Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g85 8/6 blz. 18-20
  • Hoe vaak hebt u geleefd?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Hoe vaak hebt u geleefd?
  • Ontwaakt! 1985
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Een wijdverbreid geloof
  • De oorsprong vaststellen
  • De vruchten van reïncarnatie
  • Is reïncarnatie geloofwaardig?
  • Bestaat er zo iets als reïncarnatie?
  • Hoop voor de doden
  • Dient u in reïncarnatie te geloven?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1997
  • Is reïncarnatie een Bijbelse lering?
    Vragen over de Bijbel
  • Dient u in zielsverhuizing te geloven?
    Ontwaakt! 1983
  • Hebt u al eens eerder geleefd?
    Ontwaakt! 1975
Meer weergeven
Ontwaakt! 1985
g85 8/6 blz. 18-20

Hoe vaak hebt u geleefd?

Door Ontwaakt!-correspondent in India

DE INDIASE huisbewoner trok een katoenen broekspijp omhoog en toonde een ernstig misvormd been in een vergevorderd stadium van elefantiasis. Vervolgens wees hij op zijn been en zei: „Dit is mijn karma uit mijn vorige leven.”

Met deze woorden gaf de man uiting aan het onder hindoes algemeen voorkomende geloof dat hun huidige leven slechts een schakeltje is in een lange opeenvolging van wedergeboorten. Zij geloven dat hun huidige levenslot de oogst is van wat zij in vorige levens zaaiden en dat zij nu zaaien wat zij in een toekomstige wedergeboorte zullen oogsten.

Een wijdverbreid geloof

Het geloof in reïncarnatie komt echter geenszins alleen in India voor. Het komt voor „in bijna alle streken der wereld”, schreef hindoeleider S. Radhakrishnan. Over de hele wereld — in Afrika, Azië, Noord- en Zuid-Amerika, op de eilanden van de Stille Oceaan en in Europa — bestaat het geloof dat menselijke zielen hun intrek nemen in haaien, alligators, tijgers, beermarters, wezels, muizen en zelfs insekten zoals wespen en mestkevers! Evenmin beperkt de reïncarnatie zich tot dierlijk leven. Onvruchtbare vrouwen in Afrika en India roepen bomen aan die, naar men gelooft, bewoond worden door de zielen van overledenen. Soortgelijke gebruiken bestonden ook in het oude Europa.

Maar wat is de oorsprong van het geloof in reïncarnatie of zielsverhuizing? Waarom geloven mensen erin? En hoe heeft deze leer het leven van mensen beïnvloed?

De oorsprong vaststellen

Als de menselijke ziel van de ene levensvorm naar de andere zou verhuizen, dan moet ze onsterfelijk zijn. De theorie van de reïncarnatie is dus gebaseerd op de leerstelling van de onsterfelijkheid van de ziel, en de oorsprong ervan zal gezocht moeten worden bij die volken of naties die er een dergelijk geloof op na hielden. Op grond hiervan denken sommigen dat de leer haar oorsprong vond in het oude Egypte. Anderen zijn echter van oordeel dat ze in het oude Babylon ontstond, waar de eerste mysteriegodsdienst haar begin had. Ten einde haar dubieuze religie meer prestige te verlenen, kwam de Babylonische priesterschap voor de dag met de leer van de zielsverhuizing. Zo konden zij er aanspraak op maken dat hun religieuze helden reïncarnaties waren van vermaarde, reeds lang voordien gestorven voorvaders.

In India kwam dit geloof echter tot volle bloei. De hindoe-goeroe’s worstelden met het universele vraagstuk van het bestaan van kwaad en lijden. ’Hoe kan dit in overeenstemming worden gebracht met het denkbeeld van een rechtvaardige Schepper?’ was hun vraag. Zij trachtten de tegenstrijdigheid op te lossen tussen enerzijds Gods rechtvaardigheid en anderzijds de onvoorziene rampen en ongelijke verdeling in de wereld. Het resultaat was hun „wet van het karma” — de wet van oorzaak en gevolg. Zij werkten een gedetailleerde ’balans’ uit waarbij de verdiensten en fouten van één leven worden beloond of gestraft in een volgend leven.

„Karma” betekent eenvoudig „daad”. Van een hindoe wordt gezegd dat hij een „goed karma” heeft als zijn handelen in overeenstemming is met sociale en religieuze normen, en men spreekt van een „slecht karma” als dat niet het geval is. Zijn daden of „karma” zouden zijn toekomst in elke volgende wedergeboorte bepalen. Het uiteindelijke doel is echter bevrijd te worden van deze cyclus van zielsverhuizingen en verenigd te worden met de Universele Geest. Dit, zo gelooft men, wordt bereikt door te streven naar sociaal aanvaardbaar gedrag en speciale hindoeïstische kennis.

De vruchten van reïncarnatie

De levensfilosofie van iemand die in reïncarnatie gelooft, wordt gekenmerkt door wat de Indiase filosoof S. N. Dasgupta opmerkte: „In de regel kan niet worden verwacht dat een daad in dit leven ook maar iets zal afwenden van het kwaad dat iemand overeenkomstig het karma van een vorige geboorte voorbestemd is in dit leven te ondergaan.” Het gevolg is een fatalistische kijk op het leven in het algemeen en op maatschappelijke misstanden en onrechtvaardigheden in het bijzonder.

De wet van het karma heeft ook bijgedragen tot de instandhouding van het kastenstelsel van de hindoemaatschappij. Hoe dat zo? Aangezien dit geloof leert dat iemands huidige positie in het leven het gevolg is van zijn karma of daden in vorige levens, beschouwt men die positie als onveranderbaar in het huidige leven. Maar Swami Nikhilananda legt uit: „Door zich te kwijten van de plichten die voor zijn kaste zijn vastgesteld, komt een man in een toekomstig leven in aanmerking voor een geboorte in een hogere kaste.” Daarom zal een persoon die tot een lagere kaste behoort, bevreesd zijn tegen de regels en gebruiken van zijn kaste in opstand te komen. Bovendien bestaat er vrees voor straf en uitbanning, aangezien een ieder die in enig opzicht tegen de regels of gebruiken van zijn maatschappelijke klasse zondigt, of deze overtreedt, door zijn familieleden gestraft of zelfs onterfd zou kunnen worden. Wegens een dergelijke angst zitten miljoenen gevangen in de doodarme klasse van „onaanraakbaren” of paria’s, zonder burgerlijke rechten of privileges. Hoewel de inspanningen van moderne wetgevers de slechte behandeling van de zogeheten onaanraakbaren met enig succes hebben kunnen beperken, zijn diepgewortelde religieuze gebruiken in zo’n aan tradities gebonden maatschappij moeilijk uit te roeien.

Is reïncarnatie geloofwaardig?

Maar waarom bestaan lijden en ongelijkheden onder mensen? Vormt reïncarnatie daarvoor de enige verklaring? Is het trouwens een geloofwaardige verklaring? Beschouw de in het begin genoemde man met elefantiasis eens. Omdat hij geen weet had van de oorzaak van zijn ziekte, dacht hij dat zijn lijdensweg te wijten was aan zijn karma. Maar als hij toevallig niet in een gebied had gewoond dat vergeven was van de muskieten die mensen met elefantiasis kunnen besmetten, of als hij iets van de muskieten had af geweten en voorzorgsmaatregelen had getroffen, zou de verschrikkelijke ziekte hem dan niet bespaard zijn gebleven? Zijn ziekte is dus niet te wijten aan zijn karma, maar aan „tijd en onvoorziene gebeurtenissen”. — Prediker 9:11.

Nog niet zo lang geleden hebben Mohandas Gandhi en andere leiders getracht de gevolgen van het denkbeeld van karma en wedergeboorte tegen te gaan door te verklaren: „Onaanraakbaarheid is een misdaad tegen God en de mens.” De pogingen van Gandhi en andere gelijkgezinde personen brachten enige verbetering in het leven van de „onaanraakbaren”. Toont dit niet aan dat het leven als „onaanraakbare” niet het gevolg is van iemands karma en dus niet noodzakelijkerwijs onveranderbaar? Wat er in werkelijkheid uit blijkt is dat zo’n door onderdrukking gekenmerkt levenslot het gevolg is van een overgeërfd maatschappelijk stelsel dat verbeterd of zelfs veranderd kan worden. Het lot van wie als „onaanraakbare” wordt geboren, wordt in werkelijkheid door mensen bepaald en niet door God.

Hoe staat het met de hebzucht en de corruptie in de wereld van de handel? Als een gewetenloos zakenman verkiest zijn toevlucht te nemen tot omkoperij of chantage, móet hij dat dan doen? Is zijn wetteloosheid niet het gevolg van een verkeerd gebruik van zijn vrije wil? Wij hebben het denkbeeld van een „door het karma bepaalde wedergeboorte” dus niet nodig om het lijden van mensen te verklaren. Nadenkende mensen onderscheiden dat ongelukken, erfelijkheid en misbruik van de vrije wil logische oorzaken zijn voor de vele misstanden en onrechtvaardigheden in het leven. — Romeinen 5:12; Prediker 7:29.

Bestaat er zo iets als reïncarnatie?

De leerstelling van reïncarnatie is gebaseerd op het geloof in de onsterfelijkheid van de ziel. Als aardse zielen niet onsterfelijk zijn, valt de theorie van de wedergeboorten in duigen. Maar waartoe kunnen wij ons wenden voor nauwkeurige kennis over deze kwestie? Terwijl bijna alle belangrijke religieuze geschriften op een of andere wijze de onsterfelijkheid van de ziel leren, is dat met de bijbel niet het geval.

Op de vraag wat de menselijke ziel is, antwoordt de bijbel: „En Jehovah God ging ertoe over de mens te vormen uit stof van de aardbodem en in zijn neusgaten de levensadem te blazen, en de mens werd een levende ziel” (Genesis 2:7). Dus de mens — het levende, ademende wezen — is een ziel. Hij heeft geen ziel die afgescheiden en afzonderlijk in hem aanwezig is, gereed om bij de dood het lichaam te verlaten.

Betreffende de vraag wat er bij de dood gebeurt, vertelt Genesis 3:19 ons: „In het zweet van uw aangezicht zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem terugkeert, want daaruit werdt gij genomen. Want stof zijt gij en tot stof zult gij terugkeren.” Bijgevolg ’keren’ mensen bij de dood niet in een nieuw leven of wedergeboorte ’terug’ maar keren ze „tot stof” terug. De bijbel leert duidelijk dat de menselijke ziel sterft. Er vindt geen zielsverhuizing plaats. „De ziel die zondigt, díe zal sterven”, verklaart de bijbel nadrukkelijk. — Ezechiël 18:4, 20.

Hoop voor de doden

Welke hoop bestaat er dan voor de doden, aangezien de ziel sterft? In plaats van het aan zondige mensen over te laten hun eigen bestemming te bepalen in een proces waarin zij talloze van leed en pijn vervulde wedergeboorten doormaken, antwoordt de bijbel dat „er een opstanding zal zijn van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen”. — Handelingen 24:15.

De Schepper onthoudt in zijn oneindige wijsheid en liefde het levenspatroon van overleden mensen. Dit doet hij niet om hen op basis daarvan te oordelen en te straffen, zoals de wet van het karma ons wil doen geloven. Hij doet dit veeleer met het doel mensen een opstanding te geven, hen uit de doden terug te brengen met dezelfde persoonlijkheidskenmerken en karaktereigenschappen die zij vóór hun dood bezaten. Degenen die tot aards leven worden opgewekt, zullen vervolgens geoordeeld worden op basis van hun levensloop na hun opstanding. Dan zullen zij, als mensen, opnieuw het vooruitzicht hebben op leven — in een hersteld aards paradijs, waarover de bijbel ons verzekert: „De dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Openbaring 21:4.

[Inzet op blz. 19]

Gandhi verklaarde: „Onaanraakbaarheid is een misdaad tegen God en de mens”

[Illustratie op blz. 18]

Wat heeft deze man gedaan dat hem dit moest overkomen?

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen