Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 395-397
  • Ezra, het boek

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Ezra, het boek
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • SCHRIJVER
  • AUTHENTICITEIT
  • OVERZICHT VAN DE INHOUD
  • Ezra, Het boek
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Bijbelboek nummer 15 — Ezra
    „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”
  • Hoofdpunten uit het boek Ezra
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2006
  • Ezra
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 395-397

EZRA, HET BOEK.

Dit boek bevat het verslag over de rijksverordeningen die werden uitgevaardigd om na de 70-jarige woestligging van Jeruzalem Jehovah’s aanbidding onder de joden te herstellen. Het beschrijft verder hoe dit werk, ondanks de obstakels die overwonnen moesten worden, ten uitvoer werd gebracht. Klaarblijkelijk wilde de schrijver daarmee laten zien hoe Jehovah zijn beloften om Israël uit Babylonische ballingschap terug te brengen en de ware aanbidding in Jeruzalem te herstellen, nakwam. Aan dit doel hield hij door het hele boek heen vast, en waarschijnlijk is dat ook de reden waarom hij de gebeurtenissen die zich in bepaalde tijdsperiodes (zoals tussen hoofdstuk 6 en 7) voordeden, niet vermeldde. Het was niet zijn bedoeling een volledig historisch verslag over de toenmalige tijd te geven.

SCHRIJVER

Ezra, die niet alleen een priester, een geleerde en een vaardig afschrijver was, maar die ook „zijn hart [had] bereid om . . . in Israël voorschrift en gerechtigheid te onderwijzen”, en die optrad tegen de veronachtzaming van Jehovah’s aanbidding waaraan de gerepatrieerde Israëlieten zich schuldig hadden gemaakt, was beslist uitermate geschikt om het boek te schrijven dat zijn naam draagt. De hem door de Perzische koning verleende volmacht verschafte hem bovendien de aanleiding en de bevoegdheid om het noodzakelijke nazoekwerk te verrichten, en het is alleen maar logisch om aan te nemen dat een man als hij een verslag over deze belangrijke periode uit de geschiedenis van zijn volk schreef (Ezra 7:6, 10, 25, 26). Het is derhalve in overeenstemming met de feiten dat het boek vanaf hoofdstuk 7 vers 27 tot en met hoofdstuk 9 in de eerste persoon werd geschreven. De meeste geleerden zijn het erover eens dat het boek Ezra een vervolg is van het geschiedenisbericht der Kronieken, en een vergelijking van 2 Kronieken 36:22, 23 met Ezra 1:1-3 bevestigt dit. Hieruit blijkt opnieuw dat Ezra de schrijver was. Ook de joodse overlevering schrijft het boek aan Ezra toe. Het werd omstreeks 460 v.G.T. samen met de boeken der Kronieken geschreven.

AUTHENTICITEIT

Het boek Ezra behoort tot de Hebreeuwse canon. Oorspronkelijk vormde het samen met Nehemia één boekrol. De talmoed volgt deze traditie, maar vanaf de 16de eeuw verschijnen de beide boeken in gedrukte Hebreeuwse bijbels afzonderlijk, ofschoon ze bij de opgave van het totale aantal boeken van de Hebreeuwse Geschriften nog steeds als één boek worden gerekend. De katholieke Professorenbijbel gebruikt niet alleen de aanduiding Eerste en Tweede boek Esdras (naar de Griekse schrijfwijze), maar noemt het Tweede boek ook „Nehemias”. Er bestaat een apocrief boek in het Grieks dat het Derde boek Ezra wordt genoemd. Dit boek bevat gedeelten uit Twee Kronieken, Ezra en Nehemia, alsook bepaalde populaire legenden. Er is ook een boek dat valselijk als het Vierde boek Ezra wordt aangeduid.

Het grootste deel van het boek Ezra werd in het Hebreeuws geschreven. Het bevat echter enkele gedeelten in het Aramees, aangezien Ezra uit annalen en officiële documenten afschreef. Hieronder vielen ook afschriften van brieven die regeringsfunctionarissen „aan de overkant van de Rivier [de Eufraat]” naar de Perzische koningen stuurden, alsook de koninklijke antwoorden en verordeningen die bepaalde instructies voor deze functionarissen bevatten. Ezra verbond deze documenten met elkaar door korte geschiedkundige gegevens. Aramees was in Ezra’s tijd de diplomaten- en internationale handelstaal. De Aramese gedeelten worden in hoofdstuk 4 tot 7 aangetroffen. Enkele gegevens heeft Ezra uit joodse archieven overgenomen, en dat gedeelte is natuurlijk in het Hebreeuws geschreven. Dit alles pleit eveneens voor de authenticiteit van het door Ezra opgetekende verslag.

Uit Ezra 7:23-26 blijkt dat de Perzische regering de wet van Mozes voor de joden bindend achtte en dat de Perzen derhalve tot het herstel van de ware aanbidding bijdroegen. De archeologie bevestigt dit. Op het eiland Elephantine in Egypte zijn papyrusdocumenten gevonden die uit de 5de eeuw v.G.T. dateren. Een van deze documenten bevat een door Darius II uitgevaardigd besluit waarin de joodse kolonie op het eiland wordt gelast het Pascha te vieren. Ezra noemt de Perzische koningen in de juiste volgorde. Thans wordt de nauwkeurigheid van het boek Ezra door de meeste geleerden erkend. In The Westminster Dictionary of the Bible wordt ronduit gezegd: „Over de betrouwbaarheid van de historische inhoud bestaat geen twijfel.” Het verslag in het boek Ezra is derhalve betrouwbaar, en Ezra was een historische figuur.

OVERZICHT VAN DE INHOUD

I. Cyrus’ decreet dat de joden mogen terugkeren (eind 538 of begin lente van 537 v.G.T.) (1:1–3:6)

A. 42.360 Israëlieten, alsook 7337 slaven en 200 zangers, keren onder Zerubbabel, de Tirsjatha (stadhouder), terug (1:5–2:70)

B. Aankomst in Juda in de zevende maand (Tisjri), altaar opgericht, offers gebracht (3:1-6)

II. Herbouw van de tempel (3:7–6:22)

A. Fundament van de tempel in tweede jaar gelegd (3:7-13)

B. De tempelbouwers worden jarenlang door tegenstanders ontmoedigd; in 522 v.G.T. weten de vijanden het voor elkaar te krijgen dat de tempelbouw op grond van een door „Artaxerxes” uitgevaardigd verbod wordt gestaakt tot het tweede jaar van Darius I (Hystaspis) (520/519 v.G.T.) (4:1-24)

C. Haggaï en Zacharia sporen Zerubbabel en Jesua ertoe aan de bouwwerkzaamheden te hervatten (5:1, 2)

D. Regeringsfunctionarissen „aan de overkant van de Rivier” trekken het recht van de bouwlieden om hun werk voort te zetten, in twijfel, maar het werk wordt niet gestaakt (5:3-17)

1. Darius I laat een onderzoek instellen in de archieven die in Babylon en Ekbatana worden bewaard (6:1, 2)

2. Darius I beroept zich op het oorspronkelijke decreet van Cyrus en vaardigt schriftelijk het bevel uit dat de bouwwerkzaamheden ongehinderd voort moeten gaan (6:2-14)

E. Tempelbouw voltooid op de derde dag van de twaalfde maand (Adar) in het zesde jaar van Darius I (515 v.G.T.); inwijding van de herbouwde tempel; het Pascha en het feest der ongezuurde broden worden gevierd (6:15-22)

III. In 468 v.G.T. verleent Artaxerxes Ezra schriftelijk toestemming om naar Jeruzalem te gaan; aankomst in Jeruzalem (7:1–8:36)

A. Artaxerxes’ brief aan Ezra (7:11-26)

1. Allen die bereid zijn, mogen naar Jeruzalem gaan (7:12, 13)

2. Goud en zilver, alsook gebruiksvoorwerpen, worden beschikbaar gesteld (7:14-23)

3. Priesters, levieten en tempeldienaren vrijgesteld van belasting (7:24)

4. Ezra wordt gemachtigd magistraten en rechters aan te stellen, die de wet van God en de wet van de koning ten uitvoer leggen (7:25-28)

B. De reis naar Jeruzalem in vier maanden voltooid (8:1-36)

1. Ongeveer 1500 mannen bieden zich vrijwillig voor de reis aan (8:1-14)

2. Plaats van verzameling en inspectie aan de rivier de Ahava; de priesters zijn aanwezig, maar blijkbaar geen andere levieten (8:15)

3. Levieten en Nethinim uit Kasifja worden uitgenodigd zich bij de groep aan te sluiten (in totaal 258 man) (8:16-20)

4. God wordt de juiste weg afgesmeekt; goud, zilver en gebruiksvoorwerpen worden gewogen (8:21-30)

5. Vertrek van de Ahava op de twaalfde dag van de eerste maand; aankomst in Jeruzalem op de eerste dag van de vijfde maand; na drie dagen rust worden het geld en de gebruiksvoorwerpen aan de priesters in de tempel overgedragen (8:31-36; 7:7-9)

IV. Huwelijken met buitenlandse vrouwen ontbonden (9:1–10:44)

A. Ezra’s gebed en openlijke belijdenis van de zonden van het volk (9:1-15)

B. Een grote menigte, onder wie ook priesters en levieten, heeft berouw (10:1-6)

C. Alle bewoners van Juda worden opgeroepen om naar Jeruzalem te komen; overeenkomst gesloten (10:7-14)

D. Buitenlandse vrouwen en hun zonen worden allen binnen drie maanden weggezonden (10:15-17)

E. Lijst van degenen die hun buitenlandse vrouwen wegstuurden (10:18-44)

Zie het boek „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”, blz. 85-87.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen