De goddelijke gave van het geheugen
TOEN God ’s mensen lichaam formeerde uit het stof der aarde, rustte hij hem tevens toe met diverse ingewikkelde organen die alle een bepaalde functie verrichten. Het meest ingewikkeld hiervan zijn wel de hersenen, waarin de zetel van het geheugen is gelegen. De mens is in staat hier als het ware verschillende dingen in weg te bergen die hem in de toekomst wellicht van pas zullen komen.
Dit geheugen is onbeperkt daar God het niet formeerde als een soort vat dat op een gegeven moment vol raakt. Neen, het is veeleer een reservoir waar men zo nu en dan wat uit kan halen zonder dat de inhoud daardoor kleiner wordt.
De mens zou zonder deze herinneringsgave niet kunnen bestaan. Het is iets wonderbaarlijks waarvoor we God eer verschuldigd zijn. — Ps. 139:14.
Op het gebied van het herinneringsvermogen bestaan er grote verschillen. Evenals de ene mens een betere gezondheid heeft dan de ander, is dit met het geheugen het geval. Dit betekent echter niet dat iemand zijn geheugen niet kan ontwikkelen. Evenals we het lichaam door lichamelijke oefening kunnen ontwikkelen, kunnen we ons geheugen ontwikkelen door geestelijke training.
Maar weinig mensen beseffen welk een enorme vermogens God in ’s mensen geest heeft gelegd. Men kan zich doorgaans veel meer herinneren dan men gewoonlijk denkt. Uit de geschiedenis zijn ons enkelen bekend die een fabelachtig geheugen bezaten. Neem bijvoorbeeld Thomas Macaulay eens. Hij kon een toespraak die hij in het Engelse parlement had gehoord dagen er na nog woordelijk herhalen. Richard Porson kende de complete tekst van Homerus, Cicero, Horatius en Virgilius uit zijn hoofd en hetzelfde presteerde hij met de werken van Shakespeare, Milton en Gibbon. Dat was een enorme prestatie.
Elia de Gaon, een Litause rabbi, bezat eveneens een wonderbaarlijk geheugen. Hij kon zich de gehele bijbel, de talmoed, de midrasj en een aantal andere joodse geschriften herinneren. In totaal kende hij drieduizend werken uit zijn hoofd.
Van de leden der middeleeuwse religieuze sekte de Bogomilen werd verwacht dat zij hun geheugen tot ontwikkeling brachten. Zij moesten lange bijbelgedeeltes uit hun hoofd kennen. De historicus Dragamanov beweert dat 4000 van hen de hele bijbel uit hun hoofd kenden en dat alle leden op z’n minst de Griekse Geschriften van buiten moesten kennen.
Ook al schijnen dit fantastische geheugenstunts te zijn, het zijn er toch nog maar enkele van de vele die we wellicht op zouden kunnen noemen. Er wordt goed door aangetoond welk een verbazingwekkend herinneringsvermogen God de mensen gaf. Er wordt tevens de grootheid van zijn werken mee tot uitdrukking gebracht.
HET GEHEUGEN VAN DE BIJBELSCHRIJVERS
De mannen die de bijbel schreven, hadden stuk voor stuk een goed geheugen. Wanneer zij een verslag schreven over wat ze zagen en hoorden, konden zij zich ieder detail herinneren. Johannes schreef het vierde evangelie vijfenzestig jaar na Jezus’ dood, maar ondanks dat worden de gesprekken er tot in bijzonderheden in weergegeven. Het vermeldt datgene wat Jezus tegen zijn volgelingen en zijn tegenstanders zei, wat hij deed en wat hem overkwam. Er worden zeer veel bijzonderheden genoemd en Johannes herinnerde zich dit omdat het een levendige indruk op zijn geest had gemaakt. Met de inspirerende hulp van Gods geest was hij in staat alles in zijn geest terug te roepen.
Degenen die de door Christus verrichte wonderen zagen geschieden en die zijn onderwijs hoorden, hadden een dringende reden zich alles wat zij zagen en hoorden te herinneren. Zij begrepen dat zijn woorden woorden des levens waren. — Joh. 6:68, 69.
De bijbelschrijvers Markus en Lukas bevonden zich niet onder hen die bij Jezus’ gesprekken aanwezig waren. Toch was datgene wat zij in hun boeken vermeldden een nauwkeurig verslag van het voorgevallene. Zij waren in de gelegenheid veel stof te verzamelen van hen die hem wel hadden gehoord. Deze mensen waren geïnteresseerd in datgene wat Jezus onderwees en hadden het zo in zich opgenomen dat zij het zich wisten te herinneren.
Daar velen er sinds de dagen van de bijbelschrijvers blijk van hebben gegeven een wonderbaarlijk geheugen te bezitten, klinkt het helemaal niet ongelofelijk dat de bijbelschrijvers in staat waren zich de vele details die zijn neergeschreven te herinneren. Houd ook in gedachten dat zij Gods inspirerende geest bezaten die hun geest opscherpte.
Zelfs in deze twintigste eeuw zijn er mensen geweest die een fenomenaal geheugen bezaten. Theodore Roosevelt bijvoorbeeld kon een bladzijde lezen en daarna het gelezene woord voor woord herhalen. Daar hij hiertoe in staat was, zouden de bijbelschrijvers iets dergelijks dan niet kunnen?
EEN GOED GEHEUGEN ONTWIKKELEN
Gods hedendaagse dienstknechten moeten er eveneens intens naar verlangen hun geheugen te ontwikkelen om aldus deze goddelijke gave op de doeltreffendste wijze te gebruiken. Er staat veel in Gods Woord dat wij ons dienen te herinneren en moeten gebruiken om hem eer en glorie toe te kunnen brengen. Wij mogen eveneens zijn geboden niet vergeten. — Spr. 4:5; Num. 15:40.
Wanneer Gods volk bijeenkomt, zal men veel van het gehoorde in zijn geheugen moeten griffen. Dit zal pas dan kunnen wanneer zij die hier aanwezig zullen zijn, het goed in hun geest zullen opnemen. Ook al worden er misschien dingen gezegd welke men al weet, dan mag dit toch geen reden zijn onze aandacht te laten verslappen. Belangstelling is een noodzakelijk vereiste om ons iets te kunnen herinneren. De goddelijke herinneringsgave kan onmogelijk doeltreffend functioneren zonder dat wij belangstelling aan de dag leggen. Juist vanwege een tekort hieraan hebben de meeste mensen zulk een slecht herinneringsvermogen. Zij hebben niet genoeg belangstelling voor wat er zich rondom hen afspeelt, voor wat ze lezen en horen.
WAARNEMINGSVERMOGEN
Wie een slecht waarnemingsvermogen heeft, zal zich eveneens iets slecht kunnen herinneren. De gemiddelde mens neemt de dingen langzaam en maar ten dele in zich op. Hij ziet slechts ten dele omdat zijn aandacht niet volledig op het voorwerp is gericht. Daardoor blijft er slechts een vage indruk in zijn geest achter. Hij zal zich bij een poging het zich te herinneren slechts een wazige voorstelling van alles voor de geest kunnen halen. Zijn verbeeldingskracht vult aan wat hij zich niet meer herinnert. Hoe zal hij zich ooit iets precies kunnen herinneren als hij al begint met de beelden zwak in zich op te nemen?
Wanneer u aan iemand voorgesteld wordt, bekijkt u de persoon dan even vluchtig en let u er eigenlijk niet op hoe zijn naam luidt, en verbaast u er zich later dan ook nog over dat u niet in staat bent u zijn gezicht en naam te herinneren? U vergeet iemand niet omdat u niet in staat bent u mensen te herinneren, maar veeleer omdat u niet oplet wanneer er iemand aan u voorgesteld wordt. U hebt u niet vast in uw geest voorgenomen hem u te willen herinneren.
Het is beslist noodzakelijk dat u uw waarnemings- en concentratievermogen gebruikt wanneer iemand aan u voorgesteld wordt. Kijk goed naar zijn lengte, zijn lichaamsbouw, de vorm van zijn gezicht, de kleur van zijn ogen en haar, de vorm van zijn oren, neus, kin en mond. Merk op of hij littekens of andere gebreken heeft. Luister heel goed naar zijn naam. Concentreer u daarop. Tracht deze in verband te brengen met zijn gelaatsuitdrukking. Gebruik zijn naam verschillende keren tijdens het gesprek. Roep u later op de dag de indruk die hij op u maakte weer voor de geest en breng u dan zijn naam nog eens weer te binnen. Alleen door een levendige voorstelling van hem in uw geest te bewaren, zult u zich hem later kunnen herinneren. Dit geldt voor alles wat u ziet. Wanneer u naar iets kijkt, neem dan elk onderdeeltje in u op. Vestig uw gehele aandacht er op. Leer uw zintuigen alles scherp waar te nemen.
De apostel Paulus is een voorbeeld van iemand die een goed waarnemer was. Toen hij in Athene was, schonk hij aandacht aan datgene wat hij zag terwijl hij door de stad liep. Hij merkte kleine bijzonderheden op, zoals het ene voorwerp van toewijding onder al die andere dat voor de Onbekende God bestemd was. — Hand. 17:22.
ASSOCIATIEVERMOGEN
Wanneer u probeert verband te leggen tussen datgene wat u hoort of leest en datgene waar u reeds mee op de hoogte was, zal dit een geweldige hulp zijn bij uw herinneringsvermogen. U zult zich de nieuwe geleerde dingen gemakkelijker voor de geest kunnen roepen daar de reeds bekende zaken als een soort magneet werken en tegelijk met deze voor de dag zullen komen.
Stelt u zich eens voor dat u zich de ruwe omtrekken van Italië zou willen herinneren. U zou dit gemakkelijk kunnen doen door u voor te stellen dat het land er als een laars uit ziet. Wanneer u zich bijvoorbeeld het aantal aanhalingen uit de Hebreeuwse Geschriften in de Griekse zou willen onthouden, zou u dit gemakkelijk kunnen doen door te denken aan de dagen van het jaar, daar het aantal aanhalingen ook 365 is.
Zich ergens een voorstelling van maken, kan eveneens een hulp zijn bij ons herinneringsvermogen. Datgene wat wij willen onthouden, moeten wij dan verbinden aan een zichtbare voorstelling. Wanneer bijvoorbeeld de naam van iemand waaraan u voorgesteld wordt, overeenkomst vertoont met een bekend merk soep, kunt u zich in uw geest een voorstelling maken van een zeer grote kom van deze speciale soep. Wanneer u hem de volgende keer zult ontmoeten, zult u direct zijn naam weten. Namen lenen zich hier wel bijzonder goed voor.
Wanneer u op een bepaalde dag verschillende dingen moet doen waarom zou u dan een notitieboekje gebruiken in plaats van op uw geheugen te vertrouwen? Geef uw geheugen die oefening welke het nodig heeft. Een notitieboekje is slechts een armzalig surrogaat voor de goddelijke gave. De mensen vertrouwen wat hun herinnering betreft veel te veel op datgene wat geschreven of gedrukt staat in plaats van op datgene wat zich in hun hoofd bevindt. Deze slechte gewoonte zal iemand niet helpen zijn herinneringsvermogen te vergroten. U moet leren op uw geheugen te vertrouwen.
Maak u een voorstelling van datgene wat u moet doen of van de dingen die u wilt kopen en associeer deze met de bekende voorwerpen in uw huiskamer, terwijl u begint in een hoek en vervolgens de hele kamer doorgaat. Deze bekende voorwerpen zullen als ezelsbruggetjes werken en u helpen u verschillende dingen te herinneren. Ga deze verschillende dingen eens enkele keren na, concentreer u er op en breng ze met elkaar in verband. Doe vervolgens datgene wat u van plan was te gaan doen, hierbij op uw geheugen vertrouwend en niet op aantekeningen die u toch de helft van de tijd vergeet of kwijtraakt.
MEDITATIE
Een van de redenen dat Gods dienstknechten uit bijbelse tijden een goed geheugen hadden, was omdat zij mediteerden. De bijbel noemt één gelegenheid waarbij Izak dit deed. „Izak ging tegen het vallen van de avond naar het veld om er te mediteren” (Gen. 24:63). Hij verliet zijn kamp om op een rustige plaats alleen te kunnen zijn. Daar concentreerde hij zich op datgene wat zich in zijn geheugen bevond. Hij overdacht de dingen die God gezegd en gedaan had en grifte ze op deze wijze dieper in zijn geest. David deed dit eveneens. „Ik gedenk de dagen vanouds; ik mediteer over al wat gij deedt; gaarne houd ik me bezig met het werk uwer handen.” — Ps. 143:5.
Gods hedendaagse dienstknechten moeten het voorbeeld van deze getrouwe mannen navolgen. Van tijd tot tijd moeten zij de geleerde dingen over de Schepper en zijn Woord overdenken. Zij moeten over de bijzondere dingen mediteren en zich ieder detail voor de geest halen.
Wanneer u een vergadering bijwoont, maak het u dan tot gewoonte de dingen die u uit de lezingen hebt geleerd later op de dag nog eens te overdenken. Probeer ze u scherp voor de geest te halen en ze stevig vast te leggen zodat u ze altijd weer kunt herinneren. Een dergelijke terugblik volgt stellig wat belangrijkheid betreft op concentratie. Door middel van concentratie zult u zich de dingen weten te herinneren en door overdenking zullen ze in uw geheugen gegrift worden.
Zich het gelezene herinneren, is even belangrijk als zich het gehoorde te binnen roepen. De beste studiemethode is even vluchtig de stof door te nemen door de kopjes even te lezen zodat u een indruk van het totaal krijgt. Lees het daarna en richt dan uw volledige aandacht op datgene wat u leest. Neem de bedoeling van het stuk in u op en pauzeer af en toe om alles te overdenken. Nadat u het materiaal grondig doorgelezen hebt, begint u pas met uw studie. Wanneer u hiermee klaar bent, moet u alles nog eens overdenken om het in uw geest vast te leggen.
Er is krachtsinspanning voor nodig om het gelezene en al het andere in uw geest vast te leggen voor een toekomstig gebruik. Wanneer u dit niet doet, moet u niet verwachten dat u het zich later nog zult kunnen herinneren. Het zal eerst misschien met enige moeite gepaard gaan, maar wanneer u het bovenstaande toepast, zult u zeker uw herinneringsvermogen vergroten en alles gemakkelijk weer voor uw geest kunnen halen.
Voor deze goddelijke herinneringsgave kunnen we Hem loven die ze ons gaf. Het is iets wonderbaarlijks en een grote zegen, en het is het daarom zeker waard dat wij pogingen in het werk stellen dit vermogen te ontwikkelen. Maak er een wijs gebruik van en het zal u zeer van pas komen.