Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 1481
  • Tarwe

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Tarwe
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Vergelijkbare artikelen
  • Tarwe
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Een maaltijd gebruiken — Brood eten
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1992
  • Gerst
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Gerst
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 1481

TARWE.

Een belangrijk graangewas dat sinds lange tijd een wezenlijk bestanddeel van de voeding van de mens is en zowel recentelijk als in de oudheid soms is verkocht tegen een prijs die twee- of driemaal zo hoog is als gerst. (Vergelijk 2 Koningen 7:1, 16, 18; Openbaring 6:6.) Van tarwe — al dan niet vermengd met andere graansoorten — werd gewoonlijk brood gebakken (Ex. 29:2; Ezech. 4:9). Tarwe kon ook rauw worden gegeten (Matth. 12:1) of tot tarwegries worden gemaakt door de korrels grof te malen. Vooral de groene tarwearen werden geroosterd (Lev. 2:14; 2 Sam. 17:28). Van overwonnen stammen of natiën werd tarwe als schatting gevorderd (2 Kron. 27:5), en bij de offers die aan Jehovah werden gebracht, speelde tarwe eveneens een rol. — 1 Kron. 23:29; Ezra 6:9, 10.

Wanneer de plant jong is, ziet ze er uit als gras en is helgroen. Rijpe tarwe kan echter een halve tot anderhalve meter hoog worden en is goudgeel van kleur. De bladeren zijn lang en smal, en de halm eindigt in de aar. Bij één tarwesoort, die in de oudheid in Egypte werd verbouwd en die men daar ook thans nog aantreft, zitten aan elke halm verscheidene aren. (Vergelijk Genesis 41:22, 23.) De tarwesoorten die in meer recente tijd en waarschijnlijk ook in bijbelse tijden gewoonlijk in Palestina werden verbouwd, hebben kafnaalden, d.w.z. borstelvormige haren aan de graanhulzen.

Palestina was werkelijk een land van tarwe en gerst, zoals God de Israëlieten had beloofd (Deut. 8:8; 32:14; Ps. 81:16; 147:14). Zij hadden niet alleen genoeg voor zichzelf, maar konden ook graan exporteren (2 Kron. 2:8-10, 15). In Ezechiëls tijd werden in Tyrus koopwaren uit Juda en Israël, met inbegrip van „tarwe van Minnith”, verhandeld. — Ezech. 27:17.

In Palestina werden tarwe en gerst vrijwel op dezelfde tijd gezaaid, namelijk in de maand Bul (oktober/november), nadat de vroege herfstregens de grond voldoende zacht hadden gemaakt om die te kunnen beploegen (Jes. 28:24, 25). De tarweoogst volgde op de gerstoogst (Ruth 2:23; vergelijk Exodus 9:31, 32) en hield nauw verband met het wekenfeest of Pinksteren, dat in de maand Sivan (mei/juni) werd gevierd en waarop twee gezuurde broden uit tarwebloem als beweegoffer aan Jehovah werden aangeboden (Ex. 34:22; Lev. 23:17). Nadat de tarwe was gedorst, gewand en gezift, werd ze vaak in onderaardse ruimten opgeslagen; misschien wordt in Jeremia 41:8 naar dit gebruik verwezen.

De bijbel spreekt ook in figuurlijke zin over tarwe. Personen die voor Jehovah aanvaardbaar zijn, „de zonen van het koninkrijk”, worden door dit graangewas afgebeeld (Matth. 3:12; 13:24-30, 37, 38; Luk. 3:17). Zowel Jezus als de apostel Paulus maakten melding van tarwe om de opstanding te illustreren (Joh. 12:24; 1 Kor. 15:35-38). En Jezus vergeleek de beproeving die als gevolg van het lijden dat hij op het punt stond te ondergaan, over zijn discipelen zou komen, met het ziften van tarwe. — Luk. 22:31.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen