GROTE ZEE.
De enorme watervlakte die Europa van Afrika scheidt, met Azië aan de oostzijde. De Hebreeën gaven er de naam „Grote Zee” aan, die tegenwoordig algemeen bekendstaat als de Middellandse Zee (een vertaling van het Latijnse mediterraneus, wat ’midden in het land’ betekent, aangezien deze zee vrijwel volledig door land ingesloten is).
Het is niet verkeerd de Middellandse Zee ook nu nog de Grote Zee te noemen, zoals men dit in de oudheid sedert de dagen van Mozes placht te doen, want ze voldoet beslist in alle opzichten aan deze naam (Num. 34:6, 7). Ze is ongeveer 3700 km lang, op het breedste punt ruim 1600 km breed en beslaat een oppervlakte van meer dan 2,8 miljoen km2. De grootste diepte bedraagt meer dan 4200 m.
In Ezechiëls profetie wordt gesproken over „zeer vele” vissen in de Grote Zee (Ezech. 47:10). Behalve de meer dan 400 soorten vis treft men in deze wateren ook prachtige koralen en veel sponzen aan.
Bijbelschrijvers gebruikten niet alleen de naam „Grote Zee” (Joz. 1:4; 9:1, 2; 15:12, 47; 23:4; Ezech. 47:15, 19, 20; 48:28), maar zij verwezen er ook met andere omschrijvingen naar. Voor hen was deze watervlakte de „westelijke zee”, aangezien ze de westgrens van Palestina vormde (Deut. 11:24; 34:1, 2). Vanuit Jeruzalem gezien, was ze de „westelijke zee” in tegenstelling tot de „oostelijke zee”, d.w.z. de Dode Zee (Joël 2:20; Zach. 14:8). Ook werd ze wel „de zee van de Filistijnen” (Ex. 23:31) genoemd, of gewoon „de Zee”. — Num. 34:5.
Sedert onheuglijke tijden hebben de Feniciërs en andere vermetele zeevarende volken de Grote Zee doorkruist, verschillende eilanden ontdekt en handel gedreven met vele havensteden in dit gebied. De bijbel maakt melding van eilanden als Arvad, Chios, Cyprus, Kauda, Kos, Kreta, Malta, Patmos, Rodus (Rhodos), Samos en Samothrace. Ook noemt de bijbel enkele kuststeden en andere plaatsen op deze eilanden, alsook steden langs de kusten van het oostelijke gedeelte van de Grote Zee, namelijk: Achzib, Adramyttium, Akko (Ptolemaïs), Alexandrië, Amfipolis, Askelon, Attalia, Dor, Fenix, Gebal, Knidus, Lasea, Patara, Puteoli, Regium, Salamis, Salmone, Schone Havens en Syracuse.
Jezus Christus bezocht het gebied rond de havensteden Tyrus en Sidon (Mark. 7:24, 31); Petrus was in Joppe en in Cesarea (Hand. 10:5, 6, 24); Paulus was in Pafos, Troas, Neapolis, Kenchrea, Efeze, Assus, Mitylene en Milete (Hand. 13:13; 16:11; 18:18, 19; 20:14, 15). De Grote Zee staat bekend om de hevige stormen die er kunnen woeden en die talloze schipbreuken hebben veroorzaakt waarbij veel mensen zijn omgekomen.
[Kaart op blz. 536-537]
Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
HET GEBIED ROND DE GROTE ZEE
ATLANTISCHE OCEAAN
AFRIKA
SAHARA
GROTE ZEE (MIDDELLANDSE ZEE)
TARSIS
Cadiz
Straat van Gibraltar
GOLF VAN SIRTE (SYRTIS)
MALTA
SICILIË
ITALIË
TYRRHEENSE ZEE
Rome
Puteoli
Regium
Syracuse
IONISCHE ZEE
ADRIATISCHE ZEE
GRIEKENLAND
KRETA
Amfipolis
Kenchrea
Fenix
Schone Havens
Lasea
Salmone
KAUDA
EGEÏSCHE ZEE
SAMOTHRACE
CHIOS
SAMOS
PATMOS
KOS
RHODOS
Neapolis
Dardanellen
Troas
Assus
Adramyttium
Mitylene
Efeze
Milete
Knidus
Patara
Attalia
Bosporus
ZWARTE ZEE
KLEIN AZIË
CYPRUS
Pafos
Salamis
ARVAD
Gebal
Sidon
Tyrus
Achzib
Akko (Ptolemaïs)
Dor
Cesarea
Joppe
Askelon
Alexandrië
Suez Kanaal