SAMOS
(Samos) [hoogte].
Een eiland in de Egeïsche Zee voor de westkust van Klein-Azië. Kennelijk heeft Paulus Samos heel kort aangedaan toen hij van zijn derde zendingsreis terugkeerde. — Hand. 20:15.
Het eiland wordt door een 1,6 km brede zeestraat van het Aziatische voorgebergte Mycale gescheiden. Samos lag ten Z.W. van Efeze en ten N.W. van Milete. Het eiland is ruim 40 km lang en 20 km breed. Het is weliswaar erg bergachtig, maar zeer vruchtbaar. In de loop der jaren kwam het onder het bestuur van Perzië, Athene, Pergamum en Rome. Ten tijde van Paulus’ zendingsreizen was Samos een vrijstaat. De hoofdstad, die tevens de belangrijkste haven was, werd eveneens Samos genoemd. Het eiland was beroemd om zijn Hera-cultus (Juno, de Romeinse godin van het huwelijk en de geboorte) en bezat een aan haar gewijde tempel die zich qua pracht en faam met de tempel van Artemis in Efeze kon meten.