Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 648-649
  • Hoorn, horen

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Hoorn, horen
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • MUZIEK- EN SIGNAALINSTRUMENTEN
  • ALTAARHOORNEN
  • FIGUURLIJK GEBRUIK
  • Hoorn, horen
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Hoorn
    Verklarende woordenlijst
  • Altaar
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Wie kan standhouden tegen de Vorst der vorsten?
    Schenk aandacht aan Daniëls profetie!
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 648-649

HOORN, HOREN

[Hebreeuws: qeʹren, sjō·farʹ; Grieks: keʹras].

Dierehorens werden in Israël gebruikt om er olie, drank, inkt of cosmetica in te doen, en ook als muziek- of signaalinstrument. — 1 Sam. 16:1, 13; 1 Kon. 1:39; Ezech. 9:2.

MUZIEK- EN SIGNAALINSTRUMENTEN

In Jozua 6:5 wordt qeʹren gebruikt voor een blaasinstrument, „de horen van de ram” (Joz. 6:4). Voor een als signaalinstrument gebruikte dierehoren wordt echter bijna altijd het woord sjō·farʹ gebruikt, zoals bijvoorbeeld in Jozua 6:5, waar het in de uitdrukking voor „horengeschal” voorkomt. Men vermoedt dat qeʹren een algemene aanduiding van horens was, zonder verwijzing naar het gebruikte materiaal, terwijl sjō·farʹ de benaming voor een speciale soort van qeʹren was. De huidige sjō·farʹ is een holle ramshoren met een lengte van ongeveer 36 cm, die door verhitting recht is gemaakt maar bij de klankbeker opwaarts is gebogen. Hij heeft een afzonderlijk mondstuk om het blazen te vergemakkelijken. Men gelooft dat de sjō·farʹ in bijbelse tijden geen afzonderlijk mondstuk had; ook werd volgens de talmoed de ramshoren niet recht gemaakt maar gebogen gelaten.

Sommigen brengen sjō·farʹ in verband met een Hebreeuws grondwoord dat de betekenis heeft van „helder” of „zuiver”, een toonkwaliteit die de sjō·farʹ uitermate geschikt maakte voor het doel waarvoor hij voornamelijk werd gebruikt, namelijk als signaalinstrument. De horen werd gebruikt om het Israëlitische leger bijeen te roepen; soms werd met de horen het „alarmsignaal” geblazen tegen een stad die men wilde aanvallen, en hij diende ook als signaal voor andere militaire acties (Recht. 3:27; 6:34; 2 Sam. 2:28; Joël 2:1; Zef. 1:16). Bij een vijandelijke aanval blies de wachter op de sjō·farʹ (Neh. 4:18-20). Aangezien de horen slechts als signaalinstrument in de strijd werd gebruikt, zou het geschal van 300 van deze horens onder normale omstandigheden op een leger van aanzienlijke grootte duiden. Het is dus geen wonder dat de Midianieten door schrik werden aangegrepen en dat ’het hele kamp op de loop ging’ toen zij de 300 man van Gideons groep op de horens hoorden blazen. — Recht. 7:15-22; zie TROMPET.

ALTAARHOORNEN

De hoornen van zowel het reukaltaar als het offeraltaar van de tabernakel waren hoornvormige uitsteeksels aan de vier hoeken. Ze waren bekleed met hetzelfde materiaal als het altaar, in het ene geval met goud en in het andere met koper (Ex. 27:2; 37:25, 26). De altaren in Salomo’s tempel werden waarschijnlijk vervaardigd naar het voorbeeld van die in de tabernakel; van het reukaltaar daar wordt specifiek gezegd dat het uit met goud bekleed cederhout bestond. — 1 Kon. 6:20, 22.

Het is mogelijk dat deze altaarhoornen als een plaats werden beschouwd waar men bescherming vond of waar men als het ware voor de laatste maal om genade smeekte; ze boden echter geen bescherming aan een opzettelijke moordenaar zoals Joab (1 Kon. 2:28-34). De woorden in Exodus 21:14 zouden kunnen betekenen dat zelfs een priester wegens moord terechtgesteld moest worden, of de betekenis zou kunnen zijn dat een opzettelijke moordenaar niet beschermd zou worden door de hoornen van het altaar vast te grijpen.

FIGUURLIJK GEBRUIK

Een horen van een dier is een geducht wapen en stelt in het bijbelse spraakgebruik vaak macht voor (Job 16:15; Micha 4:13). Heersers en regerende dynastieën, zowel rechtvaardige als goddeloze, werden door horens gesymboliseerd, en hun veroveringstochten werden met het stoten met de horens vergeleken. — Deut. 33:17; Dan. 7:24; 8:2-10, 20-24; Zach. 1:18-21; Luk. 1:69-71; Openb. 13:1, 11; 17:3, 12; zie BEESTEN, SYMBOLISCHE.

„Horen” kan ook op een voorwerp duiden dat de vorm van een horen heeft. In Ezechiël 27:15 hebben de „horens van ivoor” waarschijnlijk betrekking op slagtanden van olifanten. In Jesaja 5:1 staat in het Hebreeuws de uitdrukking „een hoorn, een zoon van olie [of: van vetheid]”; klaarblijkelijk wordt hier „een vruchtbare heuvelhelling” bedoeld, waarbij de „hoorn” wordt gebruikt om de stijgende helling van de heuvel weer te geven. — NW, Stud., voetn.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen