REEBOK.
Mannetjesree. De ree, die op een gazelle lijkt, is ongeveer 120 cm lang en heeft een schouderhoogte van minstens 60 cm. De reebok heeft een gewei, dat hij elk jaar afwerpt. Hierin verschilt de ree van de gazelle met zijn permanente horens, die zich meestal bij zowel de mannetjes als de wijfjes voordoen. De kleur van het zomerkleed van de ree is roodbruin, en hierop is misschien de Hebreeuwse naam van het dier terug te voeren, jach·moerʹ, aangezien men denkt dat deze naam is afgeleid van een grondwoord dat „roodheid” betekent. Reeën leven niet in roedels samen. Gewoonlijk ziet men slechts drie of vier dieren bij elkaar grazen: de bok, de rekke en één of twee kalfjes. De reebok blijft zijn leven lang bij hetzelfde wijfje.
Aangezien de reebok een herkauwer is en gespleten hoeven heeft, mocht hij volgens de Mozaïsche wet gegeten worden (Deut. 14:5, 6). Het vlees van dit dier behoorde tot de spijzen die geregeld op de tafel van koning Salomo kwamen. — 1 Kon. 4:22, 23.