Waarom banken failliet gaan
TOEN de Bank of Hawaii in 1970 een filiaal opende op het Micronesische eiland Yap, rees er een probleem: Hoe moest men de bewoners van Yap ervan overtuigen dat zij hun geld bij de bank in bewaring moesten geven? „Wij hielden vergaderingen met de inwoners van de stad en begonnen bij de grondbeginselen”, legde een functionaris van de bank, Dominic B. Griffin III, uit. „In economieën die in slechts het allernoodzakelijkste voorzien, kan alles als geld dienen. Wij moesten uitleggen waarom een varken geen geld was, maar een handtekening op een stuk papier wel.”
Dat probleem onderstreept een fundamenteel punt: Het hedendaagse bankwezen berust op vertrouwen. Het is gebaseerd op het vertrouwen van mensen — zowel afzonderlijke personen als bedrijven — in de banken waarmee zij zaken doen en in de instellingen waardoor ze worden gesteund.
Yap bezat reeds een bank — de steengeldbank. Al eeuwenlang had men er enorme stenen wielen als betaalmiddel gebruikt. Ze zijn zo groot dat er geen kluis nodig is om ze op te bergen en te beschermen. In plaats daarvan staan ze geleund tegen muren en bomen langs een weg buiten Colonia. Ze zijn gedolven op de Palau-eilanden ten zuidwesten van Yap en hun waarde werd bepaald door de moeite die het kostte om ze te bemachtigen en ze met kleine boten naar Yap te brengen. Het stenen geld wordt nooit verplaatst. Iedereen is bekend met elk stuk en zijn geschiedenis. Het eigendomsrecht (maar niet de steen zelf) gaat van de ene familie op de andere over wanneer landerijen of goederen worden gekocht.
Yap moest dus letterlijk uit de „steentijd” naar de eeuw van het moderne elektronische bankwezen worden overgebracht en worden ingewijd in de wereld van rekeningen-courant en spaarrekeningen, wisselkoersen, spaarobligaties en telegrafische geldzendingen. De mensen moesten de waarde leren kennen van bedrukte stukjes papier en leren hun vertrouwen te stellen in banken die geld zouden beheren dat zij niet konden zien.
Die situatie bestaat thans over de hele wereld. Geen mens verlangt echt dat een bank hem zijn geld laat zien. In feite vinden de meeste transacties elektronisch of met girokaarten of betaalcheques plaats. Mensen hebben het vertrouwen dat banken desgewenst of wanneer het tijd wordt voor dividendbetalingen met de beloofde contanten voor de dag zullen komen. Niettemin bewaren banken in hun kluizen in werkelijkheid slechts de contanten die nodig zijn voor de gewone, dagelijks opgevraagde geldbedragen. Ze weten uit ervaring precies hoeveel contant geld er in een bepaalde tijd of in een bepaald seizoen nodig is. Waar is dan al het resterende geld?
Het bankbedrijf
Banken zijn bedrijven. Net als andere ondernemingen doen ze zaken om winst te maken. Maar in tegenstelling tot de meeste andere is hun produkt geld. Het komt erop neer dat zij geld lenen van de een en het uitlenen aan de ander. Door tegen een hogere rente uit te lenen dan waartegen ze zelf geleend hebben, verdienen ze geld voor zichzelf, hun aandeelhouders en hun spaarders en worden ook hun exploitatiekosten gedekt. Maar banken creëren ook geld! Hoe doen ze dit?
Dennis Turner verklaart in zijn boek When Your Bank Fails: „De Fed[eral Reserve System] verlangt van banken dat ze slechts een klein percentage van het bij hen in bewaring gegeven geld in reserve hebben. Hoewel de vereiste reserves variëren, afhankelijk van de grootte van de bank en de voorwaarden waarop de gelden bij hen in bewaring gegeven zijn, bedragen ze momenteel [1983] gemiddeld 8%. Als iemand $100 op zijn rekening zet, mag de bank er $92 van uitlenen. Degene die leent, zal, of hij het geld nu besteedt of op een andere bankrekening stort, $92 aan nieuwe in bewaring gegeven gelden creëren. Van deze inleg mag $84,64 worden uitgeleend, terwijl $7,36 in reserve wordt gehouden. Dit piramidevormende proces zet zich voort, zodat met een vereiste kasreserve van 8%, een inleg van $100 voor in totaal $1200 aan nieuw geld kan voortbrengen.”
Banken lenen gewoonlijk alles uit tot de toegestane limiet. Maar als zich het gerucht verspreidt dat de bank zich in moeilijkheden bevindt, kunnen de spaarders hun vertrouwen verliezen en zich haasten om hun geld van de bank te halen. De bank zal onmogelijk alle spaarders op verzoek kunnen uitbetalen en zou failliet kunnen gaan — tenzij de regering te hulp komt of de bank een fusie aangaat met een sterkere bank. Zelfs financieel solide banken zijn op deze wijze ten onder gegaan.
Andere oorzaken van faillissementen
Vaak zijn het de leningen zelf die een bank in moeilijkheden brengen, vooral wanneer ze zijn afgesloten voor een lange termijn en tegen een lage rente. Normaal gesproken is er geen vuiltje aan de lucht wanneer de economie stabiel blijft en de door de bank uitbetaalde rentes voor de van spaarders of uit andere bronnen ontvangen gelden lager zijn dan de rente op verstrekte leningen. Maar wanneer, zoals onlangs gebeurde, de voor geld betaalde rente stijgt, bevindt de bank zich in de positie dat ze meer uitbetaalt dan dat ze ontvangt.
Het is nog erger wanneer degenen die leningen hebben afgesloten ze niet kunnen terugbetalen. Dit is momenteel met veel boeren in de Verenigde Staten het geval. Door dergelijke wanbetalingen gaan veel kleinere regionale banken failliet. „Precies de helft van de banken op de faillissementslijst van 1985 werd aangeduid als landbouwkredietbanken, dat wil zeggen dat op zijn minst 25% van hun leningen verband hield met de landbouw”, aldus de financiële krant American Banker.
Regelrechte fraude en verduistering is een andere oorzaak waardoor banken failliet gaan. Het tijdperk van de elektronische overschrijving van geld heeft het mogelijk gemaakt bedragen te stelen in vergelijking waarmee de ouderwetse bankovervallen kinderspel zijn. „De Amerikaanse economie lijdt op deze wijze jaarlijks een verlies van meer van 500 miljoen dollar”, verklaart het Parijse dagblad Le Figaro. „In Europa zijn de grote banken veel discreter over de cijfers; ze wensen hun problemen niet openbaar te maken. Ze geven niettemin toe dat ze meer verliezen door computerfraude dan door overvallen en normale inbraken. Computerfraude is de plaag van onze hedendaagse economie geworden. . . . Zodra er door computerdeskundigen tegenzetten worden bedacht, komen er nieuwe mazen aan het licht die door zekere individuen snel worden uitgebuit om zichzelf te bevoordelen.”
Zoals in elk bedrijf kan ook wanbeheer en slecht zakelijk beleid een faillissement veroorzaken. In feite speelt naar verluidt wanbeheer een belangrijke rol bij de meeste bankfaillissementen. Het kan zijn dat de bankdirecteuren ongedekte leningen aan hun vrienden of familieleden hebben verstrekt. Misschien hebben zij in voorspoediger tijden te veel krediet verleend. Of misschien hebben hebzucht en een poging om een slag te slaan en snel rijk te worden, geleid tot roekeloze investeringen.
In sommige gevallen heeft felle concurrentie banken ertoe gebracht buitengewone risico’s te nemen. Sommige banken vallen ten prooi aan hun eigen al te agressieve uitleenbeleid. Wegens de noodzaak hun problemen niet in de openbaarheid te laten komen en hun reserves en hun liquiditeit te vergroten, proberen sommige banken spaarders aan te trekken met ongewoon hoge rentepercentages of gaan ze nog meer investeren in riskante ondernemingen.
Waarborgen van de regering voor spaargelden — die garanderen dat ongeacht wat er gebeurt, de spaarders terugbetaald zullen worden — hebben ook sommige banken ertoe verleid hun voorzichtigheid te laten varen. Maar de toekomst is onvoorspelbaar. Sommige banken bijvoorbeeld, die investeerden in olie en andere bronnen van energie toen deze een geweldige vlucht namen en de prijzen hoog waren, gingen failliet toen de prijzen kelderden of projecten mislukten. Of wanneer het geld in waarde toeneemt, kan dat rampzalig zijn voor degenen die verwachtten geleend geld terug te betalen in ten gevolge van inflatie goedkopere dollars.
Deze problemen die tot bankfaillissementen leiden, zijn niet beperkt tot kleine banken. Enkele van ’s werelds grootste financiële instellingen blijken ook in ernstige moeilijkheden te verkeren. Vele hebben leningen ter grootte van miljoenen en zelfs miljarden dollars verstrekt aan Derde-Wereldlanden die nu de rente niet kunnen betalen, laat staan de hoofdsom aflossen. De golf van bankfaillissementen in de afgelopen jaren heeft over de hele wereld vragen doen rijzen. Is ons vertrouwen misplaatst? Hoe veilig zijn de banken eigenlijk?
[Kaart/Illustratie op blz. 6]
Bankfaillissementen in de VSa
1977 - 6
1978 - 7
1979 - 10
1980 - 10
1981 - 10
1982 - 42
1983 - 48
1984 - 79
1985 - 120
[Voetnoten]
a Banken waarvoor de Federal Deposit Insurance Corporation garant stond. Hieronder vallen niet de faillissementen van andere kredietinstellingen. Nog eens 1196 banken stonden op 11 maart 1986 op de probleemlijst van de FDIC.
[Illustratie op blz. 5]
Hier kan men het stenen geld van Yap tegen het huis zien staan