GIERZWALUW
[Hebreeuws: sis].
Toen Hizkia van zijn ziekte herstelde, zei hij in een gedachtenrijke compositie dat hij ’bleef piepen als de gierzwaluw’, terwijl de profeet Jeremia de trekkende gierzwaluw als voorbeeld gebruikte toen hij het volk van Juda bestrafte omdat het de tijd van Gods oordeel niet onderscheidde (Jes. 38:14; Jer. 8:7). Dat met het Hebreeuwse sis de gierzwaluw wordt aangeduid, blijkt uit het feit dat in het Arabisch voor die vogel dezelfde naam wordt gebruikt. De roep van de gierzwaluw heeft iets klagends, melancholisch, zodat Hizkia’s verwijzing ernaar zeer passend is.