Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w57 1/5 blz. 206-210
  • Opzieners over de bediening

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Opzieners over de bediening
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1957
  • Vergelijkbare artikelen
  • Opzieners over Jehovah’s volk
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1957
  • Opzieners als herders van de kudde
    Georganiseerd om Jehovah’s wil te doen
  • Verantwoordelijkheid aanvaarden in de Nieuwe-Wereldmaatschappij
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1957
  • Aangestelde ouderlingen om de kudde Gods te weiden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1972
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1957
w57 1/5 blz. 206-210

Opzieners over de bediening

„Indien iemand een opzienersambt tracht te verkrijgen, verlangt hij naar een juist soort van werk.” — 1 Tim. 3:1, NW.

1, 2. (a) Is het schriftuurlijk juist naar een aanstelling als opziener te verlangen? (b) Welk fundamenteel vereiste wordt daaraan gesteld?

DE KONINKRIJKSVERKONDIGERS die hun bediening juist opvatten, zijn vooruitstrevend. Zij zijn er niet tevreden mee stil te blijven staan. Zij willen tot rijpheid voortgaan en bekwame dienstknechten van Jehovah worden, die al hun bekwaamheden volledig gebruiken ter bevordering van de belangen der nieuwe wereld.

2 Er naar verlangend grotere dienstvoorrechten te ontvangen, is het schriftuurlijk juist dat een broeder zijn bediening tracht te vergroten en ten slotte een opziener of dienaar in de gemeente tracht te worden. „Betrouwbaar is de verklaring,” zoals wij in 1 Timotheüs 3:1 (NW) lezen. „Indien iemand een opzienersambt tracht te verkrijgen, verlangt hij naar een juist soort van werk.” Daarom verblijft hij niet jarenlang in Jehovah’s organisatie zonder stappen vooruit te doen. Hij wenst geestelijk op te groeien en extra-dienstvoorrechten op zich te nemen. Zo spoedig mogelijk doet hij met het juiste begrip de allerbelangrijkste stap en symboliseert door de waterdoop dat hij zich aan Jehovah heeft opgedragen, daar hij weet dat dit een fundamenteel vereiste is om leven in de nieuwe wereld te verkrijgen. Hij blijft daar echter niet stilstaan; hij gebruikt al zijn bekwaamheden om grotere dienstvoorrechten te verkrijgen en om die welke hij heeft, uit te breiden.

3. Hoe worden de natuurlijke bekwaamheden gebruikt, en welke grove fout dient men te vermijden nadat men is aangesteld?

3 De bekwaamheden waarover hij van nature beschikt, worden op juiste wijze in dienst gesteld van de theocratische belangen. Niet langer stelt hij er belang in zijn tijd en bekwaamheden te gebruiken om een in wereldse ogen succesvolle carrière te maken. Hij weet dat dit dwaas zou zijn, daar er uitdrukkelijk in de bijbel staat te lezen dat dit oude samenstel van dingen absoluut geen toekomst heeft te bieden. Het enige waardevolle en blijvende is de nieuwe wereld. Verstandig voorziet hij dus in zijn stoffelijke behoeften en gebruikt alle andere tijd, krachtsinspanningen en bekwaamheden om de nieuwe-wereldbelangen te bevorderen. Beleidvol regelt hij zijn aangelegenheden onder gebed en vermijdt de grove fout van enkelen, die, nadat zij bekwaam waren geworden en tot dienaren waren aangesteld, zich later wederom zo in wereldse aangelegenheden lieten verwikkelen, ’hun eigen belangen zoekend, niet die van Christus,’ dat zij zelfs Jehovah’s gunst verloren en uit alle nieuwe-wereldaanstellingen werden ontzet (Fil. 2:21; 1 Tim. 6:6-10, NW). Dienaren die waardering bezitten, zullen niet toelaten dat oude-wereldbelangen een einde maken aan hun nimmer eindigende loopbaan met Jehovah’s nieuwe wereld of deze in gedrang zouden brengen. Zij geven zich zelf, niet ’hun eigen belangen zoekend, maar die van Christus’; daarom zijn zij een zegen voor de broeders en zusters en mensen van goede wil en strekken bovenal Jehovah tot eer en lof, die hun uit de oude-wereldbezigheden heeft geroepen om te prediken.

4. Noem op aan welke schriftuurlijke vereisten een opziener moet voldoen.

4 Niet alleen moet de drijfveer juist zijn om een opzienersambt te verkrijgen, maar er zijn nog andere noodzakelijke vereisten. De Schrift vervolgt: „De opziener dient daarom onberispelijk te zijn, een echtgenoot van één vrouw, matige gewoonten te hebben, gezond van verstand te zijn, ordelijk, iemand die vreemdelingen liefheeft, bekwaam om te onderwijzen, geen dronken ruziemaker, niet iemand die slaat, maar hij moet redelijk zijn, niet strijdlustig, niet iemand die geld liefheeft, iemand die zijn gezin op juiste wijze leidt, die kinderen met alle ernst in onderworpenheid heeft; (hoe zal nu iemand die niet weet hoe hij zijn gezin moet leiden, voor Gods gemeente kunnen zorgdragen?) geen pas bekeerde, opdat hij niet opgeblazen worde van trots en in het oordeel valle dat over de Duivel werd geveld. Bovendien dient hij ook een gunstig getuigenis te hebben van mensen die buiten zijn, opdat hem geen smaad ten deel valle en hij niet in een strik des Duivels gerake.” — 1 Tim. 3:2-7, NW.

5. Wie worden dan bekwaam, en hoeveel tijd is hiervoor nodig?

5 Op grond van de Schrift komen dus alleen rijpe, evenwichtige, vooruitstrevend denkende en handelende gemeenteverkondigers en pioniers, die zich aan God hebben opgedragen en de bediening juist bezien, in aanmerking voor een opzienersambt in de gemeente. Hoe lang duurt het voordat men opziener kan worden? Doordat sommigen zich met zoveel ijver geven, zijn zij, na een geheel jaar gepredikt te hebben nadat zij hun opdracht door de waterdoop hadden gesymboliseerd, rijp geworden en zo vooruitgegaan, dat zij door het Genootschap als opzieners aangesteld kunnen worden. In elke gemeente houdt men zich echter aan de bijbelse raad om „geen pas bekeerde” te gebruiken; slechts de rijpste, bekwaamste en ijverigste bedienaren van het evangelie worden als opzieners aangesteld.

6. (a) Kunnen er vrouwen worden aangesteld? (b) Wat dient een zuster, wanneer op haar de verantwoordelijkheid rust de vergaderingen voor te zitten, te doen?

6 Wat moet er echter gedaan worden wanneer er niet voldoende mannen in een gemeente zijn die zich aan God hebben opgedragen? Kunnen dan vrouwen in dienstposities aangesteld worden? Ja, in zulke gevallen worden er bekwame zusters aangesteld, die zich dan kwijten van de daarmee gepaard gaande verplichtingen. Indien er geen manlijke opzieners zijn aangesteld, rust op de zusters de verantwoordelijkheid op de vergaderingen voor te gaan. Ter erkenning dat de man in de theocratische regeling het hoofd is en daar zij beseft dat zij tijdelijk en wegens de omstandigheden in de gemeente op een plaats dient waar een man behoort te staan, is het juist dat de zuster dan een hoofdbedekking draagt. Wanneer er een broeder naar zulk een gebied verhuist of er plaatselijk een man de waarheid leert kennen, bekwaam wordt en tot opziener wordt aangesteld, zullen zulke zusters blijmoedig plaats maken voor deze broeder, in erkenning van Jehovah’s theocratische regeling. — Ef. 5:24-32, NW. (In „Dit betekent eeuwig leven”, wordt op de bladzijden 154-163 verder uitgeweid over „De voorrechten van de vrouw in de gemeente.”)

7. (a) Welke waarde hecht een dienaar aan zijn aanstelling? (b) Zal zijn toewijzing wanneer hij getrouw is, te Armageddon eindigen?

7 Voldoet een gemeenteverkondiger, pionier of zendeling aan de verscheidene noodzakelijke vereisten en wordt die door het Genootschap tot opziener of dienaar aangesteld, dan zal hij, wanneer hij zijn bediening juist beziet, zijn aanstelling als een grote schat beschouwen, welke met geen geld ter wereld gekocht kan worden. Hij beseft dat een aanstelling tot dienaar er een teken van is dat Jehovah hem gunst betoont voor getrouwe dienst. Terecht schat hij zijn aanstelling hoger dan welke positie ook die hij in de oude wereld mocht hebben of mogelijkerwijs kon verwerven. Hij weet zeer goed dat alles in de oude wereld spoedig verleden tijd zal zijn. Binnen dit geslacht zal het verdwenen zijn! Ja, voor eens en al weggegaan, terwijl de Nieuwe-Wereldmaatschappij blijvend is. Hij weet dat het voorrecht hem ten deel gevallen is, zijn toewijzing tot Armageddon getrouw te behartigen, door Jehovah’s voortreffelijkheden overal bekend te maken en zijn broeders en zusters door de strijd van Armageddon heen tot in de nieuwe wereld te dienen en bij te staan. Ook zal hij in Gods nieuwe wereld nog duizend jaar lang het voorrecht hebben, een aandeel te hebben aan haar ontwikkeling. Daar een aangestelde dienaar dit zo glashelder inziet, is het niet verwonderlijk dat hij zijn broeders en zusters zo goed dient en zich met ijver, als ’met geheel zijn ziel voor Jehovah,’ van zijn toewijzing tracht te kwijten. — Kol. 3:22-24, NW.

8. Waarom moeten opzieners weten wat hun plicht is en vertrouwd zijn met die der andere dienaren?

8 Het is zeer belangrijk dat iedere dienaar weet wat er van hem wordt verlangd, opdat hij zich van zijn verplichtingen kan kwijten. Hij moet weten wat zijn verplichtingen zijn en hoe hij ze moet nakomen; dit verneemt hij uit een zorgvuldige studie van In eenheid tezamen prediken, Qualified to Be Ministers, de Koninkrijksdienst en andere publikaties van het Genootschap. Niet alleen maakt hij zich vertrouwd met de hem opgelegde plichten, maar tevens weet hij ook wat de plichten van andere dienaren zijn, zodat hij zijn activiteit met die der andere aangestelde opzieners kan coördineren. Dan zullen alle opzieners hun broeders en zusters liefdevol eensgezind dienen. Wanneer iedere dienaar begrijpt wat zijn plicht is en zich daarvan kwijt, vormen de dienaren tezamen een gecoördineerde en verenigde groep die nauw samenwerkt en de belangen van de gemeente goed behartigt. — 1 Petr. 5:1-5, NW.

9. Moeten opzieners datgene wat zij prediken, in praktijk brengen?

9 Wanneer men zijn toewijzing juist beziet, is men niet slechts in naam dienaar. Men is het in woord en daad. Men blijft een goede en ijverige bedienaar van het evangelie, daar men beseft dat een gedeelte van zijn verantwoordelijkheid voor het aangezicht van Jehovah en ten opzichte van zijn broeders en zusters, is, in de velddienst de leiding te nemen. Men dient daarom niet het podium op te komen, prachtige lezingen te houden om zijn broeders en zusters aan te sporen in de velddienst beter hun best te doen, om dan vervolgens zelf niet op de contactpunten te verschijnen. Neen, breng zelf in praktijk wat u predikt. De dienaar moet zelf geregeld en op tijd op het contactpunt zijn, terwijl hij van tevoren goed uitgewerkte regelingen voor het groepje heeft getroffen, zodat ze zonder tijdverlies naar het gebied kunnen gaan en daar direct met het prediken kunnen beginnen. Er hangt veel af van zijn ijver, enthousiasme en voorbeeld. Dit kan niet veronachtzaamd worden zonder dat de gemeente hieronder schade lijdt. Hij houdt in gedachten dat schapen geleid en niet gedreven worden, en daarom neemt hij, in overeenstemming met de raad en instructies van het Genootschap, energiek de leiding in het predikingswerk.

10, 11. (a) Welke verantwoordelijkheid legt Handelingen 20:28 opzieners op? (b) Op welke manier wordt deze hulp geboden?

10 Dienaren die de bediening juist bezien, stellen niet alleen belang in hun eigen bedieningsactiviteit, maar zijn er ook op uit anderen te helpen. Een ware dienaar beseft dat op hem de verantwoordelijkheid rust in praktijk te brengen wat in Handelingen 20:28 (NW) geschreven staat: „Schenkt aandacht aan u zelf en aan de gehele kudde, waarover de heilige geest u tot opzieners heeft aangesteld, om de gemeente Gods te weiden.” Wat wil dit nu precies zeggen? Welnu, wat is noodzakelijk om leven in de nieuwe wereld te ontvangen? Een kennis der waarheid? Het bezoeken van de vergaderingen? Zijn opdracht door de waterdoop te symboliseren? Dit zijn inderdaad fundamentele vereisten, maar er is nog iets! Het zo belangrijke en van levensbelang zijnde prediken, „want indien gij dat ’woord in uw mond’ in het openbaar bekendmaakt, dat Jezus Heer is, en in uw hart geloof oefent dat God hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij worden gered. Want met het hart oefent men geloof tot rechtvaardigheid, maar met de mond doet men een openbare bekendmaking tot redding.” — Rom. 10:9, 10, NW.

11 Daarom rust op alle opzieners op grond van Handelingen 20:28 de verantwoordelijkheid allen die met de gemeente zijn verbonden, te helpen actieve lofzangers van Jehovah te zijn. De opzieners zorgen er voor dat zij dit liefdevol en attent en niet koud, wangunstig en onvriendelijk doen, want daardoor zouden anderen in verlegenheid worden gebracht. De opziener hoort de moeilijkheden van de verkondiger aan, welke soms meer ingebeeld dan werkelijk zijn, en tracht elk te helpen de hem belemmerende moeilijkheden te overwinnen door geregelde aanmoedigingen en door met degene die hulp nodig heeft, definitieve afspraken te maken geregeld aan de velddienst deel te nemen. Zij die worden geholpen, dienen bijzonder dankbaar gestemd te zijn jegens deze onverdroten opzieners en dienaars, daar zij beseffen dat dezen zich ter wille van hen zo inspannen. Waarderende verkondigers vinden het prettig om met hun opzieners samen te werken.

12. (a) Waarom moet de gemeente rein gehouden worden, en op wie rust deze verantwoordelijkheid? (b) Dienen zusters gemoeid te worden in gevallen waarbij sprake is van uitsluiting of het op voorwaarden stellen?

12 Wil er op een gemeente Jehovah’s zegen en gunst rusten, dan moet Jehovah er op reine en aanvaardbare wijze worden aanbeden (1 Kor. 5:6-13, NW). Zou iemand in de gemeente zijn geboden betreffende een reine levenswijze schenden, dan rust op de verkondiger die van de schending afweet de verantwoordelijkheid om dit onder de aandacht van het gemeentecomité te brengen, waarop volgens de Schrift de verantwoordelijkheid rust de organisatie rein te houden. Het comité zal de aangelegenheid volledig onderzoeken en dan de noodzakelijke stappen doen, door de overtreder uit de gemeente te sluiten of hem op voorwaarden te stellen en de gemeente hiervan passend in kennis te stellen. Gemeentecomités waarin zusters zitting hebben, dienen geen problemen te behandelen die mogelijk tot het uit de gemeenschap sluiten of het op voorwaarden stellen leiden. Bestaat het comité uit twee broeders, dan zullen zij de zaak aanhoren. Zou er verschil van mening tussen hen bestaan ten aanzien van de te nemen beslissing, dan kan er een rijpe broeder uit een andere gemeente ter assistentie worden geroepen, of wanneer de kringdienaar spoedig weer zal komen, kan hij het comité voltallig maken. Hebben er geen broeders in het comité zitting, of slechts één, dan zal men de zaak laten rusten tot het bezoek van de kringdienaar of men zal broeders uit een nabijgelegen gemeente er bij roepen.

13. Hoe dienen opzieners over de gemeente-aangelegenheden te denken?

13 Opzieners die de gemeenteverantwoordelijkheden juist bezien, denken er dag en nacht over. Waar kunnen nog verbeteringen worden aangebracht? Hoe kunnen de verkondigers nog meer worden geholpen? Kunnen er regelingen worden getroffen dat er door de week getuigenis wordt gegeven en kan dit worden verbeterd; kan er bovendien gedurende de weekeinden doeltreffender te werk worden gegaan? Welke veranderingen dienen er te worden aangebracht om het opleidingsprogramma up-to-date te houden, opdat de gemeente kan vooruitgaan en toename mag hebben? Hoe kunnen de vergaderingen worden verbeterd zodat de bezoekers er meer profijt van zullen hebben? Wanneer de gemeente zich uitbreidt, dienen er assistent-dienaren te worden aangesteld, zodat wanneer het zover is dat er nog een gemeente gevormd moet worden, goed toegeruste en opgeleide broeders het toezicht over het Koninkrijkswerk op zich kunnen nemen. Evenals een zakenman in de wereld om succesvol te zijn steeds over zijn bezigheden moet denken en er plannen voor moet maken, moeten ook de opzieners, ja, zelfs in nog grotere mate, de behoeften en bezigheden van de gemeente overdenken en er aandacht aan schenken.

14. Welke juiste zienswijze hebben de verkondigers over de aangestelde opzieners?

14 Een toegewijde opziener geniet de theocratische liefde en achting van alle verkondigers. Zij hebben hem lief als een dienstknecht van Jehovah en zij willen graag met hem samenwerken. Zij voelen dat zij met hun problemen naar hem kunnen toegaan en zijn hulp en liefderijke leiding kunnen ontvangen. Zij erkennen dat alle dienstaanstellingen via zijn theocratische organisatie van Jehovah afkomstig zijn en beschouwen het een voorrecht met de opzieners, die Jehovah behaagt te gebruiken, samen te werken. Zij weten dat Jehovah wanneer een opziener zijn plichten gaat veronachtzamen, op zijn bestemde tijd en wijze de noodzakelijke veranderingen zal aanbrengen. Zij wachten er op dat hij door middel van zijn organisatie handelend zal optreden. Aldus geven zij blijk van hun volledige vertrouwen dat Jehovah zijn theocratische organisatie leidt.

15, 16. Wat zullen de resultaten zijn wanneer wij de bediening juist bezien?

15 Wanneer gemeenteverkondigers, pioniers en opzieners hun bediening juist bezien, zal er eenheid en vrede heersen. Zij werken nauw samen en aanbidden Jehovah in heilige opstelling en kledij, door zijn glorierijke naam en voornemens in het gehele toegewezen gebied bekend te maken. Op die manier worden de andere schapen gevonden, gevoed en op de weg geleid naar leven in de nieuwe wereld. Het duurt niet lang of ook deze nieuwen bezien hun positie van Jehovah’s gezichtspunt uit. Zij gaan beseffen dat zij uit de duisternis der wereld zijn geroepen om te gaan prediken. Zij zullen samen met andere bekwame Koninkrijksverkondigers die de bediening juist bezien, gaan prediken — in gunstige en in moeilijke tijd.

16 De stenen zullen Jehovah’s heerlijkheid en majesteit beslist in geen enkel gemeentegebied behoeven uit te roepen. Neen, want verkondigers die de bediening juist bezien, prediken dit goede nieuws van het Koninkrijk en ze zullen dit blijven doen; ze zullen de andere schapen in de Nieuwe-Wereldmaatschappij bijeenvergaderen, totdat Jehovah zegt dat het predikingswerk is gedaan.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen