Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 1399-1400
  • Sem

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Sem
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Vergelijkbare artikelen
  • Sem
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Sem leefde in twee slechte werelden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2009
  • Jafeth
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Jafeth
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 1399-1400

SEM

[naam, roem, faam].

Een van de drie zonen van Noach. „Uit dezen heeft de gehele bevolking van de aarde zich [na de wereldomvattende vloed] verspreid.” — Gen. 6:10; 9:18, 19.

Hoewel de drie zonen steeds in de volgorde „Sem, Cham en Jafeth” worden genoemd, weet men niet precies in welke volgorde zij geboren werden. Dat Sem als eerste wordt genoemd, bewijst nog niet dat hij Noachs eerstgeborene was, want Sems eerstgeboren zoon (Arpachsad) wordt in de geslachtsregisters bijvoorbeeld als derde genoemd (Gen. 10:22; 1 Kron. 1:17). De Hebreeuwse grondtekst van Genesis 10:21 kan verschillend worden weergegeven, en daarom wordt Sem in sommige vertalingen als „de broer van Jafeth, de oudste”, aangeduid (Vertaling door dr. M. Reisel; NW), in andere daarentegen als „de oudere [of: oudste] broeder van Jafeth” (Lu, LV; zie ook GNB). Ook de oude vertalingen verschillen van elkaar; volgens de Septuaginta, alsook de vertaling van Symmachus en de Targoem Onkelos was Jafeth de oudste, terwijl in de Samaritaanse Pentateuch, in de Vulgaat en in de Syrische vertalingen Sem als de oudere broer van Jafeth wordt aangeduid. Aanwijzingen in de rest van de bijbel pleiten er echter veeleer voor dat Sem Noachs tweede zoon was en dus jonger dan Jafeth was.

Uit het bijbelse verslag blijkt dat Noach de vader van zonen werd toen hij 500 jaar geworden was (2470 v.G.T.), en dat de Vloed in zijn 600ste levensjaar plaatsvond (Gen. 5:32; 7:6). Van Sem, die ten tijde van de Vloed reeds getrouwd was (Gen. 6:18), wordt gezegd dat hij twee jaar na de Vloed (2368 v.G.T.), toen hij 100 jaar was, de vader werd van Arpachsad, zijn eerste zoon (Gen. 11:10). Dat zou betekenen dat Sem geboren werd toen Noach 502 jaar was (2468 v.G.T.), en aangezien Cham blijkbaar als de „jongste zoon” wordt aangeduid (Gen. 9:24), moet Jafeth logischerwijs de eerste zoon zijn geweest, die aan Noach werd geboren toen deze 500 jaar was.

Na de geboorte van Arpachsad werden Sem nog meer zonen (alsook dochters) geboren, o.a. Elam, Assur, Lud en Aram (Gen. 10:22; 11:11). In het parallelle verslag in 1 Kronieken 1:17 worden na Aram ook nog „Uz en Hul en Gether en Mas” genoemd, maar volgens Genesis 10:23 waren dit zonen van Aram. Zowel de bijbel als andere geschiedkundige bronnen geven te kennen dat Sem de stamvader van de volgende Semitische volken was: de Elamieten, de Assyriërs, de oorspronkelijke Chaldeeën, de Hebreeën, de Arameeërs (of Syriërs) alsook verscheidene Arabische stammen en wellicht ook de Lydiërs van Klein-Azië. Dit zou betekenen dat Sems nakomelingen hoofdzakelijk het zuidwesten van het Aziatische continent bevolkten en zich over het grootste deel van de „Vruchtbare Halvemaan” alsook over een aanzienlijk deel van het Arabische schiereiland verspreidden.

Doordat Sem en zijn broer Jafeth de naaktheid van hun vader bedekten toen deze door wijn was overmand, toonden zij dat zij Noach niet slechts respecteerden als hun vader, maar ook als degene door bemiddeling van wie God ervoor had gezorgd dat zij tijdens de Vloed in leven bleven (Gen. 9:20-23). In de zegen die Noach daarna uitsprak, werd te kennen gegeven dat de geslachtslijn van Sem door God speciaal begunstigd zou worden en een belangrijke rol zou spelen in de heiliging van Gods naam, want Noach noemde Jehovah „Sems God” (Gen. 9:26). Van Sem, via zijn zoon Arpachsad, stamde Abraham af, aan wie werd beloofd dat door bemiddeling van zijn Zaad alle families der aarde gezegend zouden worden (1 Kron. 1:24-27; Gen. 12:1-3; 22:15-18). Noachs voorzegging dat Kanaän Sem „tot slaaf” zou worden, ging in vervulling toen de van Sem afstammende Israëlieten het land Kanaän en de Kanaänieten onderwierpen. — Gen. 9:26.

Sem leefde nog 500 jaar nadat hij de vader van Arpachsad was geworden en stierf op de leeftijd van 600 jaar (Gen. 11:10, 11). Dat was ongeveer 13 jaar na de dood van Sara (1881 v.G.T.) en 10 jaar na het huwelijk van Isaäk en Rebekka (1878 v.G.T.). Met het oog hierop is er wel gesuggereerd dat Sem Melchizedek (wat „koning van rechtvaardigheid” betekent) geweest kan zijn, de koning-priester aan wie Abraham de tienden gaf (Gen. 14:18-20). Het bijbelse verslag zegt dit echter niet, en de apostel Paulus toont aan dat er van Melchizedek noch een geslachtsregister noch andere belangrijke gegevens bekend zijn, zodat hij een passende voorafschaduwing van Christus Jezus was, die voor altijd Koning-Priester is. — Hebr. 7:1-3.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen