ADIN
(A̱din) [Genotziek].
Een van de hoofden van de vaderlijke huizen van Israël van wie enige honderden nakomelingen samen met Zerubbabel uit de Babylonische ballingschap terugkeerden (Ezr 2:15; Ne 7:20). Later, in 468 v.G.T., keerden nog 51 nakomelingen van hem samen met Ezra terug (Ezr 8:6). Een vorstelijke vertegenwoordiger van Adins vaderlijk huis bevond zich onder degenen die de „betrouwbare overeenkomst” bekrachtigden die in de dagen van Nehemia werd opgesteld. — Ne 9:38; 10:1, 16.