ASIA.
In de christelijke Griekse Geschriften verwijst de naam Asia niet naar het continent Azië, noch naar het schiereiland Klein-Azië, maar naar de Romeinse provincie in het westelijke deel van dat schiereiland.
VROEGE GESCHIEDENIS
De Romeinen ontnamen door hun overwinning bij Magnesia (in de buurt van Efeze) in het jaar 190 v.G.T., Antiochus de Grote de heerschappij over Klein-Azië en gaven het gebied ten W. van het Taurusgebergte als beloning aan de koning van Pergamum, een bondgenoot van Rome. Toen koning Attalus III van Pergamum in 133 v.G.T. stierf, liet hij zijn koninkrijk aan Rome na. Uit dit koninkrijk werd daarna de Romeinse provincie Asia gevormd, en daartoe behoorden de oudere landen Mysië, Lydië, Carië en soms een deel van Frygië, alsmede de naburige eilanden. Asia werd dus begrensd door de Egeïsche Zee en de provincies Bithynië, Galatië (dat een deel van Frygië omvatte) en Lycië. De precieze grenzen zijn echter wegens herhaaldelijke verschuivingen moeilijk vast te stellen.
Oorspronkelijk was Pergamum in Mysië de hoofdstad, maar tijdens de regering van Augustus werd ze naar Efeze verplaatst, dat verder naar het Z. ligt. In het jaar 27 v.G.T. werd Asia een senaatsprovincie en kwam het dus onder het bestuur van een proconsul te staan (Hand. 19:38). Het werd ook verdeeld in 9 rechtsdistricten en weer onderverdeeld in 44 stadsdistricten.
INHEEMSE CULTEN EN RITEN
De steden van de provincie sloten zich aaneen in een bond, waarvan de afgevaardigden jaarlijks bijeenkwamen. De voornaamste functie van de bond hield echter verband met de verering van Rome en de keizer; er werden namelijk voor de keizer, de Senaat en het Romeinse volk gebeden uitgesproken en offers gebracht, en er werden spelen en feesten georganiseerd. De keizercultus was oorspronkelijk in Pergamum ingesteld, en de Romeinse provincie Asia was een van de eerste die toestemming vroeg de levende keizer te mogen vereren. (Vergelijk Openbaring 2:12, 13.) Een naslagwerk zegt hierover: „Klein-Azië was ook de zetel van de keizercultus. De houding van de christenen ten opzichte daarvan leidde ertoe dat hun geloof werd verboden en veroorzaakte bloedige vervolgingen, die het hevigst in Klein-Azië woedden.” — Funk en Wagnalls, A New Standard Bible Dictionary, blz. 74.
Tot de inheemse culten en riten behoorde ook de verering van de Grote Moeder. (Zie The Interpreter’s Dictionary of the Bible, Deel 1, blz. 259.) Wij lezen hierover: „Sedert onheuglijke tijden nam onder de Hethieten en de Arische indringers van Klein-Azië een grote Moedergodin de eerste plaats in de religie in. Zij vertegenwoordigde de voortplantingskrachten in de gehele natuur, en met haar werd een geringere mannelijke godheid als echtgenoot of zoon verbonden. . . . Uit deze godin ontwikkelde zich de christelijke Madonna.” — Funk en Wagnalls, A New Standard Bible Dictionary, blz. 74.
BIJBELSE GESCHIEDENIS
Deze historische feiten worden in het boek Handelingen belicht. Lukas somt daarin bijvoorbeeld de gebieden op vanwaar de joden in het jaar 33 G.T. voor het pinksterfeest naar Jeruzalem waren gekomen en noemt daarbij Asia alsmede de provincies Kappadocië, Pontus en Pamfylië (Hand. 2:9; vergelijk 1 Petrus 1:1). Hij vermeldt daar Frygië en Asia afzonderlijk, en dat doet hij opnieuw in Handelingen 16:6. Plinius de Oudere, een Romeins schrijver uit de 1ste eeuw G.T., deed dit eveneens (Historia Naturalis, 28). Het verslag in Handelingen 16:6, 7 zegt dat het Paulus „door de heilige geest was verboden het woord in het district Asia te spreken” toen hij op zijn tweede zendingsreis (49–52 G.T.) westwaarts reisde. Daarom trok hij door Frygië en Galatië naar het N. in de richting van de provincie Bithynië, maar werd toen weer naar het W. door Mysië heen naar de havenstad Troas geleid, vanwaar men zich gewoonlijk naar Macedonië inscheepte. Hier ontving Paulus een visioen, waarin hem werd gevraagd: „Kom over naar Macedonië en help ons.” Dus ofschoon Paulus wel door het noordelijke gedeelte van de provincie Asia trok, bracht hij daar geen tijd door, maar deed dit pas toen hij na de voltooiing van zijn werk in Macedonië en Achaje weer op de terugreis was. Toen bracht hij korte tijd in Efeze door, predikte in de synagoge en vertrok vervolgens met de belofte terug te komen. — Hand. 18:19-21.
Op zijn derde reis (52–56 G.T.) bracht Paulus meer dan twee jaar in die hoofdstad van Asia door, met als resultaat dat „alle bewoners van het district Asia het woord van de Heer hoorden, zowel joden als Grieken” (Hand. 19:1-10, 22). Klaarblijkelijk schreef Paulus in die tijd (omstreeks 55 G.T.) in Efeze zijn eerste brief aan de Korinthiërs, aan wie hij de groeten zond van de „gemeenten van Asia”, waaruit blijkt dat daar goede vorderingen waren gemaakt (1 Kor. 16:19). In zijn tweede brief aan de Korinthiërs, die hij later vanuit Macedonië schreef, maakte hij melding van de moeilijkheden en de grote gevaren waaraan hij in die provincie het hoofd had moeten bieden (Hand. 19:23-41; 2 Kor. 1:8). Op zijn terugreis wilde Paulus geen tijd meer in Asia doorbrengen en daarom voer hij Efeze voorbij, deed het eiland Samos aan en kwam aan land te Milete in Carië, een deel van de provincie Asia, waar hij de „oudere mannen” van de gemeente Efeze uitnodigde voor een bijeenkomst met hem. — Hand. 20:15-18.
Toen Paulus voor zijn eerste verhoor naar Rome reisde (60/61 G.T.) — een verhoor dat het gevolg was van een volksoploop in Jeruzalem op aanstichting van „joden uit Asia” (Hand. 21:27, 28; 24:18, 19; vergelijk 6:9) — ging hij aanvankelijk aan boord van een schip dat naar „kustplaatsen van het district Asia” voer, maar stapte vervolgens te Myra in de aangrenzende provincie Lycië op een ander schip over. — Hand. 27:2-6.
Paulus’ woorden in 2 Timotheüs 1:15, klaarblijkelijk omstreeks 65 G.T. vanuit Rome geschreven, kunnen erop duiden dat de hevige christenvervolging die de Romeinse autoriteiten destijds ontketenden, vele christenen in Asia ertoe had gebracht de omgang met de gevangengezette apostel Paulus te mijden en zich in een kritieke tijd van hem af te keren. Dat met de uitdrukking „allen in het district Asia” niet letterlijk alle christenen in Asia bedoeld waren, blijkt uit het feit dat Paulus meteen daarna Onesiforus prijst, die kennelijk in Efeze woonde. — 2 Tim. 1:16-18; 4:19.
Dat het christelijke geloof daar bleef bestaan, blijkt ook uit de Openbaring en uit de zeven boodschappen die Johannes aan zeven gemeenten in bekende steden van Asia stuurde: Efeze, Smyrna, Pergamum, Thyatira, Sardes, Filadelfia en Laodicea, waarvan de meeste werden geprezen omdat ze onder verdrukking hadden volhard (Openb. 1:4, 11; 2:2, 3, 9, 10, 13, 19; 3:10). Johannes bevond zich destijds (omstreeks 96 G.T.) op het eiland Patmos, dat niet ver van de kust van de provincie Asia lag. Over het algemeen wordt aangenomen dat Johannes zijn evangelie en zijn drie brieven in of in de buurt van Efeze schreef, en wel na zijn vrijlating van Patmos.
Andere in de bijbel genoemde steden van de provincie Asia zijn Kolosse, Hiërapolis, Adramyttium en Assus.
KLEIN-AZIË
Klein-Azië, waarvan de provincie Asia slechts het westelijke deel vormde, omvat het gehele schiereiland, dat in het N., W. en Z. respectievelijk door de Zwarte Zee, de Egeïsche Zee en de Middellandse Zee wordt begrensd, en in het O. door de bergen die ten W. van de bovenloop van de Eufraat liggen. Als uitloper van het Aziatische continent onmiddellijk ten N. van Syrië vormde Klein-Azië een landbrug tussen Zuidoost-Europa en Centraal-Azië, en het was derhalve een strategisch belangrijk gebied en het oorlogstoneel van vele gevechten tussen de wereldmachten van Oost en West. Thans behoort het gebied aan de republiek Turkije.
In het N.W. lagen twee bijzonder belangrijke punten van dit gebied: de Bosporus (met de Zwarte Zee aan de ene en de Zee van Marmara aan de andere kant) en de Hellespont (of Dardanellen), beide smalle zeestraten die Azië van Europa scheiden.
[Kaart op blz. 116]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
KLEIN-AZIË Romeinse provincienamen
PONTUS ET BITHYNIA
ASIA
Troas
Efeze
GALATIË
Antiochië
LYCIË
PAMFYLIË
RIJK VAN POLEMO
KAPPADOCIË
RIJK VAN ANTIOCHUS
CILICIË EN SYRIË
Antiochië
CYPRUS
[Kaart op blz. 116]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
KLEIN-AZIË Oude landschapsnamen
MYSIË
Troas
LYDIË
BITHYNIË
PAFLAGONIË
GALATISCH PONTUS
GALATIË
KAPPADOCIË
LYCIË
ASIATISCH FRYGIË
Efeze
CARIË
PAMFYLIË
PISIDIË
GALATISCH FRYGIË
Antiochië
LYKANONIË
CILICIË
COMMAGENE
SYRIË
Antiochië