Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 381-382
  • Ethiopië, Ethiopiër

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Ethiopië, Ethiopiër
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • DE ETHIOPISCHE EUNUCH
  • DE ETHIOPISCHE TAAL
  • Ethiopië
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Kusch
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Kusch
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Filippus doopt een Ethiopische functionaris
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1996
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 381-382

ETHIOPIË, ETHIOPIËR

[Grieks: Ai·thi·oʹpi·a, wat „gebied van verbrande gezichten” betekent].

Ethiopië was de naam die de oude Grieken gaven aan het gebied van Afrika dat ten Z. van Egypte lag. Het kwam derhalve in het algemeen overeen met de Hebreeuwse aanduiding voor „Kusch”, dat in hoofdzaak het tegenwoordige Soedan en het noordelijke deel van het huidige Ethiopië omvatte. In Egyptische teksten was dit gebied eveneens bekend onder de naam „Kusj” of „Kusju”. De vertalers van de Septuaginta gaven het Hebreeuwse „Kusch” — op twee uitzonderingen na (Gen. 10:6-8; 1 Kron. 1:8-10) — steeds met de Griekse naam „Ethiopië” weer.

Het land dat oorspronkelijk met de naam „Ethiopië” werd aangeduid, bestaat thans uit halfdorre vlakten in het N., savannen en tafelland in het centrale gebied en tropisch regenwoud naar het Z. toe. Voormalige hoofdsteden van het oude Ethiopië waren Napata en Meroë. Meroë was de zetel van een rijk waarin het recht op het koningschap via de vrouwelijke linie liep in plaats van via de mannelijke linie. De koningin-moeder was dus degene van wie haar koninklijke zoon zijn recht op de troon ontving, en soms kan zij de eigenlijke heerser van het land geweest zijn. Griekse en Latijnse schrijvers vermelden de naam Candace als een titel die door verscheidene van zulke Ethiopische koninginnen werd gevoerd, klaarblijkelijk met inbegrip van de in Handelingen 8:27 vermelde koningin.

DE ETHIOPISCHE EUNUCH

De Ethiopische eunuch die ’over de schatten’ van koningin Candace ging en tot wie Filippus predikte, was klaarblijkelijk een besneden joodse proseliet (Hand. 8:27-39). Hij werd dus niet als een heiden beschouwd, en dientengevolge was niet hij de eerste onbesneden heiden die tot het christendom werd bekeerd, maar Cornelius (Hand. hfdst. 10). Wilde de Ethiopiër in de tempel te Jeruzalem kunnen aanbidden, dan moest hij tot de joodse religie zijn bekeerd en ook besneden zijn (Ex. 12:48, 49; Lev. 24:22). Aangezien gecastreerde mannen op grond van de Mozaïsche wet niet in de gemeente van Israël opgenomen mochten worden (Deut. 23:1), is het duidelijk dat de Ethiopiër geen eunuch in vleselijk opzicht was. — Zie EUNUCH.

Ethiopië (Kusch) behoort tot de landen waarheen de joodse ballingen na de verovering van Juda door Babylon verstrooid werden (Jes. 11:11). Het kan dus zijn dat deze Ethiopische hofbeambte contact heeft gehad met joodse personen in zijn eigen land of misschien in Egypte, waar vele joden woonden. De Jesajarol waarin hij las, was waarschijnlijk een exemplaar van de Griekse Septuaginta-vertaling, die oorspronkelijk in Alexandrië (Egypte) was vervaardigd. Aangezien het Ethiopische koninkrijk sedert de tijd van Ptolemaeus II (309–246 v.G.T.) gedeeltelijk was gehelleniseerd, zou het voor deze hofbeambte niet ongewoon zijn geweest dat hij de Griekse taal kon lezen. Dat hij een joodse proseliet werd en zich later tot het christendom bekeerde, geschiedde als vervulling van Psalm 68:31.

DE ETHIOPISCHE TAAL

Wat de oorspronkelijke taal van Ethiopië is geweest, kan niet met zekerheid worden gezegd. Aan het einde van de 8ste eeuw v.G.T. gebruikte men voor officiële Ethiopische inscripties het Egyptische hiërogliefenschrift. Vanaf de 1ste eeuw v.G.T. en nog enkele eeuwen daarna zou er een inheemse taal en een inheems schrift, Meroïtisch genaamd, gebruikt zijn. De als Ethiopisch aangeduide taal was vanaf het begin van de gewone tijdrekening tot de 14de eeuw de volkstaal. Ze is evenals de hedendaagse taal van het huidige Ethiopië, Amharisch genaamd, van Semitische oorsprong. In de Encyclopedia Americana (1956, Deel 10, blz. 547) wordt verklaard dat er tijdens de Romeinse overheersing talloze Arabische volken in dit gebied binnendrongen en dat de bevolking sedert de 4de eeuw G.T. hoofdzakelijk Arabisch is gebleven.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen