Is christelijke eenheid mogelijk?
DE CHRISTENHEID is een verscheurd huis. Haar geschatte ledental van meer dan 1,5 miljard is verdeeld over rooms-katholieke, oosters-orthodoxe, protestantse en andere kerken en sekten die er aanspraak op maken christelijk te zijn. Veel oprechte mensen vragen zich af of men ooit tot christelijke eenheid zal geraken.
De religieuze verdeeldheid betreurend werd in een document van het Tweede Vaticaans Concilie verklaard: „Allen noemen zich discipelen van de Heer, maar hun overtuigingen botsen en hun paden lopen uiteen, alsof Christus Zelf verdeeld zou zijn (vgl. 1 Kor. 1,13). Het lijdt geen twijfel dat deze tweedracht ronduit in strijd is met de wil van Christus, een struikelblok vormt voor de wereld en schadelijk is voor de uiterst heilige zaak het goede nieuws aan elk schepsel te verkondigen.”
De Katholieke Kerk en eenheid
De Katholieke Kerk, die beweert ongeveer de helft van de christenheid tot haar leden te mogen rekenen, heeft haar eigen opvatting over christelijke eenheid. Rond de eeuwwisseling werden er verscheidene „gebedsbroederschappen” gevormd. Daartoe behoorden de Aartsbroederschap van Onze Vrouwe van Barmhartigheid voor de Terugkeer van Engeland tot het Katholieke Geloof, de Vrome Broederschap des Gebeds tot Onze Vrouwe van Barmhartigheid voor de Bekering der Ketters, en de Aartsbroederschap tot Gebeden en Goede Werken voor de Hereniging van de Oosterse Schismatici met de Kerk.
In 1908 werd op initiatief van een anglicaanse priester die katholiek was geworden, een jaarlijkse katholieke gebedsweek (18–25 januari) georganiseerd „voor de bekering en terugkeer van de afgescheiden broeders”. Dat werd later de jaarlijkse Gebedsweek voor de Christelijke Eenheid, waarbij de Wereldraad van Kerken zich sinds het begin van de jaren ’50 heeft aangesloten.
In het katholieke boek The Documents of Vatican II wordt gezegd: „Al decennia lang wijden rooms-katholieken jaarlijks in januari acht gebedsdagen aan de eenheid van de Kerk. Tot 1959 was het algemene idee achter die gebedsdagen, 18–25 januari, de hoop dat de protestanten zouden ’terugkeren’ tot de ene ware Kerk, en dat er een eind zou komen aan het Oosters Schisma.”
Heeft het Vaticanum II de opvatting van de Katholieke Kerk over de christelijke eenheid fundamenteel veranderd? De opvolger van paus Johannes, Paulus VI, kondigde de op het Vaticanum II tot stand gekomen Dogmatische constitutie over de Kerk af, waarin staat: „Dit is de enige Kerk van Christus, die wij in het symbolum als één, heilig, katholiek en apostolisch belijden. . . . Deze Kerk, in deze wereld ingesteld en uitgebouwd als een maatschappij, bevindt zich in de katholieke Kerk, die door de opvolger van Petrus en de met hem verenigde bisschoppen wordt bestuurd.”
De opvatting van de Katholieke Kerk over de christelijke eenheid is dus niet fundamenteel veranderd. De op het Vaticanum II verwoorde opvatting behelst in feite dat alle goede dingen die er buiten de Katholieke Kerk bestaan, in werkelijkheid haar toebehoren en daarom, zoals de Dogmatische constitutie over de Kerk zegt, „naar de katholieke eenheid heen stuwen”.
In staat de eenheid te bevorderen?
Wat valt er te zeggen van de vaak herhaalde verklaring van de Katholieke Kerk dat ze „één, heilig, katholiek en apostolisch” is? Ten eerste logenstraft het recente schisma van de traditionalistische katholieken onder leiding van aartsbisschop Lefebvre de bewering van de kerk dat ze „één” is, om nog maar niet te spreken van de openlijke rebellie van honderden katholieke theologen.a
Ten tweede onthult de geschiedenis van de Katholieke Kerk, met haar antisemitisme, haar martelen van „ketters”, haar bevordering van „heilige oorlogen” en haar betrokkenheid bij de politiek en smerige financiële schandalen, dat ze lang niet heilig is.
Ten derde kan de Kerk van Rome zeker haar bewering niet waarmaken dat ze „katholiek” of „universeel” is, daar ze slechts ongeveer de helft van degenen die beweren christelijk te zijn of omstreeks 15 procent van de wereldbevolking tot haar leden mag rekenen.
Ten slotte kunnen noch de historische feiten, zoals de geschiedenis van het pausdom, noch de enorme rijkdom, de immoraliteit en de politieke betrokkenheid van veel katholieke prelaten de bewering van de kerk waarmaken dat ze „apostolisch” is. Het is duidelijk dat de Katholieke Kerk er geen aanspraak op kan maken het uitgangspunt voor ware christelijke eenheid te zijn.
De Wereldraad en eenheid
De Wereldraad van Kerken omvat meer dan 300 protestantse en oosters-orthodoxe kerken, die in meer dan honderd landen ruim 400 miljoen leden tellen. Het doel van de raad is, „de essentiële eenheid van de Kerk van Christus te verkondigen en de kerken duidelijk de plicht die eenheid tentoon te spreiden en de dringendheid ervan met het oog op het evangelisatiewerk, voor te houden”. Biedt de Wereldraad echter meer hoop op ware christelijke eenheid dan de Rooms-Katholieke Kerk?
Op basis waarvan hoopt de Wereldraad christenen te verenigen? In een encyclopedie staat: „Wereldraad van Kerken. . . . De leden zijn het er algemeen over eens dat verdeeldheid onder christenen in strijd is met Gods wil en een ernstig obstakel voor het aanvaarden van het christendom door niet-christenen. . . . De overtuiging is gegroeid dat eenheid gebaseerd moet zijn op waarheid.” Wat wordt door de ruim 300 lidkerken van de Wereldraad dan als de fundamentele waarheid beschouwd?
In 1948 werd de oorspronkelijke basis voor het lidmaatschap van de Wereldraad door sommige kerken onvoldoende trinitarisch geacht. En dus werd in 1961 de basis voor het lidmaatschap als volgt gewijzigd: „De Wereldraad van Kerken is een gemeenschap van kerken die de Heer Jezus Christus als God en Heiland naar de Schriften belijden, en die op grond daarvan te zamen hun gemeenschappelijke roeping trachten te vervullen, tot eer van de éne God, Vader, Zoon en Heilige Geest.” — Wij cursiveren.
Die basis voor het lidmaatschap van de Wereldraad is op zich al een contradictio in terminis. Waarom? Omdat het geloof in „de éne God, Vader, Zoon en Heilige Geest” niet „naar de Schriften” is. In The Encyclopedia of Religion wordt gezegd: „Hedendaagse theologen zijn het erover eens dat de leer der Drieëenheid niet in de Hebreeuwse bijbel voorkomt.” Verder wordt in The New International Dictionary of New Testament Theology verklaard: „Het primitieve christendom had geen expliciet Drieëenheidsdogma.” En The New Encyclopædia Britannica vermeldt: „Noch het woord Drieëenheid noch de expliciete leerstelling komt in het Nieuwe Testament voor, en evenmin beoogden Jezus en zijn volgelingen zich af te zetten tegen de Sjema uit het Oude Testament: ’Hoor, o Israël: De Heer onze God is één Heer’ (Deut. 6:4).”
Bovendien is de Wereldraad diep verwikkeld geraakt in politieke twisten. Zo heeft hij financiële steun verleend aan gewapende bevrijdingsbewegingen. In The New Encyclopædia Britannica wordt onthuld: „De vereenzelviging met verscheidene revolutionaire bewegingen door groepen in de Wereldraad is aanleiding geweest tot kritiek door enkele ledenkerken.” Onchristelijke betrokkenheid bij de politiek kan net zomin ware christelijke eenheid bewerkstelligen als een onbijbelse leerstellige grondslag.
Ware eenheid is mogelijk
Het is interessant dat de Franse Encyclopædia Universalis (1989) verklaart dat het doel van het oecumenisme is, „de verdeelde familie der christenen een innige en zichtbare eenheid terug te geven, in harmonie met de leer van Jezus. . . . Niet-christenen zouden als zij zien hoe christenen elkaar liefhebben, tot het geloof moeten komen en zich moeten aansluiten bij de Kerk, als afschaduwing van de nieuwe wereld waarin dienstbaarheid, rechtvaardigheid en vrede de leidende beginselen zullen zijn, zoals voorzegd en gedemonstreerd door Christus. . . . Het is opmerkelijk dat . . . het Epistel aan de Hebreeën (II, 5) spreekt van de ’toekomende oi·kouʹme·ne [bewoonde aarde]’, daarmee beklemtonend dat de christelijke hoop niet gericht is op een niet-aardse geestelijke wereld, maar op deze bewoonde wereld [aarde] verzoend met haar Schepper.”
Steeds meer leden van de kerken der christenheid komen tot het besef dat de leer van hun kerk niet in harmonie is met Jezus’ leer. Zij zien vol schaamte dat de leden van hun religie elkaar niet liefhebben. Velen van hen hebben echter een familie van christenen gevonden die innig verenigd zijn, en zij merken op hoe die elkaar werkelijk liefhebben. Ja, zij hebben ware christelijke eenheid en hoop gevonden bij de wereldomvattende familie van Jehovah’s Getuigen.
Het gevolg is dat miljoenen voormalige leden van de kerken der christenheid nu hun hoop hebben gesteld op Gods verenigde nieuwe wereld, waarin dienstbaarheid, rechtvaardigheid en vrede de leidende beginselen zullen zijn.
[Voetnoot]
a Zie voor bijzonderheden Ontwaakt! van 22 juni 1990, „Waarom de scheuringen in de Katholieke Kerk?”
[Inzet op blz. 11]
Veel mensen hebben een wereldomvattende familie van christenen gevonden die reeds verenigd zijn
[Illustratie op blz. 10]
Dit monument bij het hoofdkwartier van de Wereldraad van Kerken in Genève (Zwitserland) symboliseert hun, tot dusver niet verhoorde, gebeden voor kerkelijke eenheid