Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w59 1/1 blz. 22-28
  • Zelfonderzoek van levensbelang in de strijd tegen het materialisme

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Zelfonderzoek van levensbelang in de strijd tegen het materialisme
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1959
  • Vergelijkbare artikelen
  • Bestrijd het materialisme, uw leven hangt er van af!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1959
  • Wanneer het materialisme christelijke huizen binnendringt
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1955
  • Wat zal u gelukkig maken?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1958
  • Materialisme — Een dodelijke filosofie
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1965
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1959
w59 1/1 blz. 22-28

Zelfonderzoek van levensbelang in de strijd tegen het materialisme

1. Waarom is zelfonderzoek zo noodzakelijk, en waar moet het beginnen?

ZOALS uit het voorgaande artikel is gebleken, is het materialisme arglistig en kan het zich als een weldoener voordoen. Daarom moeten wij onze beweegredenen onderzoeken. Zelfonderzoek is zeer noodzakelijk. Hoewel wij onszelf van nature in een gunstig licht bezien, heeft Jehovah niettemin een schitterend middel tot zelfkritiek verschaft. In de eerste plaats moeten wij onszelf afvragen, „Waar is uw hart?” Jeremia besefte hoe goddeloos het hart kon zijn: „Het hart is bedrieglijk boven alles, en het is uitzonderlijk verdorven; wie kan het kennen? Ik, Jehovah, doorzoek de geest, ik toets het hart, namelijk, om een ieder te geven naar zijn wegen, overeenkomstig de vrucht van zijn daden.” — Jer. 17:9, 10, AS.

2. Wat bewijst of wij er al of niet een nieuwe liefde op na houden?

2 Waar is uw hart? Is uw eerste liefde nog steeds het onschatbare bezit der waarheid, of hebt u een nieuwe liefde, het materialisme? Wellicht zeggen wij dat wij er geen nieuwe liefde op na houden, maar wat laten onze daden zien? Putten wij nog steeds die onvergelijkelijke vreugde uit de velddienst? Of zijn we er mee begonnen die vreugde uit te bannen door meer uren met nietsdoen door te brengen, terwijl wij ons met materialistische genoegens en bezittingen bezighouden, hierin voldoening vinden en dit ten koste van minder uren in de velddienst? Bedenk wel, een begerig hart zoekt het materialisme, maar een loyaal hart schuwt het.

3. Hoe kunnen de door de organisatie verschafte hulpmiddelen ons in de strijd tegen het materialisme helpen? Wat zijn enkele van deze middelen?

3 Om ons zelfonderzoek voort te zetten, zouden wij willen vragen: „Gebruiken wij de hulpmiddelen welke de organisatie ons verschaft om het materialisme te bestrijden?” Tot dergelijke middelen behoren de hoedanigheden van de „getrouwe en beleidvolle slaaf” en wij kunnen er door geholpen worden tot rijpheid voort te gaan en het materialisme met succes te weerstaan. Beseft u hoe wijs de organisatie handelt door gezonde inlichtingen te publiceren welke ons zullen helpen succesvol weerstand te bieden aan dergelijke verleidingen? Enkele van deze door de organisatie verschafte middelen waarvan wij heden ten dage voordeel kunnen trekken, zijn bijvoorbeeld de jaren van christelijke groei en ervaring die de organisatie er op heeft zitten, het voorbeeld dat ze stelt ten aanzien van een juist gebruik van de tijd, van talenten, bekwaamheden en aanleg; dat ze een diep en grondig inzicht in Jehovah’s Woord verschaft en het juiste licht werpt op waarheidsgetrouwe leerstellingen en de ware organisatie. Dit zijn waardevolle bezittingen welke Jehovah’s Nieuwe-Wereldmaatschappij zeer bekwaam maken om ons in onze strijd tegen het materialisme te helpen.

4. Waarom zijn christelijke groei en ervaring in de strijd tegen het materialisme van onschatbare waarde? Illustreer dit punt.

4 Passen wij het goede dat wij uit de publikaties van het Wachttorengenootschap hebben geleerd, dagelijks toe? Gebruiken wij het als een hulp om onze geest te hervormen? Ter illustratie hiervan het volgende: Een jonge schoolgaande broeder kan heel intelligent zijn, goede cijfers halen en denken dat hij op vele problemen een antwoord weet. Daar hij echter ervaring mist en nog niet noemenswaardig met de problemen van het leven te doen heeft gehad, kan het gebeuren dat hij plotseling helemaal de verkeerde weg op gaat. Zijn vader, een rijpe, bekwame man, ziet dit en gaat eens rustig met zijn zoon spreken. Hij geeft hem praktische wijsheid waardoor de jongen geholpen zal worden rechte paden voor zijn voeten te maken. Deze gezonde beginselen die de vader zich door een voortdurende toepassing van Jehovah’s Woord eigen heeft gemaakt, kunnen voor zijn zoon van grote waarde zijn om het leven tot een succes te maken en zich niet op zijn eigen verstand te verlaten. Zo dient men de organisatie eveneens te beschouwen — als een „oudere man” vol wijsheid, rijpheid, juist oordeel, gezond evenwicht en onderscheidingsvermogen.

5. Welke waarde hebben de huidige „gaven in mensen”?

5 Hoe beschouwt u de theocratische organisatie met haar aangestelde dienaren en verschillende personen die in verantwoordelijke posities zijn geplaatst? Beziet u hen als „gaven in mensen”? Schat u hen wel naar juiste waarde? Bij tijden treden zij op als een reddingsploeg om eigenzinnige personen uit de onderstroom te redden, want zij staan altijd klaar en zijn steeds bereid om te dienen. Dit is eveneens een der bronnen die wij in onze strijd tegen het materialisme kunnen aanboren. Laat deze reddingslijn niet buiten beschouwing. Uw rijpe christelijke broeders en zusters kunnen u er bij helpen uw geest en hart in de juiste baan te leiden. Anders zou het wel eens kunnen gebeuren dat u op een bepaald moment tot de ontdekking komt dat u in de zee van het materialisme rondspartelt en te zwak bent om er nog langer weerstand aan te bieden. Dit zou noodlottig voor u kunnen worden.

6. Welke rol spelen bezoek en deelname aan de vergaderingen in ons voortgezette zelfonderzoek?

6 Bij ons zelfonderzoek zouden wij onszelf vervolgens kunnen afvragen, „Bezoeken wij de vergaderingen en nemen we er aan deel?” Het bijwonen is niet alleen belangrijk, maar het is eveneens van zeer grote betekenis dat wij, wanneer wij aanwezig zijn, iets opbouwends zeggen. Dit schenkt ons een grotere bekwaamheid in het onderwijzingswerk. Op de vergaderingen worden er allerlei dingen besproken en verkrijgt men wijsheid en inzicht. Wij worden versterkt door van Jehovah afkomstige uitspraken, en daar Jehovah op onveranderlijke wijze tegen het materialisme gekant is, zal een toepassing van de beginselen uit zijn Woord ons helpen deze dreiging te bestrijden. Hierin schuilt dus de waarde van bezoek en deelname aan de vergaderingen. Is het voorts niet goed en aanmoedigend te horen hoe de nieuwere broeders en zusters zich op de bijeenkomsten uiten? Niets is zo hartverwarmend dan naar de commentaren van nieuwelingen in de waarheid te luisteren, te zien hoe zij tot rijpheid groeien en hun geest en hart hervormen door dit oude samenstel de rug toe te keren en zich in overeenstemming met het nieuwe te brengen. Dit is inderdaad een goede bescherming tegen het materialisme. Houd uw liefde daar waar hun liefde zich bevindt en u zult Jehovah welbehagelijk zijn.

7. Hoe kan iemand bepalen of hij zijn gezin een goed voorbeeld stelt in het weerstaan van de verleidingen van het materialisme?

7 Het is ook goed om te onderzoeken waarover wij denken en spreken. Waarover praten wij wanneer wij met onze kinderen thuis zijn? Wat voor voorbeeld stellen wij hun? Spreken wij altijd over dingen die wij van plan zijn voor ons huis te kopen of andere ondernemingen welke wij in verband hiermee wensen na te streven? Waarover gaan onze gesprekken met ons gezin, onze huwelijkspartner en onze kinderen? Over geestelijke zaken zoals het verbeteren van onze toespraakjes en hoe wij beter commentaar kunnen geven op de vergaderingen? Geven wij een goed voorbeeld? Zullen zij er voordeel van trekken? Wat zullen zij van ons leren dat praktische en theocratische waarde bezit?

8. Geeft getrouwe, geregelde velddienst de verleidingen van het materialisme minder kans? Hoe dan wel?

8 Het is eveneens raadzaam ons dienstbericht eens te analyseren. Welk voorbeeld geven wij ons gezin wat de dienst betreft? Wellicht zeggen wij dat wij er geen materialistische neigingen op na houden. Wanneer iemands velddienstbericht echter daalt, wordt het tijd eens na te gaan waarom dit het geval is. Misschien speelt het materialisme wel een veel belangrijkere rol dan wij ons ooit bewust waren. Geregelde velddienst is zeer waardevol. Wanneer wij geregeld in de velddienst uittrekken, vormen wij goede gewoonten. Wij verspreiden dan lectuur en wanneer wij belang stellen in de groei van de Nieuwe-Wereldmaatschappij van Jehovah’s getuigen, zullen wij nabezoeken brengen. Zijn wij gewetensvol, dan zullen wij vervolgens trachten een huisbijbelstudie op te richten. Dit is niet moeilijk, want zelfs de nieuwste verkondiger is hier na wat oefening toe in staat. Op deze wijze ontwikkelt men een patroon van juiste werken. Het betekent dat wij in rijpheid toenemen, hetgeen tot gevolg zal hebben dat wij de dingen meer naar hun juiste waarde zullen gaan schatten. We zullen ons eerst nog eens goed bedenken alvorens een stap terug te doen. Wij zullen onze dienst, in het besef dat ze tot het leven leidt, als een schat bewaren. Aldus zullen wij weerstand bieden aan elke filosofie welke ons uit de juiste koers zou kunnen wegtrekken. Volgen wij dus alleen maar de leiding van de „getrouwe en beleidvolle slaaf” en vormen wij goede dienstgewoonten, dan bannen wij materialistische neigingen uit.

9. Waarom is juiste omgang van levensbelang?

9 Onze omgang met anderen is eveneens zeer belangrijk. Hoe goed zijn Paulus’ woorden, „Slechte omgang verderft nuttige gewoonten,” op materialistisch gezinde broeders en zusters van toepassing! (1 Kor. 15:33) Als een christen van het smalle pad van juiste theocratische activiteit is afgedwaald en op de brede weg van het materialisme is terechtgekomen, is dit al erg genoeg; wanneer diezelfde persoon echter bovendien nog door zijn voorbeeld of met woorden zijn broeder of zuster er op arglistige wijze toe overhaalt zich hierin bij hem te voegen, is dit nog veel erger. Ga daarom met broeders en zusters om wier gesprekken opbouwend zijn, die een voorbeeldige dienstactiviteit aan de dag leggen en een heldere kijk op de Nieuwe Wereld bezitten. Houd in gedachten dat verkeerde vriendschap als een klimopstruik is die de muur waar hij tegen op groeit, in verval doet raken en doet omvallen, terwijl ware vriendschap wederzijds versterkt en opbouwt, en beide partijen nieuw leven en nieuwe kracht schenkt.

10. Dient men in de strijd tegen het materialisme ook tot God te bidden? Waarom?

10 Ontdekken wij na dit zorgvuldige zelfonderzoek enkele symptomen van materialisme, dan gaan wij onmiddellijk aan de slag om ze te overwinnen. Paulus zei: „Doet dit ook, omdat gij de tijd weet, dat het uur reeds is aangebroken waarin gij uit de slaap dient te ontwaken, want nu is onze redding dichterbij dan toen wij gelovigen werden” (Rom. 13:11). Hoe jammer zou het niet zijn wanneer sommige personen die jarenlang getrouw zijn geweest, nu voor de arglistige verleiding van het materialisme zouden bezwijken. Men kan, in plaats van te zeggen, „Het zal mij niet overkomen,” beter bidden dat het niet zal gebeuren. Op gebed kan niet genoeg de nadruk worden gelegd. Hierdoor kan men met zijn God in verbinding treden. Wij dienen Jehovah dagelijks te smeken ons bij het overwinnen van materialistische neigingen de helpende hand te bieden. Onvolmaakt als we zijn, moeten wij voortdurend op onze hoede zijn en waken voor het binnensluipen van materialisme; behalve dat wij gebeden opzenden, dienen wij echter bovendien nog onze geestelijke rijpheid, een grote hulp bij het overwinnen van de dreiging van het materialisme, te vergroten.

11, 12. Welk voorbeeld geven (a) onze broeders in Rusland? (b) onze zusters in Korea?

11 Wij dienen het materialisme net zo te bestrijden als onze broeders in Rusland en onze zusters in Korea. Wat een wonderbaarlijk voorbeeld stellen zij ons! Het Yearbook van 1957 spreekt over een Poolse broeder die vijftien jaar in Rusland en veertien jaar in verschillende kampen had doorgebracht. Na vele martelingen, beproevingen en vervolgingen te hebben ondergaan, kwam hij er levend uit te voorschijn, Jehovah’s naam lofliederen toezingend. Zijn liefde voor de waarheid hield hem in leven. Is onze liefde voor de waarheid even krachtig? Hoe kunnen wij ons tegen de voor ons liggende woelige tijd bewapenen? Beslist niet door al onze vrije tijd in een zoeken naar ontspanning voor een televisietoestel te zitten of over te werken ten einde zich wat luxe van dit leven te kunnen veroorloven.

12 Onze zusters in Korea zijn eveneens een bron van aanmoediging. Velen zijn van mening dat zij elk jaar wel drie maanden in de vakantiepioniersdienst kunnen staan. Eén zuster, met een echtgenoot die een tegenstander is en drie kleine kinderen, gaf aan de oproep gehoor. Met één kind op haar rug gebonden, een ander haar boekentas dragend en de derde aan haar hand, gaf zij getuigenis. Zij had er haar handen vol aan, maar aan het eind van de maand had ze haar uren gehaald en haar eenvoudige woning netjes onderhouden. Ze had geen moderne gerieven tot haar beschikking en stond voor het aanbreken van de dag op, haalde water en verrichtte de normale huishoudelijke karweitjes. Hoewel arm aan goederen van deze wereld was zij geestelijk rijk. Bovendien bleef zij, zelfs nadat haar vakantiepioniersdienst was geëindigd, haar vijf studies behartigen. Zendelingen en andere volle-tijd-dienaren leggen een soortgelijk gedrag aan de dag. Zij stellen een goed voorbeeld door het belangrijkste de eerste plaats toe te kennen en het geestelijke boven het materiële te stellen. Waar geluk en vele zegeningen vallen hun die eerst het Koninkrijk zoeken door de volle-tijd-dienst in te gaan, ten deel. Indien u geen pionier kunt zijn, kunt u toch op zijn minst wel een pioniersgeest bezitten, en dit kan u helpen uw materialistische verlangens te overwinnen.

13. Welk besluit dienen wij te nemen, gezien de zegeningen welke wij ontvangen wanneer wij dienen waar de behoefte het sterkst wordt gevoeld? Welk voorbeeld wordt er aangehaald?

13 Zie eens wat een vreugde en zegeningen het schenkt daar te dienen waar de behoefte het sterkst wordt gevoeld. Deze voorrechten vallen niet die Koninkrijksverkondigers ten deel die zich door materialistische verlangens hebben laten verstrikken. Zo kwam er bijvoorbeeld in de Verenigde Staten na afloop van een der in 1957 gehouden districtsvergaderingen een broeder naar een der vertegenwoordigers van het Genootschap toe en vroeg hem of hij hem ook onmiddellijk zou kunnen vertellen waar de behoefte het sterkst werd gevoeld. Deze broeder had een gezin met vijf kinderen, was gemeentedienaar en had kort geleden zijn huis verkocht. Hij wilde werkelijk zijn voorrechten in de Koninkrijksdienst vergroten. Na het aanhoren van de lezing over het gaan naar gebieden waar de behoefte het sterkst wordt gevoeld, stond zijn besluit vast dat dit nu precies was wat hij wilde. Van de vergadering naar huis terugkerend, ging hij bij het bureau van het Genootschap aan en verkreeg daar meer inlichtingen over zijn toekomstige toewijzing. Weer thuisgekomen, kocht hij een vrachtwagen, laadde er zijn meubilair en andere huishoudelijke goederen en zijn hele gezin op, en vertrok naar het zuiden van het land. Het Genootschap wees hem en zijn gezin een kleine stad toe. Zou het wereldse werk een probleem vormen? Deze broeder had de juiste geestesgesteldheid, want hij zei, „Indien deze stad 5000 mensen in hun onderhoud kan voorzien, kan ze dat ook 5007.” Op het ogenblik vormen deze trouwe broeder en zijn gezin een bron van aansporing voor de broeders en zusters en een zegen voor de mensen van goede wil. Ook andere broeders en zusters die het geestelijke op de eerste plaats stellen, doen dagelijks dergelijke ervaringen op. Zij maken geen plaats voor het materialisme. Zij bestrijden het, smoren het in de kiem en verdrinken niet in de kolkende zee van het materialisme.

14. Hoe dicht moeten wij de gids volgen, willen wij niet in het verraderlijke drijfzand van het materialisme terechtkomen, en hoe dienen wij op de oproep tot het aanvaarden van meerdere dienstvoorrechten te reageren?

14 Er zijn er echter die wat betreft het vorderingen maken in de Nieuwe-Wereldmaatschappij een negatief standpunt innemen. Dit zou tot gevolg kunnen hebben dat zij het gemakkelijker aan gaan doen en dat is niet juist. Wij kunnen onze waakzaamheid niet laten verslappen zonder het materialisme binnen te laten sluipen. Christenen bevinden zich in deze wereld als het ware in een woestijn. Wanneer een groep mensen door een gids in een gebied met drijfzand wordt rondgeleid, zegt de gids hun dat zij vlak achter hem moeten lopen en zo mogelijk in zijn voetstappen treden. Christus Jezus is onze gids door de woestijn van deze wereld. Wanneer wij hem op de voet volgen, zullen wij nooit in het drijfzand van het materialisme wegzinken, en niet door deze schijnbaar onschuldige kracht aan het gezicht worden onttrokken, maar recht naar onze nieuwe-wereldbestemming worden geleid. Ga dus ten aanzien van uw geloof geen compromissen aan, maar houd het levend en tintelend van activiteit. Grijp elke gelegenheid aan om geestelijk te groeien. Gebruik vrije ogenblikken om te mediteren en over de beginselen uit Jehovah’s Woord na te denken. In het begin zal dit niet zo gemakkelijk zijn. Dwing uzelf er echter toe, want het is bevorderlijk voor uw geestelijke gezondheid. Wanneer er een oproep wordt gedaan tot het aanvaarden van meerdere dienstvoorrechten in de gemeente, zoals het assisteren van een dienaar, het houden van een instructie- of een uurlezing, of wanneer men u misschien aanbeveelt om te zijner tijd de taak van gemeenteboekstudieleider op u te nemen, grijp die gelegenheid dan bereidwillig aan en kwijt u vol vreugde van uw christelijke verantwoordelijkheden. Ga niet verloren in de menigte waaruit een grote gemeente bestaat, door u met een minimale hoeveelheid dienst tevreden te stellen. Wees vooruitstrevend en blijf bij, wees betrouwbaar en enthousiast, want anders zal uw geloof verzwakken, uw kracht als christen afnemen en een verkeerde denkwijze haar intrede doen.

15. Waartoe leidt het materialisme? Is het dit waard?

15 Laten zij die denken dat zij wel eens een tijdje vakantie kunnen nemen en, wanneer er zich in hun wereldse werk een gunstige gelegenheid voordoet, wat meer wereldse goederen kunnen gaan verwerven, goed overwegen waartoe het materialisme leidt. Is het dit wel waard? Paulus zei: „Zij die besloten zijn rijk te worden, vallen echter in verzoeking, in een strik en in vele zinneloze en nadelige begeerten die de mensen tot vernietiging leiden en in het verderf storten. Want de liefde voor geld is een wortel van allerlei schadelijks, en door op deze liefde hun zinnen te zetten, zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich overal met vele pijnen doorstoken” (1 Tim. 6:9, 10). Ook hieruit zien wij weer dat het verkeerde niet in rijkdommen of wat ze vertegenwoordigen, schuilt, maar in het besluit om materiële rijkdommen en bezittingen te verwerven. Wanneer een christen een dergelijke beslissing neemt, waardeert hij het stoffelijke meer dan het geestelijke en hierin ligt nu juist het gevaar. Dan nemen overuren en meer werelds werk de plaats in van studie, meditatie en velddienst, zowel de man als de vrouw verrichten werelds werk, en wat hebben zij dan nog? Een schrijver heeft eens gezegd: „Wereldse rijkdommen zijn net als noten, het kost veel kleerscheuren om ze te bemachtigen, menige tand gaat er aan om ze te kraken en toch kan men er zijn buik nooit mee vullen.” In de meeste gevallen zal iemand die een dergelijke handelwijze lang genoeg volgt, zich spoedig in de buitenste gelederen en ten slotte buiten de Nieuwe-Wereldmaatschappij bevinden, en daar buiten kent men geen tevredenheid, maar slechts een ongelukkig gevoel, een slecht humeur en wanhoop.

16. Op welke wijze toont Paulus aan hoe verstandig het is godvruchtige toewijding na te streven?

16 Wanneer u weet dat het materialisme tezamen met deze wereld in de strijd van Armageddon het onderspit zal delven, gebruik die kennis dan om door intense liefde voor Jehovah God en zijn organisatie de overwinning te behalen. In 1 Timotheüs 6:6-8 verklaarde Paulus: „Voorzeker, deze godvruchtige toewijding tezamen met het genoegen nemen met wat wij hebben, is een middel tot groot gewin. Want wij hebben niets op de wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen. Wanneer wij daarom voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn.” Sla acht op het hier door Paulus gebruikte argument: Een christen kan veel verwerven wanneer hij godvruchtige toewijding nastreeft. Deze godvruchtige toewijding staat met de vrees voor Jehovah in verband. Wanneer wij vrezen Jehovah te mishagen, zullen wij niet toelaten dat onze denkwijze door zelfzuchtige materialistische verlangens wordt verwrongen. Neen, wij zullen tevreden zijn met slechts de noodzakelijke stoffelijke goederen, welke volgens Paulus uit voedsel en kleding bestaan.

17. Welke door Jakobus gegeven raad zal ons helpen niet in het diepe water van het materialisme te verdrinken?

17 Niemand mag zich misleiden door te denken dat er meer wordt bedoeld dan hier staat. Wanneer wij er eveneens het laatste en het beste op het gebied van stoffelijke goederen en genoegens onder willen laten vallen, verdraaien wij de Schrift ten einde haar met onze verkeerde verlangens in overeenstemming te brengen. Jehovah heeft deze verkeerde verlangens niet in het leven geroepen, want de discipel Jakobus verklaart: „Niemand, wanneer hij wordt beproefd, zegge: ’Ik word door God beproefd.’ Neen, want met het kwade kan God niet worden beproefd, noch beproeft hij zelf iemand. Elk wordt echter beproefd doordat hij door zijn eigen verlangen wordt uitgelokt en verleid. Wanneer het verlangen daarna vruchtbaar is geworden, baart het zonde; wanneer de zonde op haar beurt is bedreven, brengt ze de dood voort” (Jak. 1:13-15). Een waar christen zal daarom niet het diepe water van het materialisme proberen te peilen en de daarop volgende verdrinkingsdood willen riskeren. Hij wil leven en houdt zijn verlangens daarom op juiste wijze onder controle.

18. Wat zal een christen thans doen ten einde dicht bij Jehovah en zijn organisatie te blijven en niet voor vleselijke verlangens te bezwijken?

18 Een christen zal godvruchtige toewijding en niet het materialisme nastreven. Alleen door zich van het bestaan van deze satanische filosofie bewust te zijn, kan hij ze met succes bestrijden. Hij moet er van overtuigd zijn dat het beter is in Jehovah’s organisatie te vertoeven dan ergens anders. Hij zal niets willen ondernemen waardoor hij zijn kansen op leven in de nieuwe wereld in gevaar brengt. Dán zal hij alles hebben wat hij nodig heeft. Thans heeft hij niet het beste van het beste nodig om Jehovah te kunnen dienen. Wat hij echter wel nodig heeft, is Jehovah’s organisatie en hier dient hij dicht bij te blijven. Jehovah heeft door middel van de organisatie een machtig bolwerk opgeworpen tegen een van Satans knapste bedenksels, het materialisme. Maak gebruik van alle voorzieningen die door Jehovah zijn getroffen opdat u de strijd tegen deze als het materialisme bekendstaande bedreiging, kunt aanbinden. Houd geest en hart op de nieuwe wereld met al haar grootse verwachtingen gericht. Houd gelijke tred met de zich voortdurend uitbreidende Nieuwe-Wereldmaatschappij en neem thans volledig deel aan de bediening. Dit zal u geestelijk sterk maken en u ten volle in staat stellen op succesvolle wijze aan de arglistige verleidingen van het materialisme weerstand te bieden. Bedachtzaam zal een waar christen die Jehovah liefheeft, zijn positie naar juiste waarde schatten. Een zelfonderzoek is zeer noodzakelijk. Vervolgens beseft hij ook dat gelijke tred houden met de Nieuwe-Wereldmaatschappij en geestelijke groei in de strijd tegen het materialisme zeer belangrijke factoren zijn.

19. Is het veilig zich buiten de grenzen van de Nieuwe-Wereldmaatschappij te begeven? Waarom niet?

19 In deze zaak van leven en dood zal hij van de organisatie afkomstige raadgevingen aanvaarden en ze tot zijn eeuwige welzijn in de praktijk toepassen. Hij zal er aan denken dat godvruchtige toewijding nagestreefd moet worden, en niet het materialisme. Bovendien weet hij dat het niet veilig is zich buiten de grenzen van de Nieuwe-Wereldmaatschappij te begeven. Neen, zelfs niet wanneer hij in de mening verkeert dat hij sterk genoeg is om de lokroep van het materialisme daar buiten te weerstaan. Vergeet geen ogenblik dat er anderen zijn geweest die het onderspit hebben moeten delven. Het materialisme is even dodelijk als de onderstroom in het water. Het kan u ondertrekken en u de nekslag geven. Weest u van de voortdurend aanwezige gevaren van het materialisme bewust. Het kent geen aanzien des persoons. Bestrijd daarom tezamen met uw getrouwe broeders en zusters over de gehele wereld het materialisme, want uw leven hangt er van af.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen