Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g90 8/12 blz. 20-24
  • Deel 9: Het menselijk bestuur bereikt zijn climax!

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Deel 9: Het menselijk bestuur bereikt zijn climax!
  • Ontwaakt! 1990
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Beloften, niets dan beloften!
  • De handen ineengeslagen
  • Een tweede poging
  • „Wordt verbrijzeld!”
  • De lange opmars der wereldmachten loopt ten einde
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1988
  • Een visioen verworpen
    Ontwaakt! 1985
  • Waarom er behoefte aan een volkenbond ontstond
    Ontwaakt! 1991
  • Een ontzagwekkend mysterie opgelost
    De Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
Meer weergeven
Ontwaakt! 1990
g90 8/12 blz. 20-24

Menselijk bestuur op de weegschaal

Deel 9: Het menselijk bestuur bereikt zijn climax!

Supranationale politieke stelsels: imperiums, allianties, statenbonden of federaties, op tijdelijke of blijvende basis gevormd tussen nationale staten om gemeenschappelijke doeleinden na te streven die nationale grenzen, autoriteit of belangen overschrijden.

OP 5 oktober van het jaar 539 v.G.T. verkeerde de stad Babylon in feeststemming. Duizend hoge regeringsfunctionarissen hadden een uitnodiging van koning Belsazar aanvaard voor een avondfeest. Ondanks de dreiging van de belegeringstroepen van de Meden en de Perzen waren Belsazar en zijn medepolitici niet verontrust. Per slot van rekening waren de stadsmuren onneembaar. Er was geen onmiddellijke reden tot vrees.

Toen begonnen, zonder enige waarschuwing, op het hoogtepunt van de feestelijkheden, de vingers van een losse mensenhand onheilspellende woorden op de paleismuur te schrijven: MENE, MENE, TEKEL en PARSIN. De knieën van de koning begonnen te knikken en hij verbleekte. — Daniël 5:5, 6, 25.

Daniël, een Israëliet en aanbidder van de God voor wie Belsazar en zijn mederegeerders minachting toonden, werd geroepen om de woorden te verklaren. „Dit is de uitlegging”, begon Daniël: „MENE, God heeft de dagen van uw koninkrijk geteld en er een eind aan gemaakt. TEKEL, gij zijt op de weegschaal gewogen en te licht bevonden. PERES, uw koninkrijk is verdeeld en aan de Meden en de Perzen gegeven.” De profetie voorspelde stellig weinig goeds. Als vervulling ervan werd „nog in diezelfde nacht . . . Belsazar, de Chaldeeuwse koning, gedood”. — Daniël 5:26-28, 30.

Van de ene dag op de andere werd de ene vorm van menselijk bestuur vervangen door een andere! Met het oog op recente soortgelijke politieke omwentelingen in Oost-Europa kunnen wij ons afvragen, of wat Belsazar overkwam iets zou kunnen inhouden voor onze tijd. Zou het iets kunnen beduiden voor het menselijk bestuur in zijn geheel? Wij hebben alle reden om daar serieus bij stil te staan, want „er gaan inderdaad hele beschavingen ten onder”, zegt professor Jacques Barzun van de Columbia University, en hij voegt eraan toe: „De schokkende ondergang van Griekenland of Rome is geen mythe.”

Mensen hebben alle mogelijke regeringsvormen bedacht. Wat zijn na duizenden jaren van vallen en opstaan de resultaten? Is het menselijk bestuur bevredigend geweest? Kan het de zich opstapelende problemen van de mensheid oplossen?

Beloften, niets dan beloften!

Die vraag wordt gedeeltelijk beantwoord door Bakul Rajni Patel, directeur van een vooraanstaand centrum voor wetenschappelijk onderzoek in Bombay (India). Zij beschuldigt politici van „absolute huichelarij” en zegt: „In India en andere Derde-Wereldlanden is het in zwang dat leiders het podium beklimmen en enthousiaste redevoeringen afsteken over ’ontwikkeling’ en ’vooruitgang’. Welke ontwikkeling en vooruitgang? Wie houden wij voor de gek? U hoeft slechts naar de verschrikkelijke cijfers voor de Derde Wereld te kijken: elke dag sterven er 40.000 kinderen aan ziekten die te voorkomen zijn.” Zij voegt eraan toe dat minstens 80 miljoen kinderen ondervoed zijn of elke avond hongerig naar bed gaan.

’Maar wacht eens even’, protesteert u misschien. ’U moet de politici op zijn minst nageven dat zij het proberen. Er is hoe dan ook een regering nodig willen de ernstige problemen waarvoor de wereld nu staat, opgelost worden.’ Dat is zo, maar de vraag is: Moet het een regering van menselijke makelij zijn of een regering van goddelijke origine?

Wijs deze vraag nu niet af als naïef, in de veronderstelling, zoals veel mensen denken, dat God zich daar niet mee verkiest te bemoeien. Paus Johannes Paulus II denkt kennelijk ook dat God het aan de mensen heeft overgelaten zich zo goed mogelijk te regeren, want toen hij zo’n tien jaar geleden een bezoek bracht aan Kenia zei hij: „Een belangrijke uitdaging voor een christen is die van het politieke leven.” Hij vervolgde: „In een staat hebben burgers het recht en de plicht aan het politieke leven deel te nemen. . . . Het zou een vergissing zijn te denken dat de individuele christen zich niet op deze terreinen van het leven mag begeven.”

Uitgaand van deze theorie en vaak met religieuze steun zijn mensen al lang op zoek naar een volmaakte regering. Elke nieuwe soort regering is vergezeld gegaan van grootse beloften. Maar zelfs de mooist klinkende beloften hebben een valse naklank als ze niet vervuld worden. (Zie „De beloften en de werkelijkheid” op blz. 23.) Het is duidelijk dat mensen de ideale regering niet bereikt hebben.

De handen ineengeslagen

Had de atoomgeleerde Harold Urey de oplossing? Hij betoogde: „Er is geen constructieve oplossing voor de wereldproblemen, behalve in laatste instantie een wereldregering die in staat is voor de hele oppervlakte der aarde wetten uit te vaardigen.” Maar niet iedereen is er zo zeker van dat dit zou werken. In het verleden is een doeltreffende samenwerking tussen leden van internationale lichamen nagenoeg onbereikbaar geweest. Let eens op een opmerkelijk voorbeeld daarvan.

Na de Eerste Wereldoorlog, op 16 januari 1920, werd er een supranationale organisatie, de Volkenbond, opgericht, waarvan 42 landen lid waren. De Volkenbond was niet opgezet als een wereldregering, maar was bedoeld als een wereldparlement, bestemd om de wereldeenheid te bevorderen, voornamelijk door geschillen tussen soevereine nationale staten te beslechten en aldus oorlogen te voorkomen. Tegen 1934 was het lidmaatschap uitgegroeid tot 58 naties.

De basis van de Volkenbond was echter wankel. „Toen er een eind kwam aan de Eerste Wereldoorlog, waren de verwachtingen hooggespannen, maar de desillusie liet niet lang op zich wachten”, verklaart The Columbia History of the World. „De op de Volkenbond gestelde hoop bleek ijdel.”

Op 1 september 1939 brak de Tweede Wereldoorlog uit en daarmee kwam de Volkenbond in een afgrond van inactiviteit terecht. Hoewel hij pas op 18 april 1946 formeel werd ontbonden, stierf hij feitelijk als „tiener”, nog geen 20 jaar oud. Vóór zijn officiële begrafenis was hij al vervangen door een andere supranationale organisatie, de Verenigde Naties, die op 24 oktober 1945 werd opgericht met 51 lidstaten. Hoe zou het met deze nieuwe poging tot samenwerking gaan?

Een tweede poging

Sommige mensen zeggen dat de Volkenbond faalde omdat de opzet niet deugde. Volgens een andere opvatting lag de grootste schuld niet bij de Bond maar bij de afzonderlijke regeringen, die aarzelden de Bond de nodige steun te verlenen. Ongetwijfeld schuilt er in beide opvattingen iets waars. In ieder geval probeerden de oprichters van de Verenigde Naties iets van de ondoeltreffendheid van de Bond te leren en enkele van de zwakke kanten die de Bond had vertoond te verhelpen.

De schrijver R. Baldwin noemt de Verenigde Naties „superieur aan de oude Bond qua vermogen om een wereldorde van vrede, samenwerking, wetten en mensenrechten te creëren”. Het moet gezegd worden dat enkele van de gespecialiseerde organen, waaronder de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie), UNICEF (het Kinderfonds van de Verenigde Naties) en de FAO (Voedsel- en Landbouworganisatie), met een zekere mate van succes lofwaardige doeleinden nastreven. Iets wat er ook op schijnt te duiden dat Baldwin het bij het rechte eind heeft, is het feit dat de Verenigde Naties nu 45 jaar functioneren, ruim tweemaal zo lang als de Volkenbond.

Een belangrijke prestatie van de VN was de versnelling van de dekolonisatie, die op zijn minst „wat ordelijker verliep dan anders het geval geweest zou zijn”, volgens de journalist Richard Ivor. Hij voert ook aan dat de organisatie „ertoe heeft bijgedragen dat de koude oorlog beperkt bleef tot het slagveld van de retoriek”. En hij prijst het „patroon van wereldomvattende doelmatige samenwerking” dat ze tot stand heeft helpen brengen.

Uiteraard voeren sommigen aan dat de dreiging van een kernoorlog meer gedaan heeft om te voorkomen dat de koude oorlog heter werd, dan de Verenigde Naties. In plaats van de belofte waar te maken die in de naam verankerd ligt, het verenigen van de naties, heeft deze organisatie in werkelijkheid vaak niets meer gedaan dan als bemiddelaar optreden, in een poging te voorkomen dat verdeelde naties elkaar naar de keel vlogen. En zelfs in deze rol van scheidsrechter zijn ze niet altijd geslaagd. Zoals de schrijver Baldwin uitlegt, zijn net als de oude Volkenbond „de Verenigde Naties niet bij machte meer te doen dan een aangeklaagde lidstaat goedgunstig toelaat”.

Deze allesbehalve onverdeelde steun van de kant van VN-leden wordt soms weerspiegeld in hun onwilligheid geld bij te dragen om de organisatie draaiend te houden. De Verenigde Staten bijvoorbeeld onthielden de FAO hun contributie vanwege een resolutie die als kritisch tegenover Israël en pro-Palestijns werd beschouwd. Later stemde deze belangrijke financier van de VN erin toe voldoende te betalen om zijn stem te behouden maar liet hij toch meer dan twee derde van de schuld onbetaald.

Varindra Tarzie Vittachi, voormalig onderdirecteur van UNICEF, schreef in 1988 dat hij weigert „zich aan te sluiten bij de op lynchen uit zijnde meute” die de Verenigde Naties verwerpt. Hij noemt zichzelf „een loyaal criticus” maar geeft toe dat de organisatie wijd en zijd wordt aangevallen door mensen die zeggen dat „de Verenigde Naties een ’dwaallicht’ zijn, dat ze niet aan hun eigen hoge idealen hebben voldaan, dat ze niet in staat zijn geweest zich van hun taak als vredestichter te kwijten en dat hun ontwikkelingsorganen, een enkele nobele uitzondering daargelaten, hun bestaansrecht niet hebben bewezen”.

Wat het voornaamste zwakke punt van de Verenigde Naties is, wordt onthuld door de auteur Ivor als hij schrijft: „Wat de VN verder ook kunnen doen, ze zullen niet de zonde uitbannen. Ze kunnen het internationale zondigen echter wat moeilijker maken en de zondaar zal meer ter verantwoording worden geroepen. Ze zijn er echter nog niet in geslaagd het hart en de geest te veranderen van de mensen die landen besturen noch van de mensen die met elkaar die landen vormen.” — Wij cursiveren.

Het euvel bij de Verenigde Naties is dan ook hetzelfde als het euvel bij alle vormen van menselijk bestuur. Niet een ervan is in staat mensen de onzelfzuchtige liefde voor het goede, de haat voor het kwade en het respect voor autoriteit bij te brengen die een absoluut vereiste zijn voor succes. Bedenk eens hoeveel wereldproblemen er verholpen zouden kunnen worden als mensen bereid waren zich door rechtvaardige beginselen te laten leiden! Zo staat in een bericht over vervuiling in Australië dat het probleem „niet te wijten is aan onwetendheid maar aan de geesteshouding”. Hebzucht wordt als fundamentele oorzaak genoemd, en volgens het artikel „is het probleem door het regeringsbeleid verergerd”.

Onvolmaakte mensen kunnen gewoon geen volmaakte regeringen vormen. Zoals de schrijver Thomas Carlyle in 1843 opmerkte: „Op de lange duur is elke regering het exacte evenbeeld van haar onderdanen, met hun verstand en onverstand.” Wat valt er tegen een dergelijke logica in te brengen?

„Wordt verbrijzeld!”

Nu, in de 20ste eeuw, is de climax van het menselijk bestuur bereikt. Menselijke regeringen hebben samengespannen om de brutaalste en uitdagendste samenzwering tegen de goddelijke heerschappij op touw te zetten die ooit heeft bestaan. (Vergelijk Jesaja 8:11-13.) Dit hebben ze niet eenmaal maar tweemaal gedaan, eerst door de Volkenbond en daarna door de Verenigde Naties op te richten. In Openbaring 13:14, 15 wordt het resultaat „het beeld van het wilde beest” genoemd. En terecht, want het is een beeld van het gehele menselijke, politieke samenstel van dingen op aarde. Net als een wild beest hebben elementen van dit politieke stelsel op de bewoners van de aarde geaasd en onnoemelijk veel ellende veroorzaakt.

De Volkenbond kwam in 1939 rampzalig aan zijn eind. Hetzelfde lot wacht de Verenigde Naties als vervulling van de bijbelse profetie: „Omgordt u en wordt verbrijzeld! Omgordt u en wordt verbrijzeld! Ontwerpt een snood plan en het zal verbroken worden!” — Jesaja 8:9, 10.

Wanneer zal deze definitieve verbrijzeling van „het beeld van het wilde beest” en van het systeem van menselijk bestuur waarvan het een afspiegeling is, plaatsvinden? Wanneer zal Jehovah een eind maken aan het menselijk bestuur dat zijn soevereiniteit tart? De bijbel vermeldt geen vaste datum, maar de bijbelse profetieën en de wereldgebeurtenissen zeggen: ’Heel spoedig.’ — Lukas 21:25-32.

Het handschrift op de muur is te zien voor allen die het willen zien. Net zo zeker als Belsazars koninkrijk op de weegschaal werd gewogen en te licht werd bevonden, zal het menselijk bestuur in zijn geheel beoordeeld en te licht bevonden worden. Het tolereert politieke corruptie, lokt oorlogen uit, bevordert huichelarij en allerlei zelfzucht en verzuimt zijn aanhangers gepaste huisvesting, voedsel, onderwijs en medische verzorging te verschaffen.

Als het menselijk bestuur verdwijnt, zal het als het ware in één nacht verdwijnen. Vandaag is het er nog, morgen is het weg — vervangen door Gods koninkrijk, eindelijk een volmaakte regering!

[Kader op blz. 23]

De beloften en de werkelijkheid

Anarchieën beloven onbeperkte, absolute vrijheid; de werkelijkheid is dat er zonder regering geen raamwerk van voorschriften of beginselen is waarbinnen individuen tot wederzijds welzijn kunnen samenwerken; onbeperkte vrijheid leidt tot chaos.

Monarchieën beloven stabiliteit en eenheid onder het bestuur van één staatshoofd; de werkelijkheid is dat menselijke staatshoofden, met hun beperkte kennis, gehinderd door menselijke onvolmaaktheden en zwakheden, misschien zelfs gedreven door verkeerde motieven, zelf sterfelijk zijn; de eventuele stabiliteit en eenheid zijn daarom van korte duur.

Aristocratieën beloven het beste op het gebied van heersers te verschaffen; de werkelijkheid is dat zij regeren omdat zij rijkdommen, een bepaalde afkomst of macht hebben, niet noodzakelijkerwijs omdat zij wijsheid, inzicht of liefde en belangstelling voor anderen bezitten; de te kort schietende heerser van een monarchie wordt eenvoudig vervangen door de veelheid van heersers van een elitaire aristocratie.

Democratieën beloven dat alle mensen beslissingen mogen nemen in ieders belang; de werkelijkheid is dat de burgers zowel de kennis als de zuivere motivatie missen om consequent juiste beslissingen in het algemeen belang te kunnen nemen; de democratie werd door Plato beschreven als „een aantrekkelijke regeringsvorm, vol variatie en wanorde, waarbij een soort gelijkheid wordt verleend aan zowel gelijken als ongelijken”.

Autocratieën beloven iets tot stand te brengen, en dat zonder onnodige vertraging; de werkelijkheid is, zoals de journalist Otto Friedrich schrijft, dat „zelfs de mannen met de beste bedoelingen, wanneer zij eenmaal de jungle van de machtspolitiek betreden, zich geplaatst zien voor de noodzaak acties te leiden die zij onder normale omstandigheden geneigd zouden zijn immoreel te noemen”; zo worden „goede” autocraten op macht beluste heersers die bereid zijn de behoeften van hun onderdanen te offeren op een altaar van persoonlijke ambitie of opportunisme.

Fascistische regeringen beloven de economie te reguleren tot welzijn van iedereen; de werkelijkheid is dat dit hun niet al te best lukt en het ten koste gaat van de persoonlijke vrijheid; door de verheerlijking van oorlog en nationalisme scheppen ze politieke monsters zoals Italië onder Mussolini en Duitsland onder Hitler.

Communistische regeringen beloven een utopische, klasseloze maatschappij te creëren waarin de burgers voor de wet volkomen gelijk zijn; de werkelijkheid is dat er nog steeds klassen en ongelijkheid bestaan en dat corrupte politici de gewone man plukken; het resultaat is een wijdverbreide afwijzing geweest van de communistische gedachte, terwijl de bolwerken van het communisme gevaar lopen ontmanteld te worden door nationalistische en separatistische bewegingen.

[Kader op blz. 23]

Over de Verenigde Naties

◼ De VN tellen thans 160 leden. De enige landen van enige omvang die er nog niet toe behoren, zijn de twee Korea’s en Zwitserland; op een in maart 1986 gehouden Zwitsers referendum werd het lidmaatschap met een meerderheid van 3 tegen 1 verworpen.

◼ Onder de VN ressorteren naast het hoofdorgaan nog 55 gespecialiseerde organisaties, autonome organen, commissies voor de mensenrechten en een vredesmacht.

◼ Elke lidstaat krijgt één stem in de Algemene Vergadering; toch telt de volkrijkste natie, China, ongeveer 22.000 inwoners op elke inwoner van het dunstbevolkte lid, St. Kitts en Nevis.

◼ Tijdens de viering van het door de VN uitgeroepen Internationale Jaar van de Vrede in 1986 woedden er wereldwijd 37 gewapende conflicten, meer dan op enig ander tijdstip sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog.

◼ Van alle lidstaten van de VN telt 37 procent minder onderdanen dan de verenigde internationale „natie” van Jehovah’s Getuigen; 59 procent telt minder onderdanen dan het aantal personen dat dit jaar de Gedachtenisviering van Christus’ dood bijwoonde.

[Illustraties op blz. 24]

Onvolmaakte mensen zijn niet bij machte geweest voor een volmaakte regering te zorgen

Volkenbond

Verenigde Naties

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen