LEEUWEKUIL.
De plaats waarin de profeet Daniël werd geworpen om terechtgesteld te worden, maar waaruit hij later ongedeerd werd bevrijd, daar een engel hem beschermd had (Dan. 6:7, 12, 13, 16-24). Deze kuil had een opening die met een steen kon worden afgedekt (Dan. 6:17). Het was klaarblijkelijk een diepliggende of ondergrondse plaats, want „Daniël werd uit de kuil opgetrokken”. — Dan. 6:23.