Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 545-546
  • Hagedis

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Hagedis
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Vergelijkbare artikelen
  • Hagedis
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Zandhagedis
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Zandhagedis
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Gekko
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 545-546

HAGEDIS

[Hebreeuws: tsav].

De Hebreeuwse naam voor dit dier, dat in Leviticus 11:29 onder de onreine „wemelende schepselen” wordt gerekend, schijnt afgeleid te zijn van een grondwoord dat „aan de grond vastkleven” betekent. De Hebrew and English Lexicon of the Old Testament door Brown, Driver en Briggs (blz. 839) suggereert als vertaling „hagedis”. Hagedissen zijn vierpotige, gewoonlijk kleine, reptielen met een lange staart en een geschubde huid. De poten van de hagedis bevinden zich zo ver aan de zijkant van het lichaam dat hij zijn buik op de grond kan laten rusten zonder de poten onder het lichaam te hoeven samenvouwen. In Palestina komen meer dan 40 soorten voor. Men vindt ze in bomen, in warme rotsspleten en aan de muren en plafonds van huizen.

In woordenboeken wordt het Hebreeuwse woord koʹach gewoonlijk eveneens op een hagedissoort toegepast. Aangezien het grondwoord van de naam „kracht” of „sterkte” betekent, kan hier sprake zijn van de varaan, een krachtige, grote hagedis. Hij bewoont droge, zanderige woestijngebieden. In Palestina bereikt deze hagedis een lengte van ongeveer 1,20 m. Hij is een aaseter en staat op de lijst van ’onreine’ dieren. — Lev. 11:29, 30.

Nog een dier dat voor de Israëlieten als onrein gold en waarvan het vlees niet gegeten mocht worden, wordt in Leviticus 11:30 met het Hebreeuwse woord choʹmet aangeduid. Sommige vertalingen (RS; NW; zie ook voetnoot in Belgische PB) geven dit woord met „zandhagedis” weer. De zandhagedis is gewoonlijk klein en bewoont hoofdzakelijk woestijngebieden. Zijn kleur lijkt op de geelachtige tint van het woestijnzand. De tenen van deze hagedis hebben franjes, zodat de poten niet wegzinken wanneer hij zich voortbeweegt. Hij kan weliswaar niet klimmen, maar hij loopt en graaft in zandgrond met buitengewone snelheid.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen