Een wereld zonder religie — Een verbetering?
DE nieuwe atheïsten stellen zich een wereld voor zonder religie: geen zelfmoordaanslagen, geen godsdienstoorlogen en geen tv-dominees die mensen geld uit de zak kloppen. Lijkt u dat een aanlokkelijk idee?
Vraag u voordat u daar antwoord op geeft, eens af of er bewijzen zijn dat universeel atheïsme tot een betere wereld zou leiden. Sta eens stil bij het volgende: Er zijn wel 1,5 miljoen Cambodjanen omgekomen bij de pogingen van de Rode Khmer om een godloze marxistische staat te stichten. En in de officieel atheïstische Sovjet-Unie zijn onder de dictatuur van Stalin tientallen miljoenen mensen om het leven gekomen. Natuurlijk kan dit niet rechtstreeks aan het atheïsme worden toegeschreven. Maar het laat wel zien dat een atheïstische regering geen garantie biedt voor vrede en harmonie.
Weinigen zullen ontkennen dat religie veel lijden heeft veroorzaakt. Maar is dat de schuld van God? Nee! Hij heeft hier net zomin schuld aan als een autofabrikant schuld heeft aan een ongeluk dat veroorzaakt wordt door een automobilist die tijdens het rijden mobiel belt. Het lijden van de mensheid heeft allerlei oorzaken, en een daarvan is nog fundamenteler dan religie. De Bijbel wijst op inherente onvolmaaktheid: „Allen hebben gezondigd en bereiken niet de heerlijkheid Gods” (Romeinen 3:23). Deze zondige neiging bevordert egoïsme, buitensporige trots, een verlangen naar morele onafhankelijkheid en geweld (Genesis 8:21). Het leidt er ook toe dat mensen rationaliseren en neigen tot ideeën waardoor verkeerde daden worden goedgepraat (Romeinen 1:24-27). Jezus Christus zei terecht: „Uit het hart komen bijvoorbeeld goddeloze overleggingen voort, moord, overspel, hoererij, diefstal, valse getuigenissen, lasteringen” (Mattheüs 15:19).
Een belangrijk onderscheid
Op dit punt aangekomen is het belangrijk onderscheid te maken tussen ware aanbidding — aanbidding die voor God aanvaardbaar is — en valse aanbidding. Ware aanbidding zal mensen helpen tegen verdorven neigingen te vechten en moedigt aan tot zelfopofferende liefde, vrede, vriendelijkheid, goedheid, zachtaardigheid, zelfbeheersing, huwelijkstrouw en respect voor anderen (Galaten 5:22, 23). Valse religie zal daarentegen meegaan met populaire tendensen door bepaalde slechte dingen die door Jezus werden veroordeeld goed te praten, of de ’oren van mensen te kittelen’, zoals de Bijbel het zegt (2 Timotheüs 4:3).
Draagt het atheïsme misschien ook bij tot deze morele verwarring? Als er geen God bestaat, hoeven mensen geen verantwoording af te leggen aan een hogere macht, en zijn er ook „geen objectieve normen waar we ons aan moeten houden”, zegt Phillip Johnson, hoogleraar rechten. Moraal wordt daarmee een relatief begrip en iedereen mag zijn eigen normen en waarden vaststellen, als hij die al wil hebben. Ongetwijfeld maakt zo’n redenatie het atheïsme een heel aantrekkelijke filosofie voor bepaalde mensen (Psalm 14:1).
Maar God zal onwaarheid niet voor altijd laten bestaan — of het nu om atheïsme of religie gaat — en dat geldt ook voor degenen die het promoten.a Hij belooft: „De [in moreel en geestelijk opzicht] oprechten zijn het die op de aarde zullen verblijven, en de onberispelijken zijn het die erop zullen overblijven. Wat de goddelozen betreft, zij zullen van de aarde zelf worden afgesneden; en wat de verraderlijken betreft, zij zullen ervan worden weggerukt” (Spreuken 2:21, 22). Het resultaat zal iets zijn wat mensen, menselijke filosofieën en menselijke instellingen niet voor elkaar kunnen krijgen: overal vrede en geluk (Jesaja 11:9).
[Voetnoot]
a Een duidelijke Bijbelse uitleg over waarom God tijdelijk het kwaad en lijden toelaat, is te vinden in hfst. 11 van het studieboek Wat leert de bijbel echt?, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.
[Kader op blz. 6]
HOE GOD OVER RELIGIEUZE WREEDHEDEN DENKT
Het land dat in de oudheid aan het volk Israël werd gegeven, werd bewoond door de Kanaänieten, een verdorven en immoreel volk, dat zich onder andere bezighield met incest, sodomie, bestialiteit en het brengen van rituele kinderoffers (Leviticus 18:2-27). In het boek Archaeology and the Old Testament staat dat men bij opgravingen „op begraafplaatsen in de omgeving van heidense altaren ashopen en overblijfselen van kinderskeletten heeft gevonden, waardoor wordt aangetoond dat dit wrede, afschuwelijke gebruik [van kinderoffers] wijdverbreid was”. Halley’s Bible Handbook zegt dat de Kanaänieten hun goden aanbaden met immorele riten en dat ze hun eerstgeborenen aan dezelfde goden offerden. Het voegt daaraan toe: „Archeologen die opgravingen doen in de ruïnes van Kanaänitische steden verbazen zich erover dat God hen niet eerder vernietigde.”
Dat God de Kanaänieten uitgeroeid heeft, is een ernstige waarschuwing voor ons dat hij niet eeuwig zal toelaten dat er in zijn naam verkeerde dingen gedaan worden. „Hij [God] heeft een dag vastgesteld waarop hij voornemens is de bewoonde aarde in rechtvaardigheid te oordelen”, zegt Handelingen 17:31.
[Illustraties op blz. 7]
Zowel gelovigen als ongelovigen hebben zich schuldig gemaakt aan wreedheden
Steun van de kerk voor Hitler
Schedels en botten van slachtoffers van de Rode Khmer
[Verantwoording]
AP Photo