Afrikaans speelgoed dat niets kost
Door Ontwaakt!-correspondent in Sierra Leone
Slechts gekleed in een verschoten korte kaki broek slentert een kleine jongen voort terwijl hij zijn speelgoedvrachtwagen — een roestig sardineblikje — achter zich aan trekt. De wagen is volgeladen — met een vracht kleine steentjes.
Wat verderop in de straat speelt een groep jongens op blote voeten een partijtje voetbal. Hun bal is echter een stevig bijeengebonden bol van lappen. Hun doelpalen zijn stenen.
Aan de overkant kroelt een driejarig meisje met haar pop — een bruine stok, in een stuk zachte, rode stof gewikkeld.
Dit zijn veel voorkomende taferelen in Afrikaanse landen. Toch kunnen ze in geïndustrialiseerde landen wonende lezers vreemd toeschijnen. Misschien gelooft u (wat de reclame-industrie u heeft willen doen geloven) dat speelgoed iets is wat gekocht moet worden. Lang voor het tijdperk van het industriële speelgoed maakten kinderen echter hun eigen speelgoed. En in Afrika is deze creatieve traditie nog springlevend.
Jongensspeelgoed
Sinds oude tijden worden jongens gefascineerd door voertuigen. Griekse en Romeinse jongens speelden met miniatuurkarretjes. En het is niet verwonderlijk dat ook gemechaniseerde vervoermiddelen jonge knapen fascineren en hun creativiteit stimuleren.
Abraham, een Ghanese schooljongen, hakt met een lang mes takken van een kokospalm af. Daarvan maakt hij een pick-up. De wielen zijn schijfjes die hij uit afvalplastic heeft geknipt.
In Lesotho maakt een knaap genaamd Chepa een landrover van bierblikjes en metaaldraad. Hij knipt de blikjes open, maakt ze plat, knipt ze op maat en buigt ze om een frame van metaaldraad om zo de romp van de auto te vormen. De wielen van dit voertuig bestaan uit halve bierblikjes.
Ja, van blikjes, rietstengels, karton, metaaldraad en bamboe maken Afrikaanse jongetjes vliegtuigen, bussen, fietsen, vrachtwagens, tractors, auto’s en kano’s. En er zijn er geen twee hetzelfde!
Het maken van een metaaldraadauto
Misschien komt deze vindingrijkheid wel het beste tot uiting in de zogenoemde metaaldraadauto’s. Dit zijn voertuigen die worden vervaardigd van oud metaaldraad en lege blikjes.
Eerst moet de maker van een metaaldraadauto echter aan het materiaal zien te komen. Tamba bijvoorbeeld gaat al vroeg op pad om zijn speurtocht te beginnen. Een buurman geeft hem een paar oude kleerhangers — ideaal voor het chassis en het frame van de carrosserie. Een vuilnisbelt levert wat elektriciteitsdraad op. Deksels van blikjes met een diameter van acht centimeter zullen dienst doen als wielen. En op de terugweg krijgt Tamba toestemming om een stuk dik metaaldraad van 1,2 meter van een kapotte omheining mee te nemen.
Nu komt de ontwerpfase. Na op een stuk karton een ruw ontwerp te hebben geschetst, is Tamba klaar om met de eigenlijke constructie te beginnen. Met behulp van Vaders combinatietang knipt, buigt en verbindt hij de kleerhangers volgens het ontwerp. Als het frame klaar is, voegt hij er assen en blikdekselwielen aan toe. Dan volgen de details — deuren, bodem, stoelen, raamlijsten, grille, bumpers en lampen. Natuurlijk zal Tamba’s auto ook voorzien zijn van enkele accessoires, zoals een klein stukje spiegel en een stukje vloerbedekking voor op de bodem. Doorzichtige snoeppapiertjes dienen als „glas” voor de ruiten.
Nu is het moment aangebroken om de stuurstang te bevestigen, die via het dak schuin achter de auto uitsteekt en tot aan zijn middel reikt. Dat uiteinde vormt Tamba tot een stuur waarmee hij zijn auto zal kunnen „besturen” door hem voort te duwen. Hoe lang heeft hij erover gedaan? Twee dagen. Maar nu komt de grootste pret — ermee rijden! Met zijn hand aan het stuur duwt Tamba zijn auto vooruit en manoeuvreert hem behendig om hindernissen heen. En om ’s avonds te kunnen rijden, installeren sommige jongens op batterijen werkende koplampen: zaklantaarnlampjes.
Afrikaanse poppen
Poppen zijn wel „het oudste speelgoed van de mens” genoemd. Toch zijn Afrikaanse poppen heel anders dan de soort die in de winkel te koop is.a Stel u bijvoorbeeld eens een bananepop voor! Die zijn onder Westafrikaanse meisjes populair. Na een paar ogen, een mond en een neus op de vrucht te hebben getekend, kleden zij de pop netjes aan. Sommige meisjes dragen hun poppekinderen zelfs op hun rug mee — net als Mama!
Zo weten Zuidafrikaanse meisjes ook hoe zij van maïskolven „popjes” kunnen maken. Er worden stokjes aan bevestigd voor de armen en benen. Wat stukjes stof vormen de kleding. En het haar van de maïslies is ideaal om te vlechten.
Cynthia, een meisje uit Sierra Leone, gaat de kleermakers af om restjes stof te verzamelen voor weer een ander soort pop — de lappenpop. Zij leent een schaar, naald en draad van haar moeder, knipt de stof en naait haar pop in elkaar. Kleine stukjes stof dienen als vulsel of worden geappliqueerd voor het gezichtje.
Veranderende tijden
De afgelopen jaren heeft Afrika echter een enorme toevloed van goedkoop fabrieksspeelgoed uit het Verre Oosten te zien gekregen. Zo zijn er in West-Afrika plastic poppen te koop voor slechts zeventig cent. Omdat ze lang meegaan en meer op echte baby’s lijken, geven meisjes hieraan vaak de voorkeur boven de maïskolf- of lappenpoppen.
Een tienermeisje genaamd Saffie verkoopt in Freetown, de drukke hoofdstad van Sierra Leone, in een stalletje langs de weg gestileerde lappenpopjes. Ze worden voor een bescheiden vier en een halve gulden verkocht. Haar klanten? Saffie geeft toe: „Het zijn nu voornamelijk de Amerikaanse en Europese toeristen die lappenpopjes willen. De Afrikaanse kinderen hebben liever plastic popjes.”
Maar geven jongens echt de voorkeur aan het speelgoed dat in de winkel te koop is? De dertienjarige Raymond was net een hele week bezig geweest met het construeren van een tot in details uitgewerkte vrachtwagen van metaaldraad. „Als iemand je een vrachtwagen uit een speelgoedfabriek aanbood in ruil voor jouw vrachtwagen,” vroegen wij, „zou je die dan aannemen?” Daar hoefde hij geen moment over na te denken: „Natuurlijk! Die lijkt meer op een echte vrachtwagen.”
Ja, zelfgemaakte voertuigen verliezen hun populariteit naarmate er meer industriële speelgoedauto’s komen. Patricia Davison zegt in het tijdschrift African Arts: „Het schijnt dat deze vorm van creatieve expressie door de armoedige sociaal-economische toestanden waarin de bevolkingsgroepen die dit speelgoed vervaardigen over het algemeen verkeren, wordt gestimuleerd en, omgekeerd, dat materiële overvloed remmend kan werken.”
Zal het industriële speelgoed in Afrika daarom uiteindelijk het handgemaakte speelgoed vervangen? De tijd zal het leren. Het is interessant dat een aantal organisaties in heel Afrika de traditie van het zelf maken van speelgoed levend proberen te houden door wedstrijden in het maken van speelgoed te sponsoren. Ook verzamelen sommige museums voorbeelden van deze vaardigheid voor hun tentoonstellingen. Niettemin geven kinderen wanneer zij mogen kiezen bijna altijd de voorkeur aan industrieel speelgoed omdat het er zo echt uitziet.
Misschien is dat jammer. Want in tegenstelling tot de soort die in de winkel te koop is, stimuleert zelfgemaakt speelgoed de creativiteit, originaliteit, vindingrijkheid, kunstvaardigheid en fantasie. Het is leuk om te maken en geeft het gevoel iets gepresteerd te hebben. En goedkoper kan haast niet.
[Voetnoot]
a Afrikaanse beelden van houtsnijwerk, die vroeger vaak verband hielden met religie en spiritisme, worden door Afrikaanse kinderen zelden als speelgoed gebruikt. De heer H. U. Cole, directeur van het Sierra Leone Museum in Freetown, vertelde Ontwaakt! ook dat zulke beelden onder westerse invloed steeds meer voor decoratieve doeleinden worden gebruikt.
[Inzet op blz. 19]
Lang voor het tijdperk van het industriële speelgoed maakten kinderen hun eigen speelgoed