Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g90 22/12 blz. 20-24
  • Deel 10: Eindelijk een volmaakte regering!

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Deel 10: Eindelijk een volmaakte regering!
  • Ontwaakt! 1990
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Op zoek naar een goede regering
  • Wat voor theocratie?
  • Imitatietheocratieën
  • Een volmaakte regering nabij
  • Het bestuur van mensen moet weldra wijken voor Gods bestuur
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1969
  • Blijf dicht bij de theocratie
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1998
  • Jehovah regeert — door middel van theocratie
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
  • Voorwaarts onder de Theocratie de nieuwe ordening in!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1972
Meer weergeven
Ontwaakt! 1990
g90 22/12 blz. 20-24

Menselijk bestuur op de weegschaal

Deel 10: Eindelijk een volmaakte regering!

Theocratie: van de Griekse woorden „theʹos” (god) en „kraʹtos” (een bestuur); een regering dus waarin God het gezag of het bestuur uitoefent, soms via aangestelde vertegenwoordigers.

INDIEN u het u kon veroorloven een echt parelsnoer of een diamanten ring te kopen, zou u dan genoegen nemen met een slechte imitatie? Waarschijnlijk niet, tenzij iemand u had wijsgemaakt dat wat u kreeg, het beste was dat er bestond.

Op het gebied van regeringen heeft men honderden miljoenen mensen wijsgemaakt dat zij het beste krijgen dat er bestaat. In werkelijkheid blijken het maar slechte imitaties te zijn. Geen wonder dat zij teleurgesteld, ontevreden en gefrustreerd zijn.

Op zoek naar een goede regering

William Ralph Inge, voormalig anglicaans deken van de Londense St. Paul’s Cathedral, schreef in 1922: „Een goede regering blijft de grootste zegen die de mens ten deel kan vallen, en geen enkele natie heeft die ooit genoten.” Waarom niet?

Een gedeeltelijke verklaring bieden de woorden van John F. Kennedy, de 35ste president van de Verenigde Staten. „Geen enkele regering is beter dan de mensen waaruit ze bestaat”, zei hij. Daar zelfs de begaafdste politicus onvolmaakt is, is elke regering die door mensen wordt gevormd, gedoemd te falen.

De 17de-eeuwse Engelse toneelschrijver Philip Massinger had het bij het rechte eind toen hij schreef: „Hij die over anderen wil regeren, moet eerst zichzelf meester zijn.” Maar welk onvolmaakt mens is werkelijk zichzelf meester? In feite bezit geen enkele politicus voldoende kennis en wijsheid om gebeurtenissen en situaties te beheersen en aldus zijn eigen geluk en welzijn zeker te stellen, laat staan het geluk en welzijn van miljoenen medemensen. En zelfs als hij altijd juiste beslissingen zou kunnen nemen, zou hij niet bij machte zijn die uit te voeren.

De Amerikaanse essayist Brooks Atkinson, die het probleem erkende, concludeerde in 1951: „Wij hebben supermensen nodig om ons te besturen — zo omvangrijk is de taak en zo dringend is de behoefte aan een wijs oordeel. Maar helaas,” zei hij, „er zijn geen supermensen.” Nu, vier decennia later, zijn die er nog steeds niet.

Feitelijk is het nooit Gods bedoeling geweest dat mensen zichzelf zouden besturen. Willen mensen zich in een volmaakte regering verheugen, dan is er meer nodig dan slechts een regering van supermensen. Er is een theocratie nodig, een regering van God.

Wat voor theocratie?

Een theocratie is de regeringsvorm die bestond in Eden, waar God het eerste mensenpaar plaatste. Als rechtmatig Soeverein regelde God oorspronkelijk de zaken en oefende hij gezag uit.

Toen de joodse geschiedschrijver Flavius Josephus ongeveer 19 eeuwen geleden het Griekse woord bedacht dat met „theocratie” wordt vertaald, gebruikte hij het met betrekking tot de natie Israël uit de oudheid. Die aanduiding was correct, daar Israël destijds een door God uitverkoren natie was. Ze werd in feite door hem bestuurd, ook al werd zijn bestuur uitgeoefend via aardse vertegenwoordigers. — Deuteronomium 7:6; 1 Kronieken 29:23.

Toen de term „theocratie” in andere talen werd ingevoerd, bleef de betekenis ervan eerst voornamelijk beperkt tot die welke Josephus bedoelde. Maar later kreeg ze nog andere betekenissen. Volgens The Encyclopedia of Religion is de term „in zeer uiteenlopende gevallen gebruikt, bijvoorbeeld voor Egypte in de tijd van de farao’s, het oude Israël, de middeleeuwse christenheid, het calvinisme, de islam en het Tibetaanse boeddhisme”.

De historicus W. L. Warren schrijft in dat verband dat er „in de Engelse monarchie een element van theocratisch koningschap [zat] — de koning als het voornaamste werktuig in het goddelijk plan ter ordening van de wereld, de koning als Gods vertegenwoordiger en oordeelsvoltrekker”. In recente tijden is het woord, zo legt Dewey Wallace jr. van de George Washington University uit, zelfs gebruikt als een uiting van „’verlichte’ minachting voor samenlevingen ’waarin priesters het voor het zeggen hebben’”.

De talrijke betekenisschakeringen die nu in het woord opgesloten liggen, laten het bestaan van veel soorten theocratieën toe. Welke soort hebben wij nodig?

Imitatietheocratieën

De eerste menselijke regering in de te boek gestelde geschiedenis werd zo’n 4000 jaar geleden door Nimrod gesticht. Deze achterkleinzoon van Noach maakte zichzelf koning en werd, zoals hij in de bijbel wordt beschreven, „een geweldig jager gekant tegen Jehovah” (Genesis 10:8, 9). Door zich op te werpen tot een tegen Jehovah gekante heerser, maakte Nimrod zich tot een politieke god. Als zodanig genoot hij de steun van Gods voornaamste tegenstander, de valse god Satan de Duivel (2 Korinthiërs 4:4). Nimrods regering was dus een imitatie van de ware theocratie.

Toen de ingezetenen van Nimrods rijk later over de hele aarde verstrooid werden, bleven mensen ervan uitgaan dat hun regeringen theocratisch waren, dat wil zeggen, hun gezag ontleenden aan de god of goden die zij aanbaden (Genesis 11:1-9). Men ging het woord „theocratie” dan ook gebruiken, aldus The Encyclopedia of Religion, „ter beschrijving van die vroege fase van de oude oosterse beschaving waarin er geen onderscheid was tussen godsdienst en staat”.

In sommige culturen, zoals Egypte onder de farao’s, geloofde men dat de koning de gemaal van een grote godin of de zoon van een god was. Andere culturen zeiden weinig over de veronderstelde goddelijke kwaliteiten of afkomst van de koning maar beklemtoonden veeleer het denkbeeld van zijn goddelijke uitverkiezing. In het Griekenland van Alexanders tijd en daarna werd de koning als goddelijk beschouwd, zo legt het boek A History of Political Theory uit, „omdat hij zijn koninkrijk harmonie bracht zoals God harmonie in de wereld brengt”. Dit geschiedkundige werk vervolgt: „Hij bezat een goddelijkheid die de gewone man niet deelde en die de onwaardige usurpator die het hoge ambt opeiste zonder de zegen van de Hemel te genieten, rampzalig werd.”

Het denkbeeld dat de koning goddelijk is, werkte door tot in wat men het christelijke tijdperk noemt. Toen de Teutoonse stammen tot het katholicisme waren bekeerd, nam het aanzien van de koning toe. De kroning door de kerk impliceerde dat God zelf de koning had uitverkoren om te regeren. Vanuit die achtergrond ontwikkelde zich geleidelijk de leer die men het goddelijk recht der koningen noemt.

Al vóór het „christelijke” tijdperk hadden de caesars van Rome een theocratisch tintje aan hun regering gegeven door aanspraak te maken op goddelijkheid. In Romeinse ogen was bestuur door mensen het equivalent van bestuur door goden, wat hun regering, net als die van Nimrod, tot een imitatietheocratie maakte. Toen dus de joodse religieuze leiders uit de eerste eeuw G.T. Jezus als toekomstige Koning verwierpen met de woorden: „Wij hebben geen andere koning dan caesar”, gaven zij in feite te kennen een imitatietheocratie te verkiezen boven de ware theocratie die Jezus verkondigde. — Johannes 19:15.

Daar het theocratisch bestuur van Jehovah verre superieur is aan elke andere vorm van bestuur, heeft Satan — en dat hoeft ons niet te verbazen — geprobeerd enkele aspecten ervan in zijn imitaties van menselijke makelij te verweven, maar zonder succes. Al deze zogenaamde theocratieën hebben het ideale bij lange na niet benaderd. In werkelijkheid is geen ervan een bestuur van God of van zijn vertegenwoordigers geweest. Het zijn armzalige imitaties van het ware geweest, uitingen van onvolmaakt menselijk bestuur onder leiding van een imitatiegod.

Terecht noemt de bijbel deze god „de heerser van deze wereld” en „de god van dit samenstel van dingen” (Johannes 12:31; 14:30; 2 Korinthiërs 4:4). Daarom kon hij „alle koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid” aan Jezus aanbieden, een verleiding die Jezus resoluut afwees (Mattheüs 4:8-10). In de wetenschap dat de ware theocratie een bestuur is van de ene ware God, Jehovah, liet Jezus zich er niet toe verleiden surrogaten van menselijke makelij te accepteren die niet bij machte zijn in volmaakt evenwicht uitdrukking te geven aan de goddelijke hoedanigheden die in het ware worden aangetroffen.

Een volmaakte regering nabij

Enkele jaren geleden kwam Hugh Brogan van de Universiteit van Essex tot de conclusie: „Indien de mens, het politieke dier, zichzelf en zijn beschavingen wil redden, kan hij nog niet ophouden met zoeken naar nieuwe regeringsvormen die beantwoorden aan de steeds nieuwe behoeften van zijn tijd.” Sinds de tijd van Nimrod zijn mensen daar constant mee bezig geweest; herhaaldelijk bedenken zij nieuwe regeringsvormen om in de behoeften die de tijd met zich brengt te voorzien. Maar hoeveel tijd is er eigenlijk nodig om te bewijzen dat menselijk bestuur eenvoudig niet werkt?

Gelukkig was in 1914 de tijd aangebroken dat het zinloze geëxperimenteer met menselijk bestuur een schot voor de boeg kreeg door de oprichting in de hemel van Jehovah’s Messiaanse koninkrijk!a Sinds 1914 leven de menselijke regeringen, hoewel ze zich nog aan het leven vastklampen, in geleende tijd (Daniël 7:12). Wij leven in de periode die door de bijbel als „de laatste dagen” wordt aangemerkt (2 Timotheüs 3:1-5). Het handschrift op de muur dat het menselijk bestuur zijn naderende vernietiging voorspelt, is zo duidelijk dat niemand het in alle oprechtheid over het hoofd kan zien. Het kan genegeerd worden, maar niet uitgewist.

Het theocratisch bestuur via Jehovah’s Messiaanse koninkrijk wordt in de bijbel, in hoofdstuk 2 van Daniël, voorgesteld als een ’niet door handen uitgehouwen’ steen die ’het beeld [symbool van menselijk bestuur] aan zijn voeten van ijzer en gevormd leem trof en ze verbrijzelde’. Dit betekent dat Gods opgerichte koninkrijk spoedig het slechte menselijk bestuur in al zijn vormen zal treffen en verbrijzelen. Hoe volledig zal dat gebeuren? De bijbel antwoordt: „Terstond werden het ijzer, het gevormde leem, het koper, het zilver en het goud alle te zamen verbrijzeld en werden als het kaf van de zomerdorsvloer, en de wind voerde ze weg zodat er geen spoor meer van werd gevonden.” — Daniël 2:34, 35.

Als slechte menselijke regeringen zo volkomen worden weggevaagd dat er nooit meer een spoor van gevonden zal worden, is het duidelijk dat de voorstanders van menselijk bestuur een moeilijke tijd wacht. Miljoenen mensen die dit beseffen, zien er de wijsheid van in hun vertrouwen niet langer in ontaard menselijk bestuur te stellen maar in iets beters. Alleen een regering van Jehovah God, de Schepper van het universum, kan de problemen oplossen die door duizenden jaren van menselijk wanbestuur en wanbeleid zijn ontstaan. Alleen de ware theocratie kan in de behoeften van onze tijd voorzien.

Ontwaakt! hoopt dat de tiendelige serie „Menselijk bestuur op de weegschaal” u ervan heeft doordrongen hoe belangrijk het is in deze kwestie van bestuur een persoonlijke beslissing te nemen. En wij hopen bovenal dat u erdoor geholpen zult worden een verstandige beslissing te nemen. Het menselijk bestuur is gewogen en te licht bevonden. Waarvoor kiest u? Voor een goedkope imitatie of voor echt? Voor menselijk bestuur of het bestuur van de ware God, Jehovah? — Daniël 2:44; Mattheüs 6:10.

[Voetnoten]

a Zie voor bewijzen dat Gods koninkrijk in 1914 is opgericht en dat deze wereld sindsdien in haar laatste dagen verkeert, de hoofdstukken 16 en 18 van het boek U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven, in 1982 uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.

[Kader op blz. 22]

Wat Jehovah’s theocratische bestuur zal doen

◆ Zwakke bejaarden hun jeugdige kracht teruggeven. — Job 33:25.

◆ Oorlogen tot het verleden laten behoren. — Psalm 46:9; Jesaja 9:7.

◆ Elk gezin van uitstekende huisvesting voorzien. — Jesaja 65:21.

◆ Zieken en invaliden genezen. — Jesaja 33:24; 35:5, 6.

◆ De doden opwekken. — Jesaja 25:8; Handelingen 24:15; Openbaring 20:13.

◆ De aarde ontdoen van corruptie, immoraliteit en misdaad. — Spreuken 2:21, 22.

◆ Voldoende voedsel verschaffen voor iedereen. — Psalm 72:16; Jesaja 25:6.

◆ Een vreedzame verhouding tussen mens en dier herstellen. — Jesaja 11:6-9; Ezechiël 34:25.

◆ Iedereen zinvol en lonend werk te doen geven. — Jesaja 65:22, 23.

◆ De aarde transformeren in een wereldomvattend paradijs. — Jesaja 35:1, 6, 7; Lukas 23:43.

Dit zijn geen lege politieke beloften gedaan door mensen; het zijn beloften gedaan door God, en ’God kan onmogelijk liegen’. — Hebreeën 6:18.

[Illustratie op blz. 23]

De eeuwige zegeningen van een volmaakte regering kunnen u ten deel vallen!

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen