PISGA
(Pi̱sga).
Een hoogte in het noordelijke deel van het Abarimgebergte, pal ten O van de Dode Zee. De precieze ligging is niet bekend. De bijbelse vermeldingen zijn niet in tegenspraak met de veronderstelling dat de Pisga geïdentificeerd kan worden met de Ras es-Siyaghah, een voorgebergte dat zich zo’n 16 km ten O van de plaats bevindt waar de Jordaan in de Dode Zee uitmondt. De Ras es-Siyaghah ligt iets ten NW van de Jebel en-Neba, een top die vanouds als de berg Nebo (Har Nevo) bekendstaat.
De uiterlijke kenmerken van deze twee bergen zijn in overeenstemming met de korte beschrijving in de bijbel. De Ras es-Siyaghah is ongeveer 100 m lager dan de Jebel en-Neba en wordt van laatstgenoemde gescheiden door een kleine inzinking of bergpas. De Ras es-Siyaghah is weliswaar lager dan de top naast hem maar ligt dichter bij Jericho. Men kan van daar uit onbelemmerd op de ongeveer 1000 m lager gelegen Dode Zee kijken en heeft een schitterend uitzicht op het Jordaandal, op de centrale bergketen waarop Hebron, Bethlehem en Jeruzalem liggen, alsook op de berg Hermon, meer dan 160 km naar het N.
De Pisga wordt voor het eerst genoemd in verband met de verschillende legerplaatsen van de Israëlieten op hun tocht naar het Beloofde Land (Nu 21:20). Hij bevond zich in het zuidelijke deel van het gebied dat veroverd werd op de Amorieten nadat hun koning, Sihon, geweigerd had de Israëlieten door zijn land te laten trekken (De 4:46, 49; Joz 12:1-3). Later nam Balak, de koning van Moab, Bileam mee „naar het veld Zofim, naar de top van de Pisga,” in een vergeefse poging hem de Israëlieten te laten vervloeken. — Nu 23:14.
De Pisga werd echter het meest bekend doordat Mozes kort voor zijn dood van daar af een wijd uitzicht over het Beloofde Land had (De 3:27; 34:1-3). De Pisga werd aan de stam Ruben als een deel van hun gebied toegewezen. — De 3:16, 17; Joz 13:15, 20.
Steeds wanneer de naam Pisga in de bijbel voorkomt, wordt hij nader aangeduid met uitdrukkingen als „de top van” of „de hellingen van” de Pisga. Derhalve noemt men hem vaak de berg Pisga, hoewel deze aanduiding in de Schrift niet voorkomt.