Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g95 22/11 blz. 24-26
  • Glas — De eerste makers ervan leefden lang, lang geleden

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Glas — De eerste makers ervan leefden lang, lang geleden
  • Ontwaakt! 1995
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • De rol van de mens in de geschiedenis van het glas
  • Latere vernieuwingen
  • Een oude vloeistof ten dienste van een moderne wereld
    Ontwaakt! 1970
  • Glas
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Glas
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Gebrandschilderd glas — Van middeleeuws tot modern
    Ontwaakt! 1991
Meer weergeven
Ontwaakt! 1995
g95 22/11 blz. 24-26

Glas — De eerste makers ervan leefden lang, lang geleden

DIATOMEEËN, microscopische eencellige organismen, zweven in de oppervlaktewateren van de zeeën en maken zes tiende uit van de organismen waaruit het plankton van de oceanen bestaat. Het woord „plankton” betekent ’dat wat zwervende is’ en van plankton wordt gezegd dat het alle zeeorganismen omvat „die te klein en te zwak zijn om iets anders te doen dan met de stromingen mee te drijven”.

Ze mogen dan klein zijn, ze zijn zeker niet zwak. Wanneer er bij stormen voedingsstoffen uit de diepten der zee omhoogkomen, vallen deze diatomeeën genoemde, eencellige algen er als razenden op aan, en in twee dagen kunnen ze hun aantal verdubbelen. En wanneer ze zich verdubbelen, verdubbelen ze ook hun produktie van glas. In het boek Leven — Hoe is het ontstaan? Door evolutie of door schepping? wordt hierover uitgeweid:

„Diatomeeën, eencellige organismen, halen silicium en zuurstof uit zeewater en maken glas, waarmee ze kleine ’pillendoosjes’ bouwen die hun groene chlorofyl bevatten. Ze worden door een geleerde om zowel hun belangrijkheid als hun schoonheid geprezen: ’Deze groene blaadjes, opgesloten in juwelendoosjes, zijn de weidegronden die negen tiende van het voedsel leveren voor alles wat in de zee leeft.’ De voedingswaarde van diatomeeën is voor een groot deel gelegen in de olie die ze maken, en die olie helpt ze tevens om net onder het wateroppervlak te dobberen, waar ze hun chlorofyl in het zonlicht kunnen koesteren.

De schitterende glazen doosjes waarmee ze zich omhullen, zo vertelt deze zelfde geleerde ons, komen voor in een ’verbijsterende verscheidenheid van vormen — cirkels, vierkanten, schilden, driehoeken, ovalen, rechthoeken — altijd schitterend versierd met geëtste geometrische figuren. Deze zijn met zulk een verfijnd vakmanschap in zuiver glas gegraveerd dat een mensenhaar in de lengte in vierhonderd delen gespleten zou moeten worden om in de groeven te passen’.” — Blz. 143, 144.a

Nog een groep uiterst kleine kunstwerkjes die floreren in het oceaanplankton zijn de radiolaria. Deze nietige protozoën — er zouden er twintig of meer op een speldeknop kunnen zitten zonder elkaar te raken — maken ook glas van het silicium en de zuurstof in de oceaan. De ingewikkelde schoonheid en de verbazingwekkende ontwerpen die deze diertjes tot stand brengen, gaan elke beschrijving te boven, want ze overtreffen zelfs de diatomeeën. Bestudeer eens aandachtig de bijgaande afbeelding die een van de radiolaria laat zien, met drie bollen die in elkaar passen als Russische matroesjka’s, met stekels van protoplasma die door de gaatjes in het glazen skelet steken om zijn prooi te vangen en te verorberen. Een wetenschapper merkt erover op: „Eén geodetische koepel is niet voldoende voor deze superarchitect. Het moeten drie kantachtig versierde glazen koepels in elkaar zijn.”

Er zijn sponzen die skeletten van glas construeren, en daarvan is het venuskorfje wel de verbazingwekkendste. Toen het aan het begin van de negentiende eeuw voor het eerst naar Europa werd meegebracht, vond men het ontwerp zo opvallend mooi dat deze sponzen als dure schatten in zoölogische collecties opgenomen werden — totdat werd ontdekt dat ze niet zeldzaam waren maar in de omgeving van het Filippijnse eiland Cebu en voor de Japanse kust op diepten van 200 tot 300 meter de zeebodem als een tapijt bedekten.

Eén wetenschapper was er zo van onder de indruk en vond het zo’n groot raadsel dat hij zei: „Wanneer u naar een ingewikkeld sponsskelet kijkt zoals het uit siliciumnaaldjes opgebouwde skelet dat als [het venuskorfje] bekendstaat, zult u verbijsterd zijn. Hoe is het mogelijk dat quasi-onafhankelijke microscopische cellen met elkaar een miljoen glasachtige splinters uitscheiden en zo’n ingewikkeld en prachtig traliewerk construeren? Wij weten het niet.”

De spons weet het evenmin. Ze heeft geen hersenen. Ze doet het omdat ze zo geprogrammeerd werd. Wie was de programmeur? Niet de mens. Die was er niet.

De rol van de mens in de geschiedenis van het glas

De mens is er nu echter wel en hij is verreweg de opvallendste vervaardiger en gebruiker van glas. Overal is glas; wij worden erdoor omringd. U hebt het in uw vensters, bril, computerscherm, tafelgerei en duizenden andere produkten.

De veelzijdigheid en schoonheid van glas hebben ertoe bijgedragen dat het populair is gebleven. Hoewel het nogal makkelijk breekt, heeft het ook zijn sterke punten. Het geniet nog steeds de voorkeur voor het bewaren van voedsel. In tegenstelling tot metaal bijvoorbeeld gaat het voedsel er niet naar smaken. Sommige glazen schalen kunnen op het vuur gebruikt worden. U zou u nauwelijks kunnen voorstellen dat uw lievelingsrestaurant een zeer goede wijn in plastic bekertjes zou serveren.

Job vergeleek glas qua waarde met goud (Job 28:17). Het kwam in zijn tijd beslist niet zo veel voor als nu, maar mogelijk was het al ruim duizend jaar in gebruik.

De kunst van het glasmaken bereikte uiteindelijk Egypte. De Egyptenaren pasten een methode toe waarbij uit leem en mest een kern werd gemodelleerd, waaromheen gesmolten glas werd opgebouwd, dat in vorm werd gebracht doordat het over een glad oppervlak werd gerold. Vervolgens werden er met draden van felgekleurd glas uiteenlopende versieringen op aangebracht. Was het glas eenmaal afgekoeld, dan werd de lemen kern er met een scherp werktuig uitgestoken. De primitieve werkwijze in aanmerking genomen, werden er enkele verrassend fraaie glazen voorwerpen vervaardigd.

Veel later zou een nieuwe methode, het glasblazen, een radicale verandering in de glasproduktie teweegbrengen. Deze kunst werd waarschijnlijk aan de oostelijke Middellandse-Zeekust uitgevonden en het is ook nu nog de voornaamste manier om handmatig glas te maken. Via een holle pijp kan de ervaren glasblazer snel de „post” van gesmolten glas aan het einde van zijn pijp tot ingewikkelde en symmetrische vormen opblazen. Een andere mogelijkheid is dat hij het gesmolten glas in een vorm blaast. Toen Jezus op aarde wandelde, stond het glasblazen nog in de kinderschoenen.

Door de uitvinding van het glasblazen en de steun die het in het machtige Romeinse Rijk kreeg, werden glasprodukten bereikbaarder voor het gewone volk en waren glazen voorwerpen niet langer het exclusieve bezit van de adel en de rijken. Toen de Romeinse invloed groeide, verbreidde de kunst van het glasmaken zich naar talrijke landen.

Tegen de vijftiende eeuw was Venetië, dat een belangrijk handelscentrum voor Europa was, de voornaamste producent van glaswerk in Europa geworden. De Venetiaanse glasindustrie werd gecentraliseerd op Murano. Venetiaanse glasmakers stonden in hoog aanzien, maar het was hun verboden het eiland Murano te verlaten, om te voorkomen dat anderen deelgenoot werden van hun kostbare vakgeheimen.

Het prachtige Venetiaanse glaswerk droeg er veel toe bij dat de populariteit van glas toenam, maar glasmaken was beslist geen gemakkelijke opgave. In het boek A Short History of Glass wordt verwezen naar een publikatie uit 1713 die beschrijft hoe het was. „De mannen staan constant halfnaakt in de winterse vrieskou bij zeer hete ovens . . . Zij verschrompelen doordat hun natuur en substantie . . . opbrandt en vergaat door de buitensporige hitte.” In later jaren polijstten glasslijpers het glas met behulp van een ronddraaiend wieltje en slijppoeders.

Latere vernieuwingen

Engeland heeft een speciale vermelding in de geschiedenis van het glas verdiend. Een Engelse glasmaker perfectioneerde in 1676 een formule voor loodglas. Door de toevoeging van loodoxide ontstond een zwaar glas dat sterk, helder en fonkelend was.

Het Britse Rijk was op zijn hoogtepunt in het Victoriaanse tijdperk en tegen die tijd was Groot-Brittannië ook een belangrijke glasproducent geworden. Bijzonder opmerkelijk was de grote tentoonstelling in het Crystal Palace in 1851, de eerste wereldtentoonstelling, die inzenders van industriële kunst en ambachten uit bijna negentig landen trok. Terwijl glas een opvallende plaats innam bij de inzendingen, was het het Crystal Palace zelf met zijn centrale 8,2 meter hoge glazen fontein dat de show stal. Er werd zo’n 400 ton vlakglas gebruikt voor dit reusachtige bouwwerk, dat bestond uit 300.000 handmatig geblazen glasplaten.

Het was echter in de Verenigde Staten dat zich de volgende belangrijke verandering in het glasmaken voltrok. Dat was de perfectionering van een mechanische persmachine in de jaren ’20 van de vorige eeuw. In het boek A Short History of Glass wordt hierover opgemerkt: „Aan een persmachine konden twee mannen met een minimum aan ervaring viermaal zoveel glas produceren als een team van drie of vier ervaren glasblazers.”

In het begin van de twintigste eeuw werd in de Verenigde Staten een automatische flessenmachine geperfectioneerd. In 1926 gebruikte een fabriek in Pennsylvania een automatisch apparaat om 2000 gloeilampen per minuut te vervaardigen.

Veel kunstenaars en ontwerpers zijn bekoord door de artistieke mogelijkheden van glas. Dat heeft geleid tot een innovatieve vormgeving voor glasprodukten en de vervaardiging van meer glazen kunstvoorwerpen.

Glas is beslist een wonder. In het huishouden wordt het voor van alles en nog wat gebruikt, maar sta eens stil bij zijn vele andere toepassingen — in de Hubble-ruimtetelescoop, in camera’s, in vezeloptische communicatiesystemen en in het scheikundig laboratorium. Breekbaar misschien, maar o zo veelzijdig en fraai!

[Voetnoot]

a Uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.

[Illustratieverantwoording op blz. 25]

Boven en onder: Het Corning Museum of Glass

[Illustratieverantwoording op blz. 26]

Het Corning Museum of Glass

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen