Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g98 22/11 blz. 15-18
  • Het Victoriameer — Afrika’s grote binnenzee

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Het Victoriameer — Afrika’s grote binnenzee
  • Ontwaakt! 1998
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Een bron van de Nijl
  • Leven op het meer
  • Dierenleven in het water
  • Waterproblemen
  • Het Bajkalmeer — Het diepste meer ter wereld
    Ontwaakt! 2007
  • Een roze meer?
    Ontwaakt! 2005
  • Het „meer van vuur” en het doel ervan
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1974
  • Een dagje bij de vogels aan het Nakuru-meer
    Ontwaakt! 1977
Meer weergeven
Ontwaakt! 1998
g98 22/11 blz. 15-18

Het Victoriameer — Afrika’s grote binnenzee

Door Ontwaakt!-correspondent in Kenia

IN HET jaar 1858 trok een eenzame Engelsman diep in het hart van Afrika door een woest en niet eerder verkend land. Reizend met slechts een handjevol Afrikaanse dragers en geplaagd door ziekte, uitputting en onzekerheid, spoorde hij zijn mannen aan om door te gaan. John Hanning Speke was op zoek naar een bar moeilijk te bemachtigen prijs — de bron van de Nijl.

Aangemoedigd door verhalen over een grote binnenzee die de Arabische slavenhandelaren Ukerewe noemden, ploeterde Speke door de schijnbaar eindeloze wildernis. Ten slotte, na 25 dagmarsen, werd het kleine reisgezelschap beloond met een indrukwekkende aanblik. Daar vóór hen lag zo ver als het oog reikte, een reusachtig zoetwatermeer. Speke schreef later: „Ik twijfelde er niet langer aan dat het meer dat aan mijn voeten lag het leven schonk aan die interessante rivier, waarvan de bron het onderwerp van zo veel speculaties is geweest en het doel van zo veel ontdekkingsreizigers.” Hij vernoemde zijn ontdekking naar de destijds regerende koningin van Engeland — Victoria.

Een bron van de Nijl

Tegenwoordig staat het meer dat nog steeds deze naam draagt, bekend als het op een na grootste zoetwatermeer ter wereld — alleen het Bovenmeer in Noord-Amerika is groter. Als een gigantische spiegel die glinstert in de equatoriale zon, beslaat het gladde, glasachtige oppervlak van het Victoriameer een gebied van 69.484 vierkante kilometer. Aan de noordkant doorkruist door de evenaar en gelegen tussen de oostelijke en westelijke arm van de Great Rift Valley, ligt het grotendeels in Tanzania en Oeganda, en aan de grens met Kenia.

De voornaamste bronrivier van het meer is de Kagera in Tanzania, die gevoed wordt door het water uit de bergen van Rwanda. Het meeste water dat in het Victoriameer vloeit, komt echter van de neerslag die wordt opgevangen in het grote stroomgebied eromheen, dat ruim 200.000 vierkante kilometer landoppervlak beslaat. De enige afvloeiing van het meer is bij Jinja (Oeganda). Hier stroomt het water naar het noorden en voedt de Witte Nijl. Hoewel het Victoriameer niet de enige bron is van de Nijl, functioneert het als een groot reservoir dat voor een constante stroom zoet water zorgt en het leven in stand houdt helemaal tot aan Egypte.

Leven op het meer

Een zeilkano, met zijn gebolde witte zeil dat op een rechtopstaand vlindervleugeltje lijkt, glijdt over het wateroppervlak. Aangedreven door de dagelijkse winden van het omliggende land, wordt het kleine bootje meegevoerd naar het midden van het meer. Tegen de middag draait de wind en brengt het bootje terug naar de plaats waar het vandaan kwam. Van deze methode wordt al duizenden jaren lang door de vissers op het meer gebruik gemaakt.

Rond het Victoriameer liggen dorpen en gehuchten met bruine rieten daken. Voor de Nilotische dorpelingen behoort vis tot het hoofdvoedsel — zij zijn van het meer afhankelijk om in hun dagelijks levensonderhoud te voorzien. De dag van een visser begint voor zonsopgang. De mannen scheppen het water uit hun lekke kano’s en varen uit op het mistige water. Terwijl zij in koor zingen, paddelen ze naar dieper water en hijsen hun gehavende zeilen. De vrouwen staan aan de wal en kijken de bootjes na die achter de horizon verdwijnen. Al gauw gaan zij weg want er is veel werk te doen.

Terwijl de kinderen in het ondiepe water plonzen en spelen, wassen de vrouwen de kleren en putten zij drinkwater uit het meer. Ten slotte is het werk aan de waterkant gedaan. Voorzichtig balancerend met een aarden kruik met water op het hoofd, een baby op de rug gebonden en aan iedere hand een mand met schone was, begeven de vrouwen zich langzaam naar huis. Daar onderhouden zij tuintjes met maïs en bonen, verzamelen zij brandhout en repareren zij hun lemen huizen met een mengsel van koemest en as. Verderop langs de oever vlechten vrouwen vakkundig sisalvezels tot sterk touw en prachtige manden. De lucht weergalmt van het geluid van hakkende bijlen, gehanteerd door een paar mannen die een grote boomstam uithollen om er een kano van te maken.

Wanneer de dag ten einde loopt, zijn de blikken van de vrouwen weer gericht op het grote zoetwatermeer. De puntjes van de witte zeilen aan de horizon zullen de terugkeer van de mannen aankondigen. Zij zien met verwachting uit naar hun mannen en zijn benieuwd naar de vis die zij zullen meebrengen.

Langs alle oevers van het meer en van de eilanden ontvangen deze kleine gemeenschappen bezoekers die een boodschap van vrede brengen. Lopend en per kano wordt elk dorp en gehucht bereikt. De mensen zijn nederig en luisteren graag. Zij zijn vooral enthousiast bijbelse lectuur te kunnen lezen die in hun eigen Nilotische en Bantoetalen gedrukt is.

Dierenleven in het water

Het Victoriameer bevat meer dan 400 soorten vissen, waarvan sommige nergens anders ter wereld te vinden zijn. De meest voorkomende soort is de cichlide. Deze kleurrijke visjes dragen beschrijvende namen als vuurrug, roze vlaag en Kisumu-kikkerbek. Sommige cichliden gebruiken een opmerkelijke manier om hun jongen te beschermen. Wanneer er gevaar dreigt, opent de oudervis zijn bek wijd en dan schieten zijn kleine jongen in de bescherming van de holte. Als het gevaar geweken is, spuugt de vis ze gewoon weer uit en hervatten ze hun normale bezigheden.

Het Victoriameer is het woongebied van prachtige en gevarieerde watervogels. Futen, aalscholvers en slangehalsvogels duiken onder water en vangen behendig vis met hun scherpe snavels. Kraanvogels, reigers, ooievaars en lepelaars waden in het ondiepe water en staan halverwege een stap bewegingloos stil, geduldig wachtend tot er een argeloze vis binnen hun bereik komt. Hoog in de lucht zweven vluchten pelikanen als dikbuikige zweefvliegtuigen. Wanneer ze in groepen zwemmen, omsingelen ze scholen vis en vangen ze dan met hun enorme, schepnetachtige snavels. De zeearend met zijn sterke vleugels is de heerser van het luchtruim. Na te zijn opgestegen vanaf een tak hoog boven het water, schiet hij omlaag in een krachtige duikvlucht, waarbij de wind door zijn sterke vleugels fluit, en vangt moeiteloos een vlak onder het wateroppervlak zwemmende vis. Felgekleurde wevervogels nestelen in de dichte rietkragen van papyrus waarmee het meer omzoomd is en de klagende roep van de neushoornvogel kan verder op de oever in de acaciawouden worden gehoord.

’s Morgens en ’s avonds is het lage gebrul van de nijlpaarden ver op het stille meer te horen. Tegen de middag slapen ze langs de oever en zien ze er uit als gladde, grijze keien, half ondergedompeld in het ondiepe water. De mensen die langs het meer wonen, zijn altijd op hun hoede voor de gevaarlijke nijlkrokodil. Op een paar afgelegen plekken van het Victoriameer leven nog een paar van deze afschrikwekkende reptielen, alhoewel de meeste door de mens uit de weg zijn geruimd.

Waterproblemen

Sinds de tijd dat John Speke voor het eerst het Victoriameer zag, is de bevolking van Afrika explosief toegenomen. Langs de oevers van het meer leven meer dan dertig miljoen mensen die voor overleving afhankelijk zijn van het zoete water van het meer. In vroeger tijden verlieten plaatselijke vissers zich op traditionele vismethoden. Toegerust met gevlochten visfuiken, papyrusnetten, haakjes en speren vingen zij wat zij nodig hadden. Vandaag de dag, met de introductie van trawlers en nylon kieuwnetten die zich over grote afstanden kunnen uitstrekken en tonnen vis uit diep water kunnen binnenhalen, vormt overbevissing een bedreiging voor de ecologie van het meer.

Het uitzetten van vreemde vissoorten heeft een verstoring van het ecologisch evenwicht teweeggebracht die de plaatselijke visserij heeft ontwricht. Nog een plaag waardoor het meer is getroffen, is de waterhyacint, een drijvend onkruid met prachtige paarse bloemen. Het onkruid, ingevoerd uit Zuid-Amerika, groeit zo snel dat het grote delen van de oevers en inlaatpunten van het meer heeft verstopt en verstikt, zodat de stranden en pieren niet meer toegankelijk zijn voor vrachtschepen, veerboten, en kano’s van de plaatselijke vissers. Ontbossing van het afwateringsgebied van het meer, het lozen van rioolwater en industrialisatie hebben alle de toekomst van het meer in gevaar gebracht.

Zal het Victoriameer behouden blijven? Over deze vraag wordt gediscussieerd en niemand weet zeker hoe zijn vele problemen zullen worden opgelost. Het Victoriameer is echter een natuurverschijnsel dat waarschijnlijk op aarde zal blijven bestaan lang nadat Gods koninkrijk degenen die „de aarde verderven” verwijderd heeft (Openbaring 11:18). Dan zal de mensheid voor altijd de schoonheid van Afrika’s grote binnenzee kunnen bewonderen.

[Kader/Illustratie op blz. 18]

De vis die het meer opslokt

Hij is vet, heeft een enorme eetlust, vermenigvuldigt zich snel en kan zo’n twee meter lang worden. De naam? Lates niloticus! Deze grote, vraatzuchtige vis, gewoonlijk nijlbaars genoemd, die in de jaren ’50 in het Victoriameer werd uitgezet, is een ecologische ramp gebleken. Binnen veertig jaar is hij erin geslaagd bijna de helft van de 400 vissoorten die in het meer thuishoren, te verslinden. Deze massale uitroeiing heeft de voedselbron van miljoenen plaatselijke mensen bedreigd die afhankelijk zijn van de kleinere tilapia’s, cichliden en andere inheemse vissen om hun gezin van voedsel te voorzien. Deze kleine vissen zijn ook belangrijk voor de gezondheid van het meer. Sommige voeden zich met de slak die de gevreesde ziekte schistosomiasis (ook bilharzia genoemd) veroorzaakt, en helpen op die manier om de ziekte onder controle te houden. Andere verorberen de algen en andere waterplanten die nu voortwoekeren. Deze onbelemmerde groei heeft een toestand opgeleverd die eutrofiëring wordt genoemd, waarbij het vergaan van rottende vegetatie de hoeveelheid zuurstof in het water vermindert. Met minder inheemse vissen om deze brij op te ruimen, is het aantal „dode zones” — gebieden van water zonder zuurstof — toegenomen, waardoor nog meer vissen zijn gedood. Met minder vis om te eten, heeft de voortdurend hongerige nijlbaars zich op een nieuwe voedselbron gestort — zijn eigen jongen! De vis die het meer opslokt, dreigt nu zichzelf op te slokken!

[Kaart op blz. 15]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

OEGANDA

KENIA

TANZANIA

VICTORIAMEER

[Illustratie op blz. 15]

Getuigenis geven bij het Victoriameer

[Illustraties op blz. 16, 17]

Wevervogel

Pelikanen

Zilverreiger

Nijlkrokodil

Reiger op nijlpaard

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen