Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w58 15/6 blz. 360-363
  • Mijn doel in het leven nastreven

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Mijn doel in het leven nastreven
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1958
  • Vergelijkbare artikelen
  • Wat is je hartewens?
    Koninkrijksdienst 1974
  • Mijn doel in het leven nastreven
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1962
  • Mijn doel in het leven nastreven
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1958
  • Met onze gehele ziel de weg des levens bewandelen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1975
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1958
w58 15/6 blz. 360-363

Mijn doel in het leven nastreven

Zoals Gertrude Steele dit heeft verteld

JE BENT dus klaar om naar bed te gaan en nu wil je dat ik je een verhaaltje vertel, Jan. Je bent nu een geregelde verkondiger en van plan in de toekomst pionier te worden, hoe zou je het daarom vinden als ik je eens vertelde hoe ik pionierster ben geworden en hoe ik er mee ben begonnen mijn levensdoel na te streven?

„O, dat zou ik fijn vinden, oma.”

In de zomer van 1922, toen ik in Chickasha, Oklahoma, woonde, kwam Tommie en Duggie’s oma voor het eerst bij mij aan de deur met de brochure Millioenen nu levende menschen zullen nimmer sterven. Een paar weken later bracht ze mij De harp Gods. De liefelijkste muziek die ooit op een harp werd gespeeld, was voor mij niet mooier dan de wijze waarop al die bijbelse leerstellingen met elkaar in overeenstemming werden gebracht, om ten slotte één harmonieuze melodie tot eer van God voort te brengen.

De volgende maanden waren erg druk. In oktober werd je pappa geboren. Oom Dave kon nog niet lopen en oom Don was nog maar twee en een half jaar. Daar ik geen hulp had, moest ik, wilde ik iets lezen, vroeg opstaan. Ik maakte nu om vijf uur ’s morgens de kachel aan zodat ik een uurtje voor het ontbijt wat vrije tijd kreeg.

Het inzicht dat ik in die vroege morgenuren kreeg, hielp me de volgende zomer een van de zwaarste beproevingen in mijn leven het hoofd te bieden. Zuster Golden (als gouden zonnestralen zijn de herinneringen aan haar tedere zorg in die jaren) hielp mij iedere week naar de vergaderingen en in de dienst te gaan, maar deze activiteit met zulk een impopulaire religieuze groep betaamde de vrouw van een succesvol zakenman niet.

Op zekere dag vertelde je grootvader mij, dat hij mij precies dertig dagen zou geven om alle boeken en tijdschriften die ik had, te verbranden en alles in verband daarmee te vergeten, en zo niet, dan zou hij me alleen achterlaten. Wat ik alleen moest doen met drie kleine kinderen, wist ik niet, maar één ding wist ik zeker, en dat was, dat ik de waarheid had gevonden. Ik keek hem daarom recht in het gezicht en zei vastberaden: „Je hoeft mij geen dertig dagen te geven. Ik weet dat dit de waarheid is en ik zal de waarheid nooit vaarwelzeggen.” Daarop begon hij zijn koffers te pakken, maar daar zijn advocaat hem aanraadde niet overhaast te handelen, ging het weer een poosje goed.

In 1925 verhuisden wij van Chickasha naar Hutchinson, in Kansas. Hij dacht dat ik spoedig alles omtrent de waarheid zou vergeten, als hij mij maar naar een plaats zou brengen waar niemand was die mij bij het bezoeken van de vergaderingen behulpzaam zou zijn. Ik zie nog de uitdrukking op zijn gezicht toen ik hem terloops vertelde dat Jehovah’s getuigen al hun vergaderingen hielden in het huis aan de overzijde van de straat.

Ik heb kostbare herinneringen aan het nauwe contact dat ik met die lieve vrienden had. Ik was zeer onder de indruk toen ik hoorde dat een zuster haar vier kinderen met zich meenam in een oude Ford om in de heuvels van Kentucky in geïsoleerd gebied te pionieren. Toen ik haar vreugdevolle ervaringen hoorde en vernam hoe Jehovah in hun behoeften voorzag, kwam het verlangen in mij op ook te gaan pionieren.

In 1927 verhuisden wij naar onze geboortestad in Wichita, Kansas. Alle jongens waren nu op school, ik had dus meer gelegenheid in de dienst te staan en ook een sterker verlangen mijn doel in het leven na te streven — pionierster te zijn. Naarmate de maanden voorbijgingen, dacht ik er steeds meer over. Ik kon het gewoon niet uit mijn hoofd zetten. Toen, op zekere avond, kwam de gedachte in mij op mijn was buitenshuis te doen en de kosten hiervan te betalen met het lectuurgeld, dat ik dan als pionierster zou ontvangen. ’s Avonds zou ik dan kunnen strijken, waardoor ik elke week dus twee extra-dagen zou hebben voor de dienst. Ik nam een gebied dicht bij huis, en als de jongens om 8.30 v.m. naar school gingen, stond ik klaar om naar mijn gebied te gaan. Ik kwam om 11.30 v.m. terug en had de lunch klaar als zij om 12.10 thuiskwamen. Als zij om 1 n.m. weggingen, ging ik totdat de school om 4 n.m. uitging, naar mijn gebied. Soms had ik ’s avonds twintig overhemden te strijken. Omdat ik gewoonlijk moe was van de dienst van die dag, leerde ik zittend te strijken. Als ik klaar was, voelde ik mij vaak meer verkwikt en uitgerust dan toen ik begon!

Ik was erg gelukkig, maar al gauw begonnen er beproevingen te komen. Ik bleef beneden het vereiste urenaantal en moest toegeven dat ik mijn huishouding niet op een juiste wijze bestuurde. Ik wist dat ik een paar dagen achterstand, opgelopen door ziekte en andere oorzaken, kon inlopen als ik regelmatig zou blijven doorwerken en geen tijd zou verspillen aan onbelangrijke dingen.

Toen kwam in 1929 de malaise. Die winter verloor opa zijn baan, maar dat bleek een zegen te zijn. Hij was niet langer een tegenstander maar zelfs meegaander. Die maanden waren gelukkige maanden, maar ze duurden erg kort. Een nieuwe baan, waardoor hij weer geld in zijn zak kreeg, deed alles veranderen. Ik kreeg slechts twee weken om van handelwijze te veranderen. Hij eiste van me ’s morgens, ’s middags en ’s avonds thuis te zijn. Hij zei dat mijn religie er de oorzaak van was dat hij immoreel ging handelen. De vermaning „maar indien de ongelovige er toe over gaat, heen te gaan, laat hem heengaan” was terecht van toepassing, en aan het einde van de twee weken vertrok hij.

Ik bleef pionieren en mijn doel in het leven nastreven; maar de volgende maanden waren erg zwaar. Er was zo’n diepe wond geslagen, dat deze alleen genezen kon worden wanneer ik mijn tijd zou vullen met dienst voor Jehovah. Ik bemerkte dat ik niet altijd even bekwaam was om zowel de rol van vader als moeder te vervullen. Af en toe was een vastberaden, sterke hand van een vader beslist noodzakelijk. Steeds opnieuw las ik het hoofdstuk „Ouderlijke verplichtingen” in het zesde deel van Schriftstudiën, maar ik besefte hoe zeer ik tekort schoot en ik bad om Gods geest ten einde dit tekort aan te vullen. Maar hoe loof ik hem, want ondanks mijn tekortkomingen kreeg ik het gezegende voorrecht mijn drie kinderen de volle-tijd-dienst te zien opnemen.

Tot 1935 pionierde ik alleen de negen maanden waarin de jongens de school bezochten. In 1940 kwamen er veel veranderingen. Oom Don trouwde. Je pappa slaagde voor zijn eindexamen van de middelbare school. Nu kregen ze dus helemaal geen financiële ondersteuning meer van hun vader. Wij drieën die nu overbleven, bespraken de zaak en we kwamen overeen dat we van nu af elk voor ons zelf zouden zorgen in plaats dat wij de huishouding drijvende zouden houden op hun schamele inkomen.

Ik zocht contact met de zonedienaar en vertelde hem dat ik nu vrij was om overal heen te gaan waar ik nodig was. Hij gaf mij een lijst van steden waar de zakenwijken jaren lang niet waren bewerkt. Ik werkte tot 1941 in verscheidene steden, toen werd ik uitgekozen, samen met drie anderen, om als speciale pioniers in Newton, Kansas, te gaan werken.

Onze gezamenlijke krachtsinspanningen wekten al spoedig tegenstand, en als we weer op straat zouden verschijnen, zo dreigde men ons, zouden we gearresteerd worden. De volgende zaterdag werden wij opgepakt en twee dagen lang achter tralies gesloten totdat er regelingen waren getroffen voor een borgtocht. En wie dacht je dat mijn kleine gevangenisgezellin was? Een jong meisje, dat bij mij was komen wonen om zodra ze de middelbare school achter de rug had te kunnen pionieren. Ze werd naar de tweede klas van Gilead geroepen en werkte daarna twee jaar als zendelinge in Cuba totdat ze ten gevolge van een gewrichtsontsteking gebrekkig werd en moest terugkomen. Later werd ze jouw moeder. „Moeder!” Ja, Jan, zij werd viermaal gearresteerd en ik driemaal. Wij kregen een geldboete van ƒ 280,– of dertig dagen gevangenisstraf. We gingen in hoger beroep, maar bleven intussen doorgaan met het werken van huis tot huis en het brengen van nabezoeken. We werden weer gearresteerd en weer achter tralies gesloten. In die tijd werd ik heel erg ziek. Ik moest drie maanden de dienst uit om te herstellen, maar ik ben blij dat ik het voorrecht had te mogen lijden, want alle rechtszaken werden goed bezocht en de weg werd geopend voor een groter getuigenis.

Onze volgende toewijzing in Ottawa, Kansas, werd ook gekenmerkt door inmenging van de politie. Deze keer waren wij beter voorbereid en trokken wij voordeel uit de fouten die in de Newton-zaak waren gemaakt. Jehovah gaf een overweldigende overwinning van het begin tot het einde.

Van Ottawa werd ik naar Grand Island in Nebraska gezonden. Daar kreeg ik veel zegeningen, maar het meest ontroerde mij een lange brief die ik op zekere dag van het bureau van de president kreeg. Wat bonsde mijn hart! Zou het datgene kunnen zijn waar ik zo lang naar had verlangd? Ja, een uitnodiging voor Gilead. Voor de laatste maal bezocht ik de federale gevangenis te Leavenworth, waar mijn jongens een gevangenisstraf uitzaten van drie en vier jaar wegens hun rechtschapenheid jegens Jehovah. Ik wou dat je had kunnen zien hoe hun gezicht straalde van vreugde toen ik het hun vertelde. Ze waren over mijn uitnodiging voor Gilead even opgetogen als ik, en ze dachten er helemaal niet aan dat ik ze niet meer zou bezoeken.

„U vond het heerlijk op Gilead, hè oma?” Ja, Jan, dat was één van de gelukkigste gebeurtenissen in mijn leven, en de herinneringen daaraan zijn mij erg dierbaar.

Maar de grootste vreugde kwam toen ik als buitenlandse toewijzing Puerto Rico kreeg. Na precies drie weken aten we voor het laatst in de Verenigde Staten in Brooklyn Bethel en toen werden we weggebracht naar de boot, de Marine Tiger. Vier dagen later kwamen we in Puerto Rico aan. Het was een heel andere wereld. Hoewel de gewoonten van de bevolking ons vreemd waren, waren ze erg interessant. De prachtige bergen, de bloeiende bomen en struiken zijn een voortdurende verrukking voor ons geweest. We hadden het te druk om ons ongerust te maken over de verschillende geruchten, zoals armoede, enz. We waren gelukkig dat we dit vriendelijke volk, dat zo gunstig reageerde op de Koninkrijksboodschap, de levengevende boodschap konden aanbieden. Het was onze door God gegeven toewijzing, en wij hadden die toewijzing lief.

Daar we in bijna ieder huis werden binnengenodigd, konden we alles rustig uiteenzetten, alleen was het jammer dat wij geen woorden konden vinden om alles te zeggen wat in ons hart was. Het was verrassend hoe geduldig en vriendelijk de mensen waren, en wij waren vast besloten de taal ten koste van alles te leren. We hebben er ook veel plezier door gehad. Mijn partner herinnert mij er soms nóg aan hoe ik verscheidene maanden lang het woord eieren (huevos) gebruikte voor donderdag (jueves).

Toen wij onze eerste openbare lezing aankondigden, waren de verwachtingen hoog gespannen, en toen we zagen dat de zaal propvol was, liepen we van vreugde over. Na zes maanden werd de gemeente Ponce opgericht en enkelen van hen behoren nu tot de voorspoedige gemeente van 123 verkondigers.

In mei 1948 werden Gladys en ik overgeplaatst naar het zendingshuis te Santurce. Die maand waren er gemiddeld 43 bezoekers op de Wachttoren-studie. In zeven jaar heb ik die gemeente zo zien groeien dat ze vijfmaal gesplitst moest worden. Onze eenheid Santurce had de afgelopen maand op de Wachttoren-studie een gemiddeld bezoekersaantal van 110. Wanneer ik terugkijk naar die jaren en zie dat er de laatste vijf jaar uit bijna elk gebied dat aan mij is toegewezen, enkele verkondigers zijn uitgekomen en één pionier, verheug ik mij over het aandeel dat Jehovah mij heeft gegeven en de toename die hij heeft geschonken.

Na drie en een half jaar in een buitenlandse gebiedstoewijzing te zijn geweest, is het een hele belevenis vakantie te nemen en in de Verenigde Staten wat op verhaal te komen, maar niet om er te blijven. Gladys moest wegens ziekte in de V.S. blijven, en ik heb sterk het verlies gevoeld van haar prettige, liefdevolle gezelschap gedurende deze afgelopen vijf jaar. Onlangs schreef ze mij: „Die jaren in Puerto Rico waren de gelukkigste van mijn leven, en ik zou ze voor niets ter wereld willen ruilen. Ik heb nooit heimwee gehad naar de V.S., maar ik heb beslist heimwee naar Puerto Rico.” En ik denk er precies zo over.

„Maar, verlangt u nooit naar oom Don, Dave en ons, oma?” Ofschoon je ooms en tantes Don en Earlene en Dave en Julia zendelingen zijn in Korea en de Philippijnen, lijkt het toch alsof wij heel dicht bij elkaar zijn, want afstand is een onbelangrijke factor als onze geest en ons hart op Jehovah en zijn koninkrijk zijn gericht. Het is precies zoals Jezus heeft gezegd: „Een ieder die ter wille van mijn naam huizen of broeders of zusters of vader of moeder of kinderen of landerijen heeft verlaten, zal vele malen meer ontvangen” in deze tijd (Matth. 19:29). Hoe fijn zou ik het vinden als jij enkele van die ouders en broeders en kinderen die ik in Puerto Rico heb, zou kennen!

Jan, ik hoop dat je altijd het verlangen zult behouden een pionier te zijn, en als Armageddon nog tien of vijftien jaar in de toekomst zou liggen, zou je het dan niet fijn vinden zendeling te worden?

„Natuurlijk, oma.”

Het is waar dat je moeilijkheden zult ondervinden en dat je je ouders zult missen wanneer het af en toe lijkt alsof je niemand hebt waarop je kunt steunen; of wellicht word je niet begrepen of diep gekrenkt, maar dan kom je juist dichter tot Jehovah. Je zult je tot zijn Woord wenden, en als hij tot je spreekt en jij luistert, zullen die lasten je niet langer drukken. Mijn liefde voor jou kan je niet behoeden voor de harde werkelijkheid, noch kan ze je de vreugde schenken die je ontvangt wanneer je leert een juist doel in het leven na te streven, die zeer uitnemende weg. Ja, de pioniersdienst als zendeling is een uitstekende gelegenheid om die onovertroffen weg te leren kennen, de weg der liefde, die ons leidt op de heerbaan naar het eeuwige leven in Jehovah’s nieuwe wereld.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen