Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 546
  • Haggaï

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Haggaï
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Vergelijkbare artikelen
  • Haggaï
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Bijbelboek nummer 37 — Haggaï
    „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”
  • Haggaï, het boek
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • „Ik ben met ulieden”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2006
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 546

HAGGAÏ

(Ha̱ggaï) [feestelijk].

Een Hebreeuwse profeet die tijdens het stadhouderschap van Zerubbabel onder de regering van de Perzische koning Darius Hystaspis, in Juda en Jeruzalem werkzaam was (Hag. 1:1; 2:1, 10, 20; Ezra 5:1, 2). „Haggaï” is mogelijk een verkorte vorm van „Haggijah”, dat „feest van Jah (Jehovah)” betekent.

Zijn naam verschijnt samen met die van de profeet Zacharia in het opschrift van Psalm 111 (112) in de Latijnse Vulgaat, Psalm 125 en 126 in de Syrische Pesjitta-vertaling, 137 in de Septuaginta-vertaling, 145 in de Septuaginta, de Pesjitta en de Vulgaat, en 146, 147 en 148 in de Septuaginta en de Pesjitta. Naar alle waarschijnlijkheid werd Haggaï in Babylon geboren en keerde hij in 537 v.G.T. met Zerubbabel en het joodse overblijfsel naar Jeruzalem terug. Maar verder is van Haggaï eigenlijk weinig bekend, aangezien de Schrift niets over zijn afkomst, de stam waartoe hij behoorde enz. onthult.

Haggaï, de eerste profeet na de ballingschap, spoorde (bijgestaan door Zacharia, die zich ongeveer twee maanden later bij hem aansloot [Hag. 1:1; Zach. 1:1]) de gerepatrieerde joodse ballingen ertoe aan de tempelbouw, die door tegenstand van de vijand enkele jaren voordien tot stilstand was gekomen en wegens de apathie van de joden en het zelfzuchtig najagen van hun eigen belangen nog steeds stillag, te hervatten (Ezra 3:10-13; 4:1-24; Hag. 1:4). Vier van God afkomstige boodschappen die de profeet Haggaï in het tweede jaar van Darius Hystaspis (520/519 v.G.T.) in een tijdsverloop van ongeveer vier maanden bekendmaakte en die hij in het naar hem genoemde boek optekende, droegen er vooral toe bij de joden ertoe te bewegen de bouwwerkzaamheden aan de tempel te hervatten (Hag. 1:1; 2:1, 10, 20). Haggaï en Zacharia bleven hen aansporen het werk voort te zetten totdat de tempel in het zesde jaar van Darius, ofte wel in 515 v.G.T., was voltooid. — Ezra 5:1, 2; 6:14, 15.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen