevoelens. En verenigd zien zij uit naar de niet meer zo ver in het verschiet liggende tijd dat alle weeën die de aarde teisteren, tot het verleden zullen behoren, de tijd dat God zijn zegeningen zal laten neerdalen in zijn nieuwe ordening hier op aarde. Dan zullen allen die werkelijk ware broederschap wensen, zich verheugen in een vrede, voorspoed en geluk die men zich thans nauwelijks kan indenken. — Openb. 21:4.

„Toen hij nu hun voeten had gewassen . . ., zei hij tot hen: ’Weet gij wat ik u heb gedaan? Gij spreekt mij aan als „Leraar” en „Heer”, en gij zegt dat terecht, want dat ben ik. Indien ik daarom, de Heer en Leraar, uw voeten heb gewassen, dan behoort ook gij de voeten van elkaar te wassen. Want ik heb u het voorbeeld gesteld, opdat ook gij zoudt doen zoals ik u heb gedaan.’” — Joh. 13:12-15.

[Voetnoten]

a De katholieke Jerusalem Bible geeft het volgende commentaar op Titus 1:5: „In de vroegste dagen werd elke christelijke gemeenschap door een lichaam van ouderlingen bestuurd.”

[Kader op blz. 13]

HET BASISPATROON VOOR BROEDERSCHAP

Allen moeten . . .

. . . Jehovah, de hemelse Vader, liefhebben met hun hele hart, ziel, verstand en kracht (Mark. 12:29, 30)

. . . hun naasten liefhebben als zichzelf (Matth. 22:39)

. . . ware broeders en zusters zijn; geen onderscheid tussen geestelijken en leken (Matth. 23:8, 9; 1 Petr. 5:2, 3)

. . . vrij zijn van racisme (Hand. 10:34, 35; Openb. 7:9, 10)

. . . nederig en zachtmoedig zijn, niet trots en aanmatigend (Ps. 37:9-11; Joh. 13:14, 15; Jak. 4:6, 10)

. . . verenigd zijn, niet verschrikkelijk verdeeld zoals de christenheid (Joh. 17:11, 21; 1 Kor. 1:10; Ef. 4:1-6)

. . . neutraal zijn wat de politiek betreft (Joh. 17:14; 18:36)

. . . niet nationalistisch zijn, maar wel gehoorzaam aan „caesar”, behalve als dit in strijd is met Gods wet (Matth. 22:21; Hand. 5:29)

. . . zich laten leiden door Gods Woord, de bijbel, en naar die hoge morele maatstaf leven (Joh. 17:17; 2 Tim. 3:14-17)

. . . zich onderwerpen aan Christus, de nieuwe heerser over de aarde (Matth. 7:24-27; Fil. 2:9-11)

. . . getrouw getuigen van Jehovah, Christus en het Koninkrijk (Jes. 43:10-12; Matth. 24:14; Hand. 1:8)

. . . voorbereid zijn op tegenstand, vervolging en zo nodig zelfs de dood (Matth. 5:11; 1 Petr. 5:8-10; Openb. 2:10)

HOE LAAT UW RELIGIE ZICH MET HET BOVENSTAANDE VERGELIJKEN?

[Illustratie op blz. 14]

Miljoenen overal op aarde brengen nu ware broederschap in praktijk

[Illustratie op blz. 16]

Er bestaat in deze tijd ware broederschap!

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen