Hoe inzicht te verkrijgen
1, 2. Hoe verwierf Jezus inzicht? Hoe moeten wij dit dus doen?
JEZUS verwierf inzicht door een studie van Gods Woord. Hij werd er als menselijke zuigeling niet mee geboren; hij moest het Woord van Jehova bestuderen. Er stond over koningen geschreven: „Voorts zal het geschieden, als hij op den stoel [troon] zijns koninkrijks zal zitten, zo zal hij zich een dubbel van deze wet afschrijven in een boek, uit hetgeen voor het aangezicht der Levietische priesteren is; en het zal bij hem zijn, en hij zal daarin lezen al de dagen zijns levens; opdat hij den HERE, zijn God, lere vrezen, om te bewaren al de woorden dezer wet en deze inzettingen, om die te doen.” — Deut. 17:18, 19.
2 Indien studie voor de Koning noodzakelijk was om inzicht te verkrijgen en Jehova te leren vrezen, hoeveel te meer is het voor ons, onderdanen, dan noodzakelijk Zijn wet te bestuderen en ons er ijverig op toe te leggen een begrip van zijn voornemens te verkrijgen. Dit moeten wij doen wanneer wij het geloof en vertrouwen moeten verkrijgen dat ons in staat zal stellen ons rustig op de beloften van Jehova te verlaten met onvoorwaardelijke zekerheid dat hij ze alle zal vervullen.
3. Hoe moeten wij de Bijbel en Bijbelse publicaties derhalve bestuderen?
3 Dit is inzicht; het betekent ’het boek opeten’. Het betekent heel wat meer dan alleen maar de instrumenten aannemen die de Heer tot opbouw van ons verschaft, zoals de Bijbel, De Wachttoren, de boeken en brochures en de Informateur, en ze oppervlakkig doorkijken of net zo studeren dat men in staat is op de avond der vergadering een vraag te beantwoorden. Neen, wij moeten ons ijverig toeleggen op een grondige studie, zodat deze kennis waarin de Heer voorziet, een deel van ons wordt en ons bekwaam maakt en toerust om altijd te antwoorden over de hoop die in ons is. Deze kennis had de profeet in gedachte toen hij zeide: „Den Heilige kennen is inzicht” (Spr. 9:10, Petr. Can. Vert.). Met dat inzicht zullen wij zijn toegerust om op elk geschilpunt met positieve Schriftuurlijke antwoorden in te gaan, evenals Jezus deed toen hij door de tegenstander werd verzocht. Wij dienen onze Wachttoren en andere Theocratische publicaties zo te bestuderen dat wij de inhoud er van grondig begrijpen. Indien nodig, worstel dan met het onderwerp, bid de Heer om hulp. Geef het niet op! Jakob moest de gehele nacht met de engel des Heren worstelen ten einde een zegen te verkrijgen. De Heer beloonde zijn ijver en vastberadenheid. Hij zal ook ons belonen. Hij zegt ons dat wij, wanneer ons wijsheid ontbreekt, er de Heer om moeten vragen, en hij zal ze ons overvloedig schenken, zonder er enige smart aan toe te voegen. Daarom „verwerf inzicht bij al wat gij bezit”. — Spr. 4:7, Nw. Vert.
4. Wiens leidraad van instructies moeten dienaren bestuderen? Waarom?
4 Daar Jezus inzicht had, zag hij wat zijn discipelen van toen en tegenwoordig nodig hadden en hebben. Hij gaf uitvoerige instructies en onder Gods leiding stelde hij regelingen in werking die hun belangen beschermden. Deze regelingen vormen een modelleidraad voor de opzieners in Jehova’s Theocratische organisatie van toen tot nu. Iedere dienaar van een Bijkantoor van het Wachttoren Genootschap, iedere districtsdienaar, iedere zonedienaar en iedere groepsdienaar zou er goed aan doen deze leidraad zorgvuldig en voortdurend te bestuderen. Er wordt hun door aangetoond hoe zij getrouw moeten staan tegenover de Koninkrijksbelangen die zij in de organisatie toegewezen gekregen hebben om ze te behartigen. Zij dienen plannen op te stellen voor de bijeenkomsten van hun gemeente of voor een andere handelwijze om de zwakke punten op te bouwen en de belangen van Jehova’s organisatie die aan hun zorg zijn toevertrouwd, te beschermen. Zij dienen zich zo te gedragen als het Woord van God voorschrijft. Ditzelfde, wat het maken van plannen en een juist gedrag betreft, geldt ook voor een Bijbelstudie die in de Koninkrijkszaal of in de huizen van belangstellende mensen wordt gehouden. De studieleider dient vol liefde in aanmerking te nemen wat de mensen die hij bedient, nodig hebben en de vergadering dient zo voorbereid en gehouden te worden dat ze het grootste nut afwerpt.
5. Hoe vergroten wij ons inzicht in zijn instructies?
5 Hoe meer wij de liefderijke zorg en tedere raad beschouwen die Jezus zijn discipelen en alle andere mensen van goede wil die met hem samenkwamen, gaf, hoe meer wij beseffen dat deze belangrijke onderwijzing een voortreffelijke instructie vormt, die alle dienaren van God dienen te volgen. Er blijkt wijsheid, inzicht en liefde uit in elke omstandigheid die zich tijdens hun bediening zou kunnen voordoen. Wanneer wij hem navolgen, passen wij dezelfde wijsheid, hetzelfde inzicht en dezelfde liefde toe en wij worden doeltreffende bedienaren van het evangelie, die voor ieder goed werk zijn toegerust. Wanneer wij zijn instructies ten uitvoer brengen, dan neemt ons inzicht daarin en in onze verhouding tot God, zijn Vader, toe. — Ps. 111:10.
6. Waarop gelijken wereldse leiders wat inzicht betreft? Hoe dat zo?
6 Wij leven in een kritieke dag. Het is zeer belangrijk dat wij een inzicht verwerven in Jehova’s voornemens en de geboden die hij in overeenstemming met zijn voornemens voor zijn volk uitvaardigt. Thans stellen de wereldleiders, de politieke, commerciële, religieuze en militaire elementen hun zogenaamde „kennis”, filosofieën en wetenschappelijke vorderingen tegenover de geopenbaarde en bekendgemaakte voornemens van God. Dientengevolge komen zij op tegen de getuigen van de Allerhoogste God en zij vervolgen hen die zijn vereerd met het glorierijke voorrecht, zijn koninkrijk tot de einden der aarde bekend te maken. Al deze op zich zelf vertrouwende tegenstanders van God en Zijn volk gaan opzettelijk voort in hun onwetendheid wat de voornemens van God met betrekking tot deze periode in de menselijke geschiedenis betreft. Wat een begrip van Gods wil en geboden aangaat, zijn zij weinig beter dan onredelijke dieren en stellig laakbaarder dan dergelijke dieren. De apostel Petrus geeft van hen een passende beschrijving met de woorden: „Maar deze, als onredelijke dieren, die de natuur volgen, en voortgebracht zijn om gevangen en gedood te worden, dewijl zij lasteren, hetgeen zij niet verstaan, zullen in hun verdorvenheid verdorven worden; en zullen verkrijgen het loon der ongerechtigheid.” — 2 Petr. 2:12, 13.
WIE HET IN DE „TIJD VAN HET EINDE” BEZITTEN
7. Wie hebben thans geen inzicht, zoals Daniël heeft voorzegd? Waarom niet?
7 In deze „tijd van het einde”, nu Gods rechtvaardigen zich verheugen over het voordeel van de toename der goddelijke kennis, hebben die wereldlingen er geen begrip van dat wij in het einde dezer wereld leven en dat Gods rechtvaardige nieuwe wereld onder het koninkrijk van zijn geliefde Zoon is nabij gekomen. Zij weigeren afstand te doen van de eerbewijzen en roem dezer wereld, te luisteren naar Gods boodschap, zich onder zijn machtige hand te vernederen en de eer te zoeken die alleen van hem afkomstig is. Is het dan een wonder dat die wereldlingen geen inzicht hebben in hetgeen Jehova God in deze laatste dagen dezer wereld doet? Daniëls profetie over de „tijd van het einde” heeft inderdaad zeer juist hun onvermogen voorzegd de goddelijke dingen te begrijpen: „Deze woorden zijn toegesloten en verzegeld tot den tijd van het einde. Velen zullen er gereinigd, en wit gemaakt, en gelouterd worden; doch de goddelozen zullen goddelooslijk handelen, en geen van de goddelozen zullen het verstaan [zal inzicht verkrijgen], maar de verstandigen zullen het verstaan.” — Dan. 12:9, 10, Leidse Vert.
8. Wat zal er spoedig met hun wijsheid en inzicht worden gedaan? Waarom?
8 De goddelozen zijn dus niet zo schrander als zij denken. In hun geestelijke duisternis met betrekking tot de woorden van Gods Bijbel rukken zij op naar een spoedige vernietiging te Armageddon. Daar zullen hun gehele huichelachtige religieuze aanbidding en al hun wereldse sluwheid ijdel blijken te zijn en worden vernietigd. Gelijk Jesaja 29:13, 14 zeer juist heeft gezegd: „Want de Here heeft gezegd: Daarom dat dit volk tot Mij nadert met zijn mond, en zij Mij met hun lippen eren, doch hun hart verre van Mij doen; en hun vreze, waarmede zij Mij vrezen, mensengeboden zijn, die hun geleerd zijn; daarom, ziet, Ik zal voorts wonderlijk handelen met dit volk, wonderlijk en wonderbaarlijk; want de wijsheid zijner wijzen zal vergaan, en het verstand zijner verstandigen zal zich verbergen.” Hun wereldse wijsheid en inzicht kunnen niet die wijsheid en inzicht zijn welke wij volgens de vermaning in Spreuken moeten verwerven, ongeacht wat voor andere dingen wij trachten te verwerven. Hun wereldse wijsheid is zonder enige ware liefde voor God; zij kweekt geen liefde voor hem aan, en daarom is zij vals en misleidend. Die wereldse leiders, met al hun vermeende pienterheid en schranderheid zijn grote dwazen.
9, 10. Waartoe worden wij daarom dringend vermaand?
9 Ons wordt op het hart gedrukt, niet aan hen gelijk te worden, vooral niet in deze dagen nu het rampzalige Armageddon zo nabij is en nu de kleine tijd die nog overblijft, zoveel betekent voor onze redding en voor die van de mensen tot wie wij de boodschap der redding prediken. Met een profetische waarschuwing voor onze dagen zegt de apostel: „Ziet dan nauwlettend op uw wandel toe: niet als dwazen, maar als wijzen, u elke gelegenheid tenuttemakend, omdat de tijd boos is. Weest dan niet onverstandig, maar ziet in, wat de wil des Heeren is. In plaats van u te bedrinken aan wijn _ wat tot liederlijkheid voert — moet gij vol worden van den geest.” — Ef. 5:15-18, Leidse Vert.
10 Begrijp dus de betekenis van deze boze dagen en de verbazingwekkende dingen die er geschieden, speciaal onder Jehova’s volk. Vraag met uw gehele hart om wijsheid en inzicht van de enige Bron, Jehova God. Bid om meer van zijn heilige geest. Leer zijn wil uit zijn Woord kennen. Heb hem met geheel uw hart, geest, ziel en verstand lief, door zijn wil te doen. Heb uw naaste lief als u zelf, vooral wat het bekendmaken van Gods Koninkrijksboodschap aan uw naaste betreft. Bedenk dat de naasten die u het meest nabij staan op aarde, uw broeders en zusters in de kudde van de Goede Herder, Jezus Christus zijn. Bedenk dat hij de laatste avond dat hij in het vlees met zijn getrouwe apostelen was, hun vertelde dat hij hun een nieuw gebod gaf: elkander lief te hebben zoals hij hen had liefgehad. Door deze ware genegenheid zouden alle mensen met verstand weten dat zij zijn discipelen waren. Wanneer zij dit deden, zou hun inzicht in de wijsheid die achter Jezus’ instructies stak, dieper worden en zij zouden zich verheugen, want hij zeide: „Indien gij dit verstaat, zijt ge gelukkig, als ge het in praktijk brengt” (Joh. 13:17, De Kath. Bijbel). Ja, zij zouden gelukkig zijn, omdat zij wijs zouden zijn, en hun wijsheid zou worden bevestigd door de resultaten die er uit zouden voortvloeien.
11. Waarmede moeten wij God vooral liefhebben?
11 Het doen van de door middel van Christus gegeven geboden van God bewijst dat wij Jehova, onze Vader, liefhebben. Er is inzicht voor nodig om hem op de juiste wijze lief te hebben. Daarom keurde Jezus de woorden van de schriftgeleerde goed die zeide: „Meester! Gij hebt wel in der waarheid gezegd, dat er een enig God is, en er is geen ander dan Hij; en Hem lief te hebben uit geheel het hart, en uit geheel het verstand, en uit geheel de ziel, en uit geheel de kracht; en den naaste lief te hebben als zichzelven, is meer dan al de brandofferen en de slachtofferen.” Daar Jezus zag dat de schriftgeleerde schrander antwoordde, zeide Hij: „Gij zijt niet verre van het Koninkrijk Gods” (Mark. 12:32-34). Wanneer wij inzicht bezitten, kunnen wij de waarde bepalen van alles wat de ene Oppermachtige God Jehova is en van alles wat hij voor ons met het oog op ons eeuwige welzijn betekent; en het doet ons hem meer liefhebben. Het spoort ons aan met hem in verbinding te blijven door zijn geboden te gehoorzamen.
12. Welke weg brengt ons in het eeuwige leven in de nieuwe wereld?
12 De weg van het inzicht is daarom de enige weg die een ieder van Christus’ gezalfde volgelingen in het Koninkrijk zal brengen of een ieder van zijn „andere schapen” van goede wil tot eindeloos leven op een tot een paradijs gemaakte aarde in de nieuwe wereld, die thans zo nabij is. In het verwerven van inzicht, is Jezus Christus ons belangrijkste voorbeeld, want geen andere zoon van God heeft meer inzicht dan hij. Om deze reden heeft onze hemelse Vader hem zeer teder lief. Deze geliefde Zoon van God leert ons inzicht te verkrijgen, evenals zijn hemelse Vader het hem heeft geleerd, en hij zegt tot allen die naar eeuwig leven in de rechtvaardige nieuwe wereld zoeken: „Toen ik nog als zoon bij mijn vader was, teder en een enig kind voor het aangezicht van mijn moeder [Gods heilige universele organisatie], onderwees hij mij en zeide tot mij: Laat uw hart mijn woorden vasthouden; onderhoud mijn geboden, opdat gij moogt leven. Verwerf wijsheid, verwerf inzicht.” „Ontzag voor Jahweh is de grondslag der wijsheid, den Heilige kennen is inzicht.” — Spr. 4:3-5, Nw. Vert.; 9:10, Petr. Can. Vert.