Ruimteonderzoek — Wat zal de toekomst brengen?
MET de ineenstorting van het communistische Sovjet-regime is de wedijver grotendeels uit de race om de ruimte verdwenen. Sommige wetenschappers missen nu hun oorspronkelijke motivatie — iemand om te verslaan. In plaats van te wedijveren spreken Russische en Amerikaanse ruimtewetenschappers over samenwerking, over samenvoeging van kennis en deskundigheid. Maar er zijn nog steeds na te streven doelen en te beantwoorden vragen. Eén vraag die velen stellen is: Wat leveren al die reusachtige inspanningen en kosten om de ruimte te verkennen de mensheid op?
In een NASA-publikatie wordt gezegd dat in de loop van de afgelopen drie decennia „er meer dan 300 lanceringen [van een onbemand vaartuig] hebben plaatsgevonden in het kader van programma’s variërend van verkenning van het zonnestelsel tot betere weersvoorspelling, internationale communicatie en studies van de hulpbronnen der aarde”. Hebben de resultaten de enorme geldbedragen gerechtvaardigd die in deze programma’s gestoken zijn? Volgens de NASA hebben ze „de nationale investering aan tijd, geld en technisch kunnen meer dan terugbetaald”. De NASA rechtvaardigt de gemaakte kosten verder door te zeggen: „Ongeveer 130.000 Amerikanen hebben werk door het onderzoek dat dank zij het ruimtevaartprogramma wordt gedaan ter verbetering van vuurbestendige stoffen en verf, kleinere en duurzamer radio’s en televisietoestellen, taaiere plastics, krachtiger hechtmiddelen, elektronische monitorsystemen voor ziekenhuispatiënten, verbeterde computertechnologie en nog andere terreinen van research.”
Nog een bijkomend uitvloeisel van het ruimtevaartprogramma is het gedetailleerder in kaart brengen van het aardoppervlak, zelfs onder de aardkorst. De tweede vlucht van het ruimteveer omvatte een experiment „waarbij een betrekkelijk primitieve optische recorder werd gebruikt”. Het „was bedoeld als een eenvoudige geologische verkenning met behulp van radar voor grondwaarnemingen” (Prescription for Disaster, door J. J. Trento). Maar er was een onverwacht resultaat. „Toen het vaartuig terugkwam en de beelden . . . werden verwerkt, kwamen de wegen en straten van een oude stad aan het licht die begraven lag onder het zand van de Sahara. Er was een verloren beschaving ontdekt.” Bovendien heeft het nog iets opgeleverd, iets wat ons allemaal aangaat.
Wat voor weer zal het worden?
Het dagelijkse weerbericht, met kaarten en visuele hulpmiddelen, is iets wat de meeste mensen met tv nu als iets vanzelfsprekends beschouwen. Maar wat is onze mogelijkheid om per dag plannen te maken erdoor veranderd! Gewoonlijk weet u het al uren van tevoren als het gaat onweren, regenen of sneeuwen — dank zij de weersatellieten daar in hun baan om de aarde.
De afgelopen dertig jaar hebben meteorologische satellieten informatie over het weer op aarde doorgegeven. In een NASA-publikatie wordt gezegd: „Deze satellieten maken het niet alleen mogelijk ons ruimtelijk milieu beter te begrijpen, ze helpen ons ook ons tegen de gevaren ervan te beschermen.” Dan wordt erin opgemerkt dat in 1969 een tornado de Golfkust van Mississippi teisterde en een materiële schade ten bedrage van $1,4 miljard aanrichtte. „Toch kwamen er dank zij de voorspelling met behulp van de weersatelliet slechts 256 mensen om, en het leven van de meeste van hen had gespaard kunnen blijven als zij acht hadden geslagen op de vroegtijdige waarschuwingen het gebied te evacueren.” Van deze voordelen zouden beslist ook andere delen van de aarde kunnen profiteren die geregeld te kampen hebben met de dodelijke gevolgen van moessons en orkanen.
Ruimtevaartwetenschappers zijn niet slechts geïnteresseerd in bijkomende voordelen voor de bevolking van de aarde. Hun streven gaat veel verder. Wat heeft de toekomst dan voor het ruimteonderzoek in petto?
De uitdaging van het ruimtestation
Wat veel ruimtevaartgeleerden als een vitale noodzaak zien, is een echt, functionerend ruimtestation. De NASA gaat ervan uit dat er tot en met het jaar 2000 $30 miljard nodig zal zijn voor het ruimtestation Freedom dat nu gebouwd wordt. Daar er al verscheidene jaren aan de plannen voor het station wordt gewerkt, is er volgens een NASA-bron reeds $9 miljard uitgegeven. Maar hoe zullen de deskundigen hun ruimtestation in een baan om de aarde krijgen? Het Amerikaanse ruimteveer zou naar schatting minstens zeventien bemande vluchten moeten maken om de Freedom daar stukje bij beetje te krijgen. Dat komt neer op een zeer kostbare en tijdverslindende operatie. Wat zou een oplossing kunnen zijn?
Sommigen hebben gesuggereerd dat de Russen en de Amerikanen de handen ineenslaan en de krachtige Russische Energia-raketten gebruiken om de Freedom in de ruimte te krijgen. De Energia, door de schrijver Serge Schmemann van The New York Times beschreven als „een twintig verdiepingen hoge, vliegende wolkenkrabber”, zou het Amerikaanse ruimtestationproject kunnen helpen bespoedigen. De Russen hebben Amerikaanse dollars nodig en dit zou voor hen de gelegenheid zijn voor wat knap kapitalisme. In U.S.News & World Report werd gezegd: „Zes onbemande Energia’s zouden het hele ruimtestation omhoog kunnen brengen, goedkoop en zonder mensenlevens te riskeren.”
Natuurlijk zijn de Verenigde Staten en de Russische Federatie niet de enige landen die zich bezighouden met ruimteonderzoek. Een van de andere initiatieven is de produktie door de European Space Agency, via de Franse maatschappij Arianespace, van ’wegwerp’-raketten voor commerciële satellietlanceringen. Ook Japan reikt naar de sterren, en „tegen de eeuwwisseling beoogt Japan het eerste Aziatische land te zijn met een blijvende bemande vestiging in de ruimte”, aldus recente informatie gepubliceerd in Asiaweek. Volgens de plannen zal de eerste officiële Japanse astronaut, Mamoroe Mohri, in 1992 meegaan op een zevendaagse missie vanaf Cape Canaveral (Florida). Hetzelfde bericht vermeldt dat „de missie een belangrijke inleiding is tot de Japanse plannen om een bijdrage te leveren tot het [Amerikaanse] ruimtestation Freedom”. Aan dit project zullen ook Europese en Canadese ruimtevaartwetenschappers meewerken.
Het bevolken van planeten
Een andere aspiratie spreekt ook tot de verbeelding van velen — de wens andere planeten te bevolken en exploiteren. George Henry Elias schrijft in zijn boek Breakout Into Space — Mission for a Generation: „De opbouw van een interplanetaire beschaving is van essentieel belang voor de overleving van onze soort. . . . Wij mensen nemen nu een hele planeet in beslag en het is tijd dat wij verhuizen naar een groter woongebied. Een onbewoond zonnestelsel wacht ons.” Hij heeft daarbij als eerste de planeet Mars op het oog.
Iemand die beslist vindt dat de mens naar Mars moet, is Michael Collins, een voormalig astronaut die in 1966 piloot was op de Gemini 10 en ook op het moederschip van de Apollo 11, die de mens naar de maan bracht. In zijn boek Mission to Mars zegt hij: „Mars lijkt vriendelijk, toegankelijk, bewoonbaar zelfs.”
Bruce Murray, lange tijd directeur van het Jet Propulsion Laboratory in Pasadena, is er sterk voor in een gezamenlijke Amerikaans/Russische onderneming de reis naar Mars te wagen. Als medeoprichter van de Planetary Society heeft hij onlangs het initiatief „Naar Mars . . . samen” opgezet. Hij zegt: „Mars is de planeet van de toekomst. Ze zal een speelterrein vormen voor de avontuurlijke leden van toekomstige generaties.”
Marshall Brement, voormalig Amerikaans ambassadeur in IJsland, schrijft: „De twee landen kunnen elkaar op dit terrein [de ruimte] veel leren. Het bemande ruimtevaartprogramma van de Sovjets is het beste dat er is; Sovjet-kosmonauten hebben alle tijdrecords in de ruimte op hun naam staan. . . . Afspraken tussen de twee landen om samen een station op de maan op te zetten, rond Venus te vliegen en op Mars te landen, zouden van grote wetenschappelijke waarde kunnen zijn.”
De Planetary Society, waarvan de astronoom Carl Sagan van de Cornell University medeoprichter is, publiceerde „De Mars-proclamatie”, waarin onder meer stond: „Mars is de buurwereld, de dichtstbijzijnde planeet waarop menselijke onderzoekers veilig zouden kunnen landen. . . . Mars is een voorraadschuur vol wetenschappelijke informatie — belangrijk op zich maar ook wegens het licht dat daardoor misschien geworpen wordt op de oorsprong van het leven en op de beveiliging van het milieu van de aarde.” Wetenschappers worden geïntrigeerd door het mysterie van de oorsprong van het leven. Het simpele antwoord uit de bijbel bevredigt hen niet: „Gij, Jehovah, ja onze God, zijt waardig de heerlijkheid en de eer en de kracht te ontvangen, want gij hebt alle dingen geschapen, en vanwege uw wil bestonden ze en werden ze geschapen.” — Openbaring 4:11; Romeinen 3:3, 4.
Problemen die zich zullen voordoen
Murray en andere wetenschappers zijn echter niet blind voor de problemen die zulke interplanetaire vluchten over lange afstanden zoal met zich mee zullen brengen. Zo zou het de astro/kosmonauten ongeveer een jaar interplanetair vliegen kosten om op Mars te komen. De vlucht heen en terug zou dus minstens twee jaar duren, de op Mars doorgebrachte tijd niet meegerekend. De gevolgen van gewichtloosheid worden niet geheel en al begrepen. In een NASA-publikatie wordt verklaard: „Daartoe behoren het verlies van bepaalde mineralen uit botten; atrofie van spieren wanneer die niet gebruikt worden; en het ruimteaanpassingssyndroom, een vorm van bewegingsziekte die alleen bij ruimtevluchten voorkomt.”
Tot dusver heeft geen mens een zo lange periode van gewichtloosheid meegemaakt. Maar de Russische kosmonauten gaan aardig die kant op. Op 25 maart 1992 kwam de 33-jarige Sergei Krikalev op aarde terug na tien maanden in de ruimte in het Russische ruimtestation MIR. Hij stond wat onvast op zijn benen toen hij uit de retourcapsule was getild, maar hij had aangetoond dat de mens lange periodes van gewichtloosheid kan overleven. En gewichtloosheid is niet het enige probleem waarmee astro/kosmonauten te kampen hebben, zoals de Russen hebben ontdekt.
Wanneer u een groep mensen voor geruime tijd in een beperkte ruimte zet, zult u uiteindelijk met persoonlijkheids- en psychische problemen te maken krijgen. In het Time-Life boek Outbound uit de serie Voyage Through the Universe wordt gezegd: „Met elke nieuwe week van een missie vertonen de irritatiedrempels neiging tot dalen. Tijdens de [Russische] Saljoet-missies viel het de grondleiding op dat kosmonauten steeds korzeliger werden bij wat zij als stomme vragen beschouwden. . . . Tijdens de verlengde missie van Gretsjko en Romanenko in 1977 vormde de grondleiding ook een ’psychologische-steungroep’ om de mentale gezondheid van de kosmonauten nauwgezet te volgen.” Gretsjko vertelde: „De wedijver binnen een bemanning is een van de schadelijkste dingen, vooral als iedereen wil gaan bewijzen dat hij de beste is.” Hij voegde eraan toe dat je in de ruimte „geen psychische uitlaatkleppen hebt. Het is daar veel gevaarlijker.”
Eventuele langdurige interplanetaire reizen zullen dan ook een staaltje van uitgelezen evenwichtskunst worden, gezien alle wetenschappelijke, mechanische en psychische factoren die erbij betrokken zijn. Elkaar verdragen valt mensen hier op aarde niet gemakkelijk; in de beperkte plaats die een ruimtevaartuig biedt, is het nog veel moeilijker. — Vergelijk Kolossenzen 3:12-14.
Zal de mens ooit de planeten bereiken?
De beroemde Amerikaanse Star Trek-films hebben bij miljoenen de lust in ruimtereizen aangewakkerd. Wat zijn de vooruitzichten op bemande verkenningen van andere planeten? Er moeten twee perspectieven in aanmerking worden genomen — het menselijke en het goddelijke. Per slot van rekening zegt de bijbel dat Jehovah „de Maker van hemel en aarde” is. „Wat de hemel betreft, aan Jehovah behoort de hemel toe, maar de aarde heeft hij aan de mensenzonen gegeven.” — Psalm 115:15, 16; Genesis 1:1.
Wij hebben reeds gezien dat veel wetenschappers optimistisch zijn ten aanzien van het vermogen van de mens om Mars te bereiken en zich erop te vestigen. Menselijke nieuwsgierigheid en een verlangen naar kennis zullen mannen en vrouwen er ongetwijfeld toe blijven aanzetten het terrein voor ontdekkingen uit te breiden. Een van de doeleinden van de Hubble-ruimtetelescoop is volgens een informatieblad van de NASA, te „speuren naar andere werelden, andere sterrenstelsels en de oorsprongen van het universum zelf”. De NASA verklaart ook: „Het vooruitzicht op activiteiten in de ruimte in de 21ste eeuw is opwindend en vormt een uitdaging. Wij kunnen ons belangrijke successen voorstellen, bijvoorbeeld industriële activiteiten in aardbanen, maanbases en bemande expedities naar Mars. Nu de ruimtegrens gepasseerd is, is er geen terug.”
Wat valt er vanuit bijbels oogpunt over te zeggen? Het is waar dat de mens van God de opdracht kreeg ’zich te vermenigvuldigen en de aarde te vullen’ (Genesis 1:28). Terzelfder tijd kreeg hij intelligentie en een onverzadigbaar verlangen om meer te weten over de wereld waarin hij geplaatst was, met inbegrip van de biosfeer, de stratosfeer en dat wat nog verder ligt. Die wereld omvat ons nietige zonnestelsel en de sterren erbuiten. Koning David schreef dan ook ongeveer drieduizend jaar geleden onder inspiratie: „Wanneer ik uw hemel zie, het werk van uw vingers, de maan en de sterren die gij hebt bereid, wat is dan de sterfelijke mens dat gij aan hem denkt, en de zoon van de aardse mens dat gij voor hem zorgt?” — Psalm 8:3, 4.
De Hubble-telescoop zond onlangs een beeld over van het reusachtige sterrenstelsel M87. Het werd beschreven als een klodder licht die uit twee biljoen sterren bestaat! Kunt u zich bij dat cijfer iets voorstellen? Hoe ver weg staat M87? Tweeënvijftig miljoen lichtjaren van de aarde — „betrekkelijk dichtbij op de intergalactische afstandenschaal!” Laten wij eerlijk zijn: de mens en de aarde zijn oneindig klein vergeleken bij de onvoorstelbare uitgestrektheid van de universele ruimte! Wat Jehovah in heel die oneindige ruimte doet en zal doen, gaat ons huidige begrip te boven. Los van dat wat de mens in verband met de buitenaardse ruimte nastreeft, is er op onze planeet een strijdvraag opgeworpen die eerst door tussenkomst van God beslecht moet worden. — Openbaring 16:14-16.
De strijdvraag die beslecht moet worden
Waar het om gaat, is de keuze tussen bestuur door God en bestuur door Satan. Daarom verkondigen Jehovah’s Getuigen wereldwijd dat God beslist spoedig tot actie zal overgaan om de aarde te ontdoen van goddeloosheid, corruptie, moord, geweld en oorlog. — Markus 13:10; 2 Korinthiërs 4:4.
Astronauten die vanaf vele honderden kilometers ver in de ruimte op onze aarde neerkeken, stonden versteld van de schoonheid van dit juweel onder de planeten. Van boven af gezien vertoont de aarde geen politieke grenzen die verdelen en scheiding brengen. Ze is gewoon één schitterende wereldbol waarop de hele menselijke familie zich thuis kan voelen. Niettemin hebben wij te maken met een wereld vol hebzucht, afgunst, leugens, uitbuiting, onrecht, terreur, angst, misdaad en geweld. Wat is er nodig om de mensheid tot bezinning te brengen?
De bijbel maakt duidelijk dat Jehovah God, de Maker en Eigenaar van de aarde, spoedig stappen zal ondernemen tegen de onhandelbare en onregeerbare bewoners van deze planeet. Alleen de werkelijk zachtmoedigen zullen overblijven en de aarde beërven. Pas dan zullen wij te weten komen wat Gods verdere bedoelingen zijn met een gehoorzame mensenfamilie. — Psalm 37:11, 29; Openbaring 11:18; 16:14-16.
[Kader op blz. 14]
Reddingsoperatie satelliet
De NASA leverde in mei dit jaar een hele prestatie toen drie astronauten vanuit het ruimteveer Endeavor een eigenzinnige, 4080 kilo wegende communicatiesatelliet aanpakten tijdens een ruimtewandeling. Zij namen de satelliet mee naar het vrachtruim, waar er een nieuwe aanjaagraket aan werd bevestigd. Vervolgens werd ze naar een hoge baan gevuurd voordat ze omlaag werd gebracht naar haar werkpositie op 35.900 kilometer boven de aarde.
[Illustraties op blz. 15]
1. Artistieke impressie van het geplande ruimtestation „Freedom”;
2. Gewichtloosheid is een probleem waarmee interplanetaire reizigers te kampen hebben;
3. De aarde vanaf de maan gezien;
4. Venus;
5. Mars
[Verantwoording]
Foto’s 1-4 NASA-foto’s; 5 Foto NASA/JPL