Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 72-73
  • Amos, het boek

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Amos, het boek
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • OVERZICHT VAN DE INHOUD
  • Amos, het boek
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Bijbelboek nummer 30 — Amos
    „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”
  • Ongelukken en rampen — Amos verschaft inzicht
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1981
  • Spreek Gods woord onbevreesd
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2004
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 72-73

AMOS, HET BOEK.

De in dit Hebreeuwse bijbelboek opgetekende profetie werd hoofdzakelijk tot het noordelijke koninkrijk Israël gericht. Ze werd kennelijk eerst mondeling overgebracht, tijdens de regering van koning Jerobeam II van Israël en koning Uzzia van Juda, wier regeringsperiodes elkaar tussen 829 en 803 v.G.T. overlapten (Amos 1:1). Omstreeks het jaar 803 werd de profetie op schrift gesteld, vermoedelijk nadat de profeet naar Juda was teruggekeerd.

De canoniciteit van dit boek of de aanspraak die het kan maken op een rechtmatige plaats in de bijbel, is nooit in twijfel getrokken. Het is sinds aloude tijden door de joden aanvaard, en het komt in de vroegste christelijke catalogussen voor. Justinus Martyr (2de eeuw G.T.) citeerde in zijn Dialoog met de jood Trypho passages uit Amos. Het boek zelf is volledig in overeenstemming met de rest van de bijbel, zoals blijkt uit de vele verwijzingen die de schrijver doet naar de bijbelse geschiedenis en de wetten van Mozes (Amos 1:11; 2:8-10; 4:11; 5:22, 25; 8:5). Christenen uit de 1ste eeuw aanvaardden de geschriften van Amos als geïnspireerd, zoals bijvoorbeeld de martelaar Stefanus (Hand. 7:42, 43; Amos 5:25-27) en Jakobus, de halfbroer van Jezus (Hand. 15:13-19; Amos 9:11, 12), die op de vervulling van enkele van de profetieën wezen.

Andere historische gebeurtenissen getuigen eveneens van de waarheidsgetrouwheid van de profeet. Het is een geschiedkundig feit dat alle door Amos veroordeelde natiën te zijner tijd door het vuur der vernietiging werden verslonden. En in overeenstemming met Jehovah’s woord bij monde van Amos keerden de nakomelingen van de in gevangenschap gevoerde bewoners van zowel Israël als Juda in 537 v.G.T. naar hun geboorteland terug om het te herbouwen. — Amos 9:14; Ezra 3:1.

Ook de bijbelse archeologie bevestigt dat Amos een waarheidsgetrouwe historicus van zijn tijd was, toen hij bij de beschrijving van de weelderige luxe van de rijken over hun „ivoren huizen” en „ivoren rustbedden” sprak (Amos 3:15; 6:4). Over enkele van deze vondsten schrijft één autoriteit: „Het is zeer interessant dat er bij de opgravingen in Samaria talrijke ivoren voorwerpen werden gevonden. Ze hebben meestal de vorm van sierplaten of kleine reliëfpanelen, die vermoedelijk eens aan meubels bevestigd en in muurlambrizeringen ingelegd waren” (Light from the Ancient Past, Finegan, 1959, blz. 187, 188). Een andere autoriteit zegt: „In Samaria heeft men duizend stukken bewerkt ivoor gevonden . . . Deze kleine voorwerpen, gemodeleerd in de negende en achtste eeuw v.Chr., brengen de moderne mens in aanraking met de ’ivoren huizen’ en de met ivoor ingelegde meubels en van ivoren panelen voorziene paleizen van koning Achab . . . (Amos 3:15; 6:4). Deze stukken ivoor, welke behoren tot de meest waardevolle vondsten die de opgravingen te Samaria hebben opgeleverd, sierden vroeger rustbanken, tronen en zetels.” — Algemene Bijbelse Encyclopaedie, Servire, Den Haag, blz. 309.

Als een van Jehovah’s dienstknechten verheerlijkte Amos het Woord en de Naam, de rechtvaardigheid en de soevereiniteit van de Almachtige. Hij beschrijft hoe oneindig groot „de Soevereine Heer, Jehovah der legerscharen”, is, dat niets buiten zijn bereik of zijn macht ligt (Amos 9:2-5). Zelfs de zon, de maan, de sterrenbeelden en de natuurkrachten gehoorzamen Jehovah’s bevel (5:8; 8:9). Het is voor God daarom een kleinigheid zijn oppermacht over de natiën te demonstreren. — 1:3-5; 2:1-3; 9:7.

In overeenstemming met de betekenis van zijn naam „droeg” Amos een gewichtige, met wee en openlijke veroordeling beladen boodschap, die zowel tot de heidense natiën als tot Juda en Israël gericht was. Hij bracht echter ook een troostrijke boodschap van herstel, waarop allen die Jehovah trouw waren, hun hoop konden vestigen.

OVERZICHT VAN DE INHOUD

I. Het naderende oordeel (1:1–2:16)

A. Over Syrië, Filistea, Tyrus, Edom, Ammon, Moab (1:1–2:3)

1. Over Syrië, Filistea en Tyrus wegens de wrede behandeling van Israël

2. Over Edom (verwantschap via Esau) en Ammon (verwantschap via Lot) omdat zij hun Israëlitische broeders hebben gehaat en mishandeld; over Moab omdat het de beenderen van de koning van Edom heeft verbrand om de kalk

B. Over Juda en Israël wegens hun daden van opstandigheid en hun grove overtredingen van Gods wet (2:4-16)

II. Bekendmaking van het oordeel (3:1–6:14)

A. Jehovah openbaart het oordeel, waarschuwt door bemiddeling van zijn profeten (3:1–4:3)

1. Het nieuws zal de mensen bevreesd maken, net als in het geval van een horen waarop geblazen wordt of een leeuw die brult

2. Het oordeel zal stellig komen, met grote rampspoed

B. Israël toont geen berouw en blijft opstandig ondanks Jehovah’s disciplinaire maatregelen (4:4-13)

C. De weeën die over het huis van Israël moeten komen (5:1–6:14)

1. Jehovah’s vriendelijke oproep tot Israël om het goede te doen, wordt genegeerd

2. Israël zal nergens ontkoming kunnen vinden

3. Jehovah zal hun offers en hun liederen niet aanvaarden

4. Samaria’s vorsten leven in luxe en zetten de rampspoedige dag uit hun geest; daarom zullen zij aan het hoofd van alle anderen in ballingschap gaan

5. De verwoesting zal grondig zijn

III. Visioenen en profetieën tonen dat Israëls einde nabij is (7:1–8:14)

A. Symbolische verwoestende sprinkhanenplaag door tussenkomst van profeet tot staan gebracht (7:1-3)

B. Ook symbolisch verwoestend vuur tot staan gebracht (7:4-6)

C. Het schietlood; geen verdere verontschuldiging van Israël meer, dus komt Amos niet tussenbeide (7:7-9)

D. Priester van Bethel gebiedt Amos met profeteren op te houden; Amos profeteert rampspoed voor hem wanneer de vernietiging komt (7:10-17)

E. Een mand met zomerfruit, als teken van Israëls nabije einde (8:1-3)

F. De honger naar het horen van de woorden van Jehovah (8:4-14)

IV. Vernietiging van het zondige koninkrijk en wederopbouw van de hut (het koninklijke huis) van David (9:1-15)

A. Geen schuilplaats voor zondaars (9:1-10)

B. Welvaart en blijvende zekerheid voor de teruggevoerde gevangenen (9:11-15)

Zie het boek „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”, blz. 148-150 over de profetie van Amos.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen