HANEGEKRAAI
[Grieks: a·lek·to·ro·foʹni·a].
De benaming van de derde nachtwake volgens de Griekse en de Romeinse tijdsindeling (Mark. 13:35). Ze kwam overeen met de periode van middernacht tot drie uur ’s morgens.
Jezus sprak over hanegekraai toen hij voorzei dat Petrus hem driemaal zou verloochenen (Matth. 26:34, 74, 75; Mark. 14:30, 72; Luk. 22:34; Joh. 13:38). Mattheüs, Lukas en Johannes spreken over slechts een eenmalig hanegekraai, maar Markus citeert Jezus als volgt: „Voorwaar, ik zeg u: Nog heden, ja, deze nacht, voordat een haan tweemaal kraait, zult juist gij mij driemaal verloochenen.” Hij herhaalt deze uitspraak wanneer hij vertelt wat er later gebeurde. — Mark. 14:30, 72.
Hier hebben wij kennelijk te doen met een geval waarin één schrijver een gedetailleerder verslag geeft dan de andere schrijvers, in plaats dat er sprake is van een tegenstrijdigheid. De kwestie gaat om Petrus, en aangezien Markus een tijdlang Petrus’ intieme metgezel was en hij zijn evangelieverslag ongetwijfeld met Petrus’ hulp of op basis van diens getuigenis schreef, is het logisch dat Markus’ verslag specifieker zou zijn. Terwijl Markus dus Jezus’ uitspraak in verband met het tweemaal kraaien van een haan aanhaalde, maakten de andere drie schrijvers alleen melding van de tweede en laatste maal, die tot gevolg had dat Petrus in tranen uitbarstte; daarmee ontkenden zij echter niet dat de haan al eerder had gekraaid.
Men is het er algemeen over eens dat hanegekraai in de landen ten O. van de Middellandse Zee reeds van oudsher als tijdsaanduiding geldt, en dat er een vroeg hanegekraai is, rond middernacht, en een later hanegekraai, tegen het ochtendgloren; en sommigen zeggen zelfs dat er tussen deze twee nog een hanegekraai is. In Clarke’s Commentary wordt gezegd: „De joden, en enkele andere volken, verdeelden het hanegekraai in een eerste, een tweede en een derde maal” (Deel V, blz. 620, kol. 2). Hoewel het thans wellicht niet meer mogelijk is precies vast te stellen wanneer dit regelmatige hanegekraai te horen was, is het voldoende te weten dat het bestond en dat Petrus voordat het hanegekraai tweemaal had weerklonken, Jezus driemaal had verloochend.