Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 357-358
  • Eleazar

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Eleazar
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • WORDT HOGEPRIESTER
  • HOOFD VAN EEN BELANGRIJK PRIESTERLIJK HUIS
  • Eleazar
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Ithamar
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Vragen van lezers
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2011
  • Ithamar
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 357-358

ELEAZAR

(Elea̱zar) [God heeft geholpen].

De derde met name genoemde zoon van de hogepriester Aäron en zijn vrouw Eliseba. Eleazar stamde uit de familie van Kehath, de zoon van Levi (Ex. 6:16, 18, 20, 23; Num. 3:2). Aäron en zijn zonen Nadab, Abihu, Eleazar en Ithamar vormden de priesterschap van Israël ten tijde dat ze door Mozes werd geïnstalleerd. — Lev. hfdst. 8.

In het tweede jaar na de uittocht uit Egypte, nadat de tabernakel was opgericht, wordt over Eleazar gezegd dat hij de overste van de levieten was (Num. 1:1; 3:32). Hij moet destijds minstens 30 jaar oud zijn geweest, aangezien hij priesterdiensten verrichtte. — Num. 4:3.

Eleazar was een van degenen die bij de uittocht uit Egypte ouder waren dan 20 jaar en ook het Beloofde Land mochten binnengaan. Aangezien hij tot de stam Levi behoorde, viel hij niet onder het oordeel dat God over de andere 12 stammen had uitgesproken, namelijk dat niemand van 20 jaar en ouder het Beloofde Land mocht binnengaan met uitzondering van Jozua en Kaleb. Onder de 12 verspieders, van wie er 10 een slecht bericht uitbrachten, bevond zich geen vertegenwoordiger van de stam Levi. De levieten behoorden klaarblijkelijk niet tot degenen die vanwege ongeloof en weerspannigheid tegen Jehovah murmureerden. — Num. 13:4-16; 14:26-30.

Kort nadat de tabernakel was ingewijd en Aäron en zijn zonen tot het priesterschap waren gewijd (Lev. hfdst. 8), offerden Nadab en Abihu onwettig vuur aan Jehovah en werden zij door vuur dat van Jehovah uitging, gedood (Lev. 10:1, 2; Num. 3:2-4). Aäron en zijn twee getrouwe zonen Eleazar en Ithamar bleven het priesterschap uitoefenen. Toen de taken in verband met de zorg voor het heiligdom werden verdeeld, kreeg Eleazar het toezicht over de tabernakel en zijn gerei, het gedurig graanoffer, de olie en het reukwerk (Num. 4:16). In opdracht van Jehovah nam Eleazar de koperen vuurpotten waarmee Korach en zijn medestanders (geen van hen was priester) reukwerk aan Jehovah hadden gebracht in de wens priesterlijke taken over te nemen en maakte er dunne metalen platen van waarmee het altaar werd bekleed (Num. 16:37-40). Eleazar verrichtte dienst wanneer een rode koe als zondeoffer werd gebracht, waarvan de as tot reiniging van bepaalde onreinheden diende. — Num. 19:2, 3; Hebr. 9:13.

Nadat de Israëlieten wegens de zaak van Peor tegen de Midianieten hadden gestreden, was Eleazar aanwezig om te helpen bij de verdeling van de buit die zij op de Midianieten hadden veroverd en om Gods wetsbepaling aangaande de buit bekend te maken. — Num. 31:6, 21-41.

Pinehas, de zoon van Eleazar en een van de dochters van Putiël, werd door Jehovah beloond met een vredesverbond, daar hij zijn ijver voor de zuivere aanbidding had bewezen toen Israël in verband met de Baäl van Peor zondigde. Dit verbond werd klaarblijkelijk toegevoegd aan het verbond voor het priesterschap, dat Jehovah met de stam Levi had gesloten. — Num. 25:1-13; Ex. 6:25.

WORDT HOGEPRIESTER

In het 40ste jaar van de omzwerving door de wildernis, toen Aäron op de leeftijd van 123 jaar stierf, werd Eleazar, die destijds ongeveer 70 jaar oud was, hogepriester (Num. 33:37-39). Eleazar was derhalve de eerste dienstdoende hogepriester van Israël in het Beloofde Land, waar zij ongeveer acht maanden later binnentrokken (Num. 20:25-28; Deut. 10:6; Joz. 4:19). Jozua moest zich voor Eleazar plaatsen om als Mozes’ opvolger te worden aangesteld, en Eleazar moest Jozua in zijn ambt blijven ondersteunen en hem Jehovah’s beslissingen inzake belangrijke vragen overbrengen, gebaseerd op de rechtspraak van de Urim en de Tummim (Num. 27:18-23). Eleazar werkte ook na de verovering van Kanaän bij de verdeling van het Beloofde Land met Jozua samen. — Joz. 14:1; 21:1-3.

HOOFD VAN EEN BELANGRIJK PRIESTERLIJK HUIS

De Schrift vermeldt niet precies wanneer Eleazar gestorven is, maar het schijnt ongeveer in de tijd geweest te zijn dat rechter Jozua stierf. Eleazar werd door zijn zoon Pinehas opgevolgd (Joz. 24:29, 30, 33; Recht. 20:27, 28). Eleazar beijverde zich voor Jehovah’s ware aanbidding en heeft het priesterschap steeds eervol uitgeoefend. Volgens de joodse overlevering waren er ten tijde dat de tabernakel in Silo stond, 16 priesterafdelingen, 8 in de familie van Eleazar en 8 in die van zijn broer Ithamar. In Davids tijd waren er echter meer hoofden in de familie van Eleazar dan in de familie van Ithamar. Daarom verdeelde David het huis van Eleazar in 16 priesterafdelingen en het huis van Ithamar in 8 afdelingen, zodat er in totaal 24 afdelingen waren, die later bij toerbeurt in de tempel dienst verrichtten. — 1 Kron. 24:1-4.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen