HOHAM
(Ho̱ham).
Koning van Hebron; een van de vijf koningen die optrokken om oorlog te voeren tegen Gibeon omdat het vrede had gesloten met Jozua en de Israëlieten. Deze vijf koningen werden verslagen toen Jozua de Gibeonieten te hulp kwam. Nadat de koningen ter dood waren gebracht, werden zij tot de avond aan palen gehangen en daarna in een grot geworpen. — Joz 10:1-27.