Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 1095
  • Muren

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Muren
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • SYMBOLISCHE MUREN
  • Muren, wanden
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Vestingwerken
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Vestingwerken
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Huis
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 1095

MUREN.

Sedert de tijd dat de mens huizen en steden is gaan bouwen, bouwt hij muren die verschillende doeleinden dienen, uit velerlei materialen vervaardigd zijn en diverse vormen hebben. De grootte en sterkte van bouwwerken hangt in belangrijke mate af van de constructie en de materialen die bij de bouw van de muren werden gebruikt.

In de oudheid zagen de mensen uit vrees zich genoodzaakt beschermende muren rondom grote steden op te richten en zo het binnendringen van de vijanden te verhinderen (1 Kon. 4:13; Jes. 25:12). De inwoners van de kleine „onderhorige plaatsen” in de omtrek van deze steden (Num. 21:25) namen in het geval van een aanval eveneens hun toevlucht binnen de ommuurde stad. De Mozaïsche wet maakte met het oog op de rechten van huiseigenaars een wettelijk onderscheid tussen ommuurde en niet-ommuurde steden (Lev. 25:29-31). De muren vormden niet alleen een letterlijke barrière tussen de stadsbewoners en een vijand, maar boden de verdedigers ook een verhoogde positie, van waar uit zij konden verhoeden dat de muren ondergraven werden, er een tunnel doorheen werd geboord of er met behulp van stormrammen een bres in werd gemaakt (2 Sam. 11:20-24; 20:15; Ps. 55:10; Hoogl. 5:7; Jes. 62:6; Ezech. 4:1, 2; 26:9). Als tegenmaatregel wierpen de aanvallende troepen soms belegeringswallen op, om onder de bescherming daarvan de stadsmuren te bestormen. — 2 Kon. 25:1; Jer. 52:4; Ezech. 4:2, 3; 21:22; zie VESTINGWERKEN.

Stenen muren werden vaak opgericht om wijngaarden of velden te omheinen en omsloten ruimten of schaapskooien te bouwen (Num. 22:23-25; Spr. 24:30, 31; Jes. 5:5; Micha 2:12; Hab. 3:17). En er waren ook muren die langs terrasvormig aangelegde hellingen als afdamming dienden (Job 24:11). Deze muren waren van tamelijk duurzame aard en waren gebouwd van onbewerkte veldstenen, waarbij leem of mortel soms als specie diende.

SYMBOLISCHE MUREN

In de Schrift worden muren soms in figuurlijke zin genoemd als zinnebeeld van bescherming en veiligheid (1 Sam. 25:16; Spr. 18:11; 25:28), of als een symbool van scheiding (Gen. 49:22; Ezech. 13:10). In deze laatste betekenis schreef Paulus aan de Efeziërs: „Want hij [Christus] is onze vrede, hij die de twee groepen één heeft gemaakt en de tussenmuur, die hen scheidde, heeft vernietigd” (Ef. 2:14). Paulus was goed bekend met de middelmuur die zich in het voorhof van de tempel in Jeruzalem bevond en waarop een waarschuwing was aangebracht die elke niet-jood op straffe des doods verbood het terrein achter die muur te betreden. Toen Paulus in 60 of 61 G.T. aan de Efeziërs schreef, kan hij weliswaar bij wijze van illustratie naar deze muur hebben verwezen, maar in werkelijkheid bedoelde hij daarmee niet dat die letterlijke muur vernietigd was, want ze stond er nog steeds. Paulus dacht veeleer aan de regeling van het Wetsverbond, die eeuwenlang een scheidsmuur tussen de joden en heidenen gevormd had. Bijna 30 jaar voordien was deze symbolische „muur” op basis van Christus’ dood tenietgedaan.

Tot Jeremia werd gezegd dat hij als versterkte koperen muren zou worden tegenover degenen die hem weerstonden (Jer. 1:18, 19; 15:20). In een andere illustratie wordt gezegd dat Gods volk schijnbaar hulpeloos in een stad zonder letterlijke muren zou wonen, maar zich toch in vrede en zekerheid zou verheugen vanwege de onzichtbare hulp die God biedt (Ezech. 38:11). Van een ander gezichtspunt uit bezien, is een stad sterk wanneer ze Jehovah als een „muur van vuur” rondom zich heeft (Zach. 2:4, 5), of in het bezit is van door Jehovah opgerichte muren der redding in plaats van muren die enkel uit natuursteen en bakstenen bestaan (Jes. 26:1). Zoals de Schrift vermeldt, heeft de „heilige stad, het Nieuwe Jeruzalem,” dat uit de hemel neerdaalt, een „grote en hoge muur” van jaspis, die 144 el (64 m) hoog is en 12 fundamentstenen heeft, die uit kostbare edelstenen bestaan waarin de namen van de 12 apostelen gegrift staan. — Openb. 21:2, 12, 14, 17-19.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen