AHAVA
(Aha̱va).
De naam van een rivier of kanaal in Babylonië, ten N.W. van Babylon, waar Ezra een groep joden bijeenbracht en een vasten hield voordat de tocht naar Jeruzalem werd ondernomen (Ezra 8:15, 21, 31). De Ahava lag klaarblijkelijk acht of negen dagreizen van Babylon vandaan. (Vergelijk Ezra 7:9; 8:15, 31.) Herodotus spreekt over een riviertje dat de Is genoemd wordt en dat uitmondt in de Eufraat, en hij zegt dat de stad Is aan deze rivier ongeveer acht dagreizen van Babylon vandaan ligt (De Historiën van Herodotus, I, 179). De stad Is wordt met het huidige Hit geïdentificeerd, en sommigen opperen dat hier waarschijnlijk de Ahava gezocht moet worden.
In de Encyclopædia Britannica (1910, 11e uitg., Deel XIII, blz. 533) wordt het volgende over de stad Hit gezegd: „Ze was voor Babylonië van oudsher de voornaamste leverancier van asfalt, en de welvaart van de stad hing steeds van haar asfaltbronnen af. . . . In de bijbel (Ezra 8:15) wordt ze Ahava genoemd; de oorspronkelijke Babylonische naam schijnt Ihi te zijn geweest, . . .” Deze aanwijzing dat er asfalt voorkwam, schijnt met het bijbelse verslag over de bouw van de toren van Babel overeen te komen, bij welke bouw asfalt als mortel diende. — Gen. 11:3.