Reizende opzieners — Medewerkers in de waarheid
In de christelijke gemeente van de eerste eeuw waren reizende opzieners die de gemeenten bezochten om ze op te bouwen. Zij waren niet op persoonlijk gewin uit, maar zetten zich in opdat zij degenen die met de gemeenten verbonden waren, konden helpen te blijven wandelen op een wijze die God waardig was. — Handelingen 11:23, 24; 14:21, 22; 15:32; 20:2, 31-35; Filippenzen 2:20-22, 29; 1 Thessalonicenzen 2:5-12.
Ook in deze tijd trekken de gemeenten van Jehovah’s Getuigen voordeel van de bezoeken van reizende opzieners. Deze mannen hebben niet alleen vele jaren ervaring in de predikingsactiviteiten van Jehovah’s Getuigen maar ook als opzieners. Zij hebben zich vrijgemaakt van werelds werk en de zorg voor een huishouden, zodat zij zich voor de volle-tijdbediening konden aanbieden. Indien deze personen getrouwd zijn, hebben hun vrouwen gewoonlijk ook samen met hun man een aandeel aan de volle-tijdbediening gehad.
Een kringopziener krijgt de zorg toegewezen voor een kring met ongeveer 18 tot 25 gemeenten. Hij bezoekt elke gemeente in de kring ongeveer tweemaal per jaar en wordt na twee of drie jaar aan een andere kring toegewezen. Op deze wijze kunnen de gemeenten voordeel trekken van de uiteenlopende ervaringen en bekwaamheden van verschillende kringopzieners.
De kringopziener onderzoekt hoe het met de geestelijke toestand van de gemeente en met haar activiteit gesteld is. Hij houdt verscheidene lezingen voor de gemeente en komt ook met de ouderlingen en dienaren in de bediening samen ten einde te beschouwen hoe zij hun dienst voor de gemeente kunnen verbeteren.
Gedurende de week vergezellen zowel hij als zijn vrouw, indien hij getrouwd is, de plaatselijke Getuigen en helpen hen hun van-huis-tot-huisbediening te verbeteren. Hij en zijn vrouw zullen ook pasgeïnteresseerde mensen opzoeken ten einde hen in het geloof aan te moedigen. U kunt om zo’n bezoek vragen.
De districtsopziener heeft soortgelijke geestelijke bekwaamheden en eveneens veel ervaring. Hij reist van kring tot kring en verricht elke week dienst in verband met de kringvergaderingen. Hij en zijn vrouw werken ook in de velddienst met de Getuigen samen in een van de gemeenten van de kring die hij bezoekt. Hij heeft het opzicht over de laatste voorbereidingen van het kringvergaderingsprogramma en houdt tijdens de vergadering verscheidene lezingen, met inbegrip van de openbare lezing.
Wanneer de reizende opzieners hun bezoek aan een gemeente of een kring hebben beëindigd, bezoeken zij de volgende gemeente of kring en gaan in dit schema door totdat alle gemeenten of kringen in een periode van ongeveer zes maanden bezocht zijn; daarna beginnen zij opnieuw.
In veel landen reizen de reizende opzieners per auto of maken zij gebruik van het openbaar vervoer. In andere landen fietsen zij misschien of lopen zij zelfs. Het Genootschap betaalt de reiskosten van de reizende opziener en geeft hem en zijn vrouw ook een bescheiden vergoeding voor persoonlijke onkosten. Gewoonlijk voorzien de leden van de gemeenten die zij bezoeken, de reizende opziener en zijn vrouw van huisvesting en maaltijden.
Deze dienst vereist een geest van zelfopoffering. De reizende opzieners en hun vrouwen zijn vastbesloten hun dienst voor de gemeenten te verrichten zonder ze een dure last op te leggen. — 1 Thessalonicenzen 2:9.
• Met welk doel waren er reizende opzieners in de eerste-eeuwse christelijke gemeente?
• Hoe hebben reizende opzieners in deze tijd de bekwaamheid verworven en zich beschikbaar gesteld voor deze dienst?
• Beschrijf de dienst van de kring- en districtsopzieners en hoe zij leven.
[Illustratie op blz. 20]
Districtsopziener spreekt een kringvergadering toe
[Illustraties op blz. 21]
Kringopzieners geven onderricht in de prediking van huis tot huis, spreken met gemeenteouderlingen, bezoeken bijbelstudies bij pasgeïnteresseerden, spreken gemeenten toe